Al tien jaar is de lijn van de FNV duidelijk: de grootste vakbond wil niets met de PVV te maken hebben. Bij demonstraties, debatten en bijeenkomsten zijn politieke partijen welkom, maar de PVV en Forum voor Democratie niet.
Maar hoe houdbaar is dat, nu de PVV de grootste coalitiepartij is waar geen enkele belangenclub omheen kan? De partij van Geert Wilders zal ook de meeste ministers leveren in het kabinet-Schoof.
Het „cordon sanitaire” is niet van tafel, zeggen voorzitter Tuur Elzinga en vicevoorzitter Kitty Jong vrijdagochtend in hun Utrechtse hoofdkantoor. „Wij zien geen aanleiding om onze koers te veranderen”, zegt Jong. Elzinga: „Een partij die onze leden probeert te verdelen, zullen wij geen podium geven. Dat blijft zo.”
De band tussen Wilders en de FNV is al jaren verzuurd. Toen de vakbond de PVV en FvD weerde bij lokale verkiezingsdebatten, eind 2021 en begin 2023, twitterde Wilders: „Ik ben vrijgesproken voor haatzaaien, maar jullie verdienen de veroordeling, FNV-sukkels.” En: „Mijn advies: lidmaatschap FNV opzeggen!”
Ook informeel had de vakbond nauwelijks contact met PVV-politici. Dat gaat wél veranderen, zegt Elzinga. „Uiteindelijk zullen wij de belangen van onze leden behartigen.”
Wat dachten jullie in november op het moment dat de exitpoll voor de Tweede Kamer liet zien dat de PVV verreweg de grootste partij zou worden?
Jong: „Ik heb een paar minuten geschokt naar de televisie gekeken.”
Elzinga: „Ik begrijp de onvrede wel in de samenleving. Die heeft politiek Den Haag voor een groot deel zelf gezaaid. Bij alle impopulaire maatregelen zeiden ze: het moet van Brussel, het moet van de rechter. Daarmee creëerden zij zelf de onvrede en de zondebokken. Nu is er een partij die daarop kapitaliseert.”
Waarom hebben jullie de PVV steeds geboycot?
Elzinga: „Na de ‘minder, minder, minder’-uitspraak van Geert Wilders heeft een ruime meerderheid in ons Ledenparlement dat besloten.”
Jong: „De ideeën van de PVV vormen soms een rechtstreekse aanval op een deel van onze achterban. Veel van onze collega’s en leden zijn bezorgd, verdrietig en angstig over wat er nu gaat gebeuren.”
En toch: de FNV komt op voor de werkvloer. Betreed je met zo’n cordon sanitaire niet te veel het politieke speelveld?
Elzinga: „Het is in het belang van onze achterban, van de werkende klasse, dat wij ons niet uit elkaar laten spelen.”
Jong: „De werkende klasse ziet er nu ook anders uit dan in de jaren vijftig. Kijk naar de zorg, naar de schoonmaak, naar hoeveel vrouwen met een migratieachtergrond daar werken. Het is niet voor de bühne dat wij over diversiteit praten, het is voor onze leden.”
Maar nu gaan jullie dus toch met PVV-bewindslieden praten?
Elzinga: „Met bewindspersonen zullen we in gesprek gaan om de belangen van onze leden te verdedigen. Zij zitten er namens vier partijen. We zullen hen beoordelen op hun beleid en hun uitspraken. Maar als zij mensen tegen elkaar gaan uitspelen, zal dit wel een discussiepunt worden.”
En PVV-Kamerleden? Daar spreken jullie nog nauwelijks mee, toch?
Elzinga: „Tot nu toe was dat niet nodig, gezien de politieke verhoudingen. Maar als dat straks wel nodig is om politieke meerderheden te realiseren, dan zullen we dat doen.”
Jong: „Als ik een PVV’er op straat tegenkom, zeg ik hem dan gedag? Nee, waarschijnlijk niet. Maar als ik PVV’ers nodig heb voor een meerderheid bij een belangrijke stemming, probeer ik hen van mijn standpunt te overtuigen. Ik zou wel gek zijn als ik dat niet doe. Zij kunnen opportunistisch zijn, wij ook. Ons cordon sanitaire is duidelijk: de FNV laat zich niet lenen om de PVV-boodschap te verspreiden. Hebben wij hen nodig om ónze boodschap te verspreiden? Dan is het een ander verhaal.”
Elzinga: „Maar is dat samenwerken? Nee. Dat is gewoon je standpunt duidelijk maken aan een Kamerlid.”
Een op de vier Nederlanders stemde PVV. Daar zullen ook FNV-leden bij zijn.
Elzinga: „Onze leden zijn een doorsnede van de samenleving, dus het zal bij ons niet anders zijn. Misschien zelfs meer, maar dat hebben we niet onderzocht.”
Jong: „Angst voor migranten horen we ook bij onze leden terug. Vooral bij mensen die het minimumloon verdienen en daar niet van kunnen rondkomen. De PVV zegt dat hun problemen worden opgelost als we asielzoekers terugsturen. We snappen goed dat mensen zich in de steek gelaten voelen door de overheid. Het probleem is alleen dat deze partij die mensen natuurlijk niet gaat helpen.”
Elzinga: „Populistische partijen als de PVV willen de onvrede niet oplossen. Onvrede in stand houden is hun verdienmodel. Ze wijzen vooral zondebokken aan: buitenlanders, de media, rechters, vakbonden.”
