Urnen met as van Auschwitz-slachtoffers zijn over de hele wereld verspreid geraakt, dat ‘was blijkbaar gewoon’

Urnen met as van Joodse slachtoffers uit de nazivernietigingskampen Auschwitz-Birkenau en Majdanek zijn over de hele wereld verspreid geraakt. „Het gaat om meer dan 800 urnen, 120 uit Majdanek en ruim 700 uit Auschwitz-Birkenau”, zegt de Poolse Zuzanna Dziuban, gespecialiseerd in cultuurstudies en tijdelijk verbonden aan de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen (ÖAW) in Wenen.

De afgelopen jaren heeft ze onderzoek gedaan naar de verspreiding van de urnen en hun inhoud. Zo beschrijft ze samen met Ran Zwigenberg (Penn State University) in een onlangs verschenen open access-artikel in Eastern European Holocaust Studies hoe zeven as-urnen zijn terechtgekomen in Japan, onder andere in Hiroshima.

Waarschijnlijk weten velen niet dat as van nazislachtoffers in urnen verspreid is. Ik hoorde er ook pas van toen iemand mij over uw onderzoek vertelde.

„Ook ik wist er lang niets van. Acht jaar geleden had ik Rob van der Laarse, hoogleraar erfgoedstudies aan de Universiteit van Amsterdam, horen vertellen dat in de jaren vijftig een groep Nederlandse voormalige politieke gevangenen een urn met as uit Auschwitz-Birkenau naar Nederland had meegenomen. Toen ik enkele jaren later in een artikel van Ran Zwigenberg las dat Japanse vredesactivisten in 1963 een zelfde soort urn naar Japan hadden gebracht, drong het ineens tot me door: dit is dus vaker gebeurd, dit was blijkbaar gewoon. Dat is het moment dat ik besloot om naar de archieven van Majdanek en Auschwitz-Birkenau te gaan.”

En wat heeft u ontdekt?

„In 1947 nam het Poolse parlement een wet aan die van Auschwitz-Birkenau en Majdanek herdenkingsplaatsen maakte van het ‘Martelaarschap van de Poolse Natie en andere naties’ – voor altijd. De Joodse identiteit van de slachtoffers werd vanaf het begin uitgewist. De verbrande resten van slachtoffers werden kort na de oorlog ook nog eens door de lokale bevolking geplunderd of als mest gebruikt. Later werd de as beschermd en verzameld.

„Al vanaf 1945 zijn de verbrande resten als herdenkingsmateriaal gegeven aan scholen, kerken, fabrieken, individuen en herdenkingsplaatsen in Polen. Soms in dozen en zakken, en later in speciale urnen. Daarbij werd benadrukt dat de slachtoffers Pools waren.

„Later gingen de nationale musea van Auschwitz-Birkenau en Majdanek ook aan internationale groepen en instituten as-urnen geven. Zo zijn urnen ook terechtgekomen in Canada, Zuid-Afrika en Latijns-Amerika. Op speciale certificaten werd benadrukt dat het ging om slachtoffers van de internationale strijd tegen fascisme. Rond 2007 zijn ze gestopt met de verspreiding van de urnen, omdat steeds meer Joodse organisaties bezwaar begonnen te maken en de musea geen controverses wilden.”

Ik woon en werk zelf al twaalf jaar in het buitenland. Dat heeft me veel stress en angst bespaard

Toen Zuzanna Dziuban met haar onderzoek begon, was in Polen de conservatief-nationalistische PiS aan de macht. Zij beschouwden de Polen alleen als helden en slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, ze verboden te spreken van ‘Poolse concentratiekampen’ en wilden niets horen van Pools antisemitisme vóór, tijdens en na de oorlog.

Leverde dat politieke klimaat nog problemen op bij uw onderzoek?

„Ik woon en werk zelf al twaalf jaar in het buitenland. Dat heeft me veel stress en angst bespaard die mijn collega’s in Polen wel hebben ervaren. In het begin waren archieven in Polen huiverig om mee te werken, omdat omgaan met menselijke resten altijd voor controverses zorgt, maar uiteindelijk gaven ze me gewoon toegang tot hun documenten. Overigens wilden ook de regeringen vóór PiS niets weten van Pools antisemitisme.”

Volgens de Poolse wet is en blijft alles wat in de vroegere concentratiekampen wordt gevonden Pools bezit. Vallen de verbrande resten van de vermoorde Joden daar niet onder? Want de urnen met as weggegeven.

