Universiteiten willen minder focus op internationale ranglijsten

Wetenschap Universitaire ranglijsten zijn van „twijfelachtige kwaliteit” en Nederlandse universiteiten gaan er „opportunistisch” mee om.

De Zernike campus van de universiteit Groningen.
De Zernike campus van de universiteit Groningen. Foto: Kees van de Veen

Nederlandse universiteiten moeten meer afstand nemen van internationale ranglijsten die hun prestaties beoordelen. Ze zouden de lijsten op korte termijn al niet meer moeten gebruiken voor evaluatie van onderwijs en onderzoek.

Dat stelt een commissie van experts die in opdracht van de vereniging van Nederlandse universiteiten (UNL) onderzoek deed naar dit soort lijsten. De vereniging zegt in een reactie de aanbevelingen van de commissie „grotendeels” over te zullen nemen.

Ranglijsten van universiteiten, op basis van cijfers over onderzoek en onderwijs, liggen al langer onder vuur omdat ze een eenzijdig kwantitatief beeld geven van de kwaliteit en het karakter van universiteiten of niet transparant genoeg zijn over hun beoordeling. Invloedrijke ranglijsten zijn de Times Higher Education World University Rankings, de QS Word University Rankings en de zogeheten Shanghai Ranking.

Harde conclusies

Universiteiten gebruiken die lijsten nu vooral voor marketing en werving van studenten. Kritiek op de kwaliteit ervan leidde in 2022 tot de instelling van een expertgroep van onderzoekers, beleidsadviseurs en het hoofd marketing van een universiteit. In Het ranken van de universiteit komt die tot harde conclusies over de „twijfelachtige” kwaliteit van de lijsten en de „opportunistische” omgang van universiteiten ermee.

Methodologisch rammelen de ranglijsten volgens het advies omdat ze een „eendimensionale totaalscore” hechten aan onderzoek, onderwijs en andere prestaties van een universiteit, zoals succes op de arbeidsmarkt of het winnen van prijzen. De lijsten „pretenderen ten onrechte de prestaties van een universiteit samen te kunnen samenvatten in één enkel getal”. Keuzes hoe de diverse universitaire taken apart en bij elkaar moeten worden gewogen blijven „arbitrair en betwistbaar”.

Universiteiten gaan bovendien „opportunistisch’’ met de lijsten om. Bestuurders laten zich er kritisch over uit, maar omarmen ze tegelijk voor marketing van hun instelling. Zulk „schipperen tussen afwijzen en meebewegen” is volgens de expertgroep steeds moeilijker te verdedigen.

De lijsten wringen volgens het advies ook met het programma ‘Erkennen en waarderen’, opgezet door UNL, KNAW en andere organisaties. Dat streeft naar een andere, meer kwalitatieve manier van beoordelen van universitair onderwijs en onderzoek. Er is een „serieus risico” dat dit wordt ondermijnd door de nadruk op ranglijsten, aldus het advies.

Transparant

De expertgroep pleit voor een „cultuurverandering” in fasen. Op korte termijn zouden universiteiten de beste ranglijsten nog wel voor marketing mogen gebruiken, maar met vermelding van hun beperkingen en niet meer in evaluaties van onderwijs en onderzoek. Ook moeten de universiteiten