Jong: „Ik spreek wel eens leden die de PVV napraten en zeggen dat asielzoekers van alles gratis krijgen. Als ik dan uitleg dat het niet zo werkt, dan zeggen ze ‘O, heb ik het dan verkeerd begrepen? Had ik dan toch anders moeten stemmen?’”
Zijn jullie opgelucht dat Sociale Zaken geen PVV-, maar een NSC-minister krijgt?
Jong: „Ja.”
Elzinga: „Ik heb Eddy van Hijum een paar keer gesproken en ik denk dat we goed met hem kunnen samenwerken.”
Jong: „Met Pieter Omtzigt heb ik de afgelopen jaren veel samengewerkt, ook hier op het FNV-kantoor. Hij had ons benaderd met de vraag: zijn er nog meer Toeslagenaffaires?”
De vakbond wees hem toen op de arbeidsongeschiktheidsuitkering WIA, die voor burgers vaak slecht uitpakt. Bijvoorbeeld omdat zij ondanks een aantoonbare ziekte geen uitkering krijgen, of een bijzonder lage.
Omtzigt was het met hen eens, zegt Jong. „Hij zei: ik wil hier iets mee, dit is potentieel een nieuwe Toeslagenaffaire.” Maar hij had als eenmansfractie weinig personeel. Jong: „Dus heb ik mijn beleidsmedewerkers min of meer aan hem uitgeleend.”
Ze kijkt Elzinga aan. „Mag ik dat vertellen van de dienstauto?” Elzinga lacht. Oud-informateur Ronald Plasterk verklapte eerder in de Tweede Kamer dat Omtzigt zijn dienstauto met chauffeur geleend had om, zo bleek achteraf, journalisten te informeren dat hij uit de formatie zou stappen.
Jong vertelt grappend dat Omtzigt ook eens de dienstauto van Tuur Elzinga geleend heeft.
„We zouden hier op ons kantoor in Utrecht afspreken en hij zei: dat kan wel, maar daarna moet ik naar Amsterdam.” De dienstauto bood uitkomst.
Elzinga: „Overigens met veel plezier hoor.”
Jong: „Nee absoluut, absoluut. We hebben echt goed samengewerkt.”
Als NRC dit vrijdag voorlegt aan Pieter Omtzigt, antwoordt hij: „FNV heeft een dienstauto. Ik kwam gewoon met het openbaar vervoer aan, zoals bijna altijd, en zij boden aan mij af te zetten met de auto. Dat was aardig, maar had niet gehoeven.”
Nadat Rutte IV was gevallen, ruim een jaar geleden, hield de samenwerking plots op. Omtzigt was, zo werd later duidelijk, druk met het oprichten van zijn eigen partij. Jong: „Wij hoorden niks meer.”
Jong was vooral benieuwd wat Omtzigt over dit onderwerp in het coalitieakkoord had weten te krijgen. Het eerste wat ze deed: zoeken op ‘WIA’ (geen resultaten) en ‘arbeidsongeschiktheid’. „Dat laatste begrip zag ik twee keer: in beide gevallen ging het over de tegemoetkoming die arbeidsongeschikten krijgen voor de extra kosten door hun ziekte. Die wil deze coalitie afschaffen. Nou, toen heb ik wel even met tranen in mijn ogen gezeten. Ik dacht: hoe kan dit nou?”
Zijn jullie geghost [plotseling uit iemands leven verdwijnen] door Omtzigt?
Jong: „Ik denk dat hij andere dingen aan zijn hoofd had. Maar goed, wij zijn ook niet zomaar iemand. Wij zijn wel de grootste vakbond van Nederland. En don’t fuck with de grootste vakbond van Nederland, zou ik zeggen. Dus… We zullen nog wel zien wie wie ghost. Toch, Tuur?”
Staan er dingen in het coalitieakkoord waar jullie wel blij mee zijn?
Jong: „Er staan wat dingen in waarvan je denkt: best aardig. Het versterken van de positie van mantelzorgers bijvoorbeeld. Maar als je de financiële bijlage leest, blijkt dat voornemen niks waard. Er is geen geld voor, dus die woorden in het akkoord zijn voor de bühne.”
Elzinga: „Het inperken van flexwerk op de arbeidsmarkt lijkt wel door te gaan, en de pensioenhervorming ook. Dat is hartstikke fijn. Maar van de thema’s waarop je van deze coalitie zou verwachten dat ze er keihard mee aan de slag gaat, zoals bestaanszekerheid, de staat van de rechtsstaat en het vertrouwen in de politiek: niks, niks, niks.”
Jullie gaan er met gestrekt been in. Gaat de FNV deze kabinetsperiode vaak de straat op?
Elzinga: „Dat hangt van de concrete maatregelen af. Maar die bezuinigingen op rijksambtenaren, daar zie ik een lange strijd voor me. Als er zoveel mensen wegmoeten op ministeries en hun lonen worden bevroren… Dat is de bijl aan de wortel van de vrije loononderhandelingen en een oorlogsverklaring aan de vakbond.”
Jong: „Ik heb het vertrouwen dat ik op het gebied van sociale zekerheid nu veel mensen in beweging krijg. Wat er nu gebeurt, is een aanslag op onze verzorgingsstaat. Het inkorten van de WW-uitkering laten wij niet over onze kant gaan. Als ik ergens het Malieveld mee vol krijg, is dat het wel. Ik weet het zeker: dit wordt ons finest hour.”