„Klopt. Dat roept vragen op over eigendom en menselijkheid van menselijke resten. En ook over de status van gecremeerde resten: of ze ook als dode lichamen worden beschouwd. Dat besef drong tot me door toen ik in 2011 met een archeoloog over de resten van het vroegere concentratiekamp Chelmno liep. De grond was bezaaid met kleine witte steentjes. Op een gegeven ogenblik knielde ik neer. De archeoloog kwam erbij, legde een steentje in mijn hand en zei: ‘Dat is een stukje oogkas.’ Ik was gechoqueerd, maar tegelijkertijd was het een vormende ervaring. Sindsdien ben ik verslaafd aan onderzoek naar hoe we met menselijke resten uit de Holocaust omgaan.”

Pas sinds 2017 is er een bindende richtlijn dat ook asresten als een lichaam moeten worden gezien

Wat heeft u met het botje gedaan?

„Ik heb een kuiltje gegraven en het begraven.”

Ook Joodse organisaties hebben urnen gehaald en gekregen. Het Nederlands Auschwitz Comité heeft in 1955 een urn mee naar Nederland gebracht, die nu onder het Auschwitz-monument in Amsterdam ligt. Ook in Israël zijn dergelijke urnen, en in het United States Holocaust Memorial Museum.

Is dat niet vreemd? Want volgens de halacha, de Joodse religieuze wet, mogen de laatste rustplaatsen van de doden niet verstoord worden.

„De halacha had lang betrekking op lichamen en verbood crematie. Veel nabestaanden en overlevenden hebben na de oorlog in de kampen toch asresten verzameld om hun doden te beschermen en herdenken. Simon Wiesenthal heeft het ook gedaan: in 1949 is hij namens Oostenrijkse Joodse overlevenden met dertig urnen in een glazen kist naar Israël gegaan, om die in een door hemzelf ontworpen herdenkingsruimte te begraven.

„Maar Israël had geen belangstelling voor zijn herdenkingsplaats. Wiesenthal heeft daarna nooit meer iets ontworpen. Rabbijnen hebben vervolgens jarenlang gediscussieerd over hoe er met asresten moet worden omgegaan. De meesten waren tegen verstoring, maar pas sinds 2017, met het Wenen Protocol geschreven door rabbijn Joseph Polak, is er een bindende richtlijn dat ook asresten als een lichaam moeten worden gezien en niet verstoord moeten worden.”

Hoe kijkt u aan tegen de verspreiding van de urnen door de musea van Auschwitz-Birkenau en Majdanek?

„Het droeg bij aan de vorming van Auschwitz als een wereldwijd symbool, dat in de jaren vijftig, zestig en zeventig ook werd gebruikt in de context van andere gevallen van politiek geweld. Hoewel ‘Auschwitz’ ook symbool stond voor de genocide op de Joden, was dat niet de betekenis die door de Poolse staatsmusea aan de urnen werd toegekend. Gereduceerd tot overdraagbare ‘gedenktekens van de dood’ werden de resten ontdaan van hun menselijkheid en identiteit om als object gebruikt te worden.”

Ook in Japan eigende men zich de menselijke resten toe door ze voor eigen politieke doeleinden te gebruiken

Dat is volgens u en Ran Zwigenberg ook met de urnen in Japan gebeurd.

„Ja, ook daar eigende men zich de menselijke resten toe door ze van hun individualiteit te ontdoen en voor eigen politieke doeleinden te gebruiken. Japanse vredesactivisten haalden tussen 1963 en 1972 drie urnen met as naar Hiroshima – in totaal zijn er zeven urnen aan Japan gegeven – waar ze bij een tempel zijn begraven. De Japanse vredesactivisten, met een gebrekkige kennis van de Holocaust, stelden de slachtoffers van de atoombom in Hiroshima en Nagasaki gelijk aan de slachtoffers van de wreedheden die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s waren begaan.”

In jullie artikel las ik dat paus Johannes Paulus II bij zijn bezoek aan Hiroshima in 1992 een van de drie urnen zou hebben gekregen.

„Zeker is dat hij een urn heeft gezegend. We hebben aanwijzingen dat die urn inderdaad na het bezoek is meegegaan naar het Vaticaan en mogelijk een jaar later aan de Stephansdom in Wenen is gegeven. Binnenkort hopen we het zeker te weten.”

U gaat nog verder met onderzoek?

„Ja, als het kan wil ik de reizen van alle urnen achterhalen. We gaan in elk geval de urnen in de VS onderzoeken.”

Tot slot een persoonlijke vraag: heeft u een Joodse achtergrond?

„Nee, ik doe dit onderzoek onder andere als een tegenwicht tegen het overtuigd antisemitisme van mijn grootvader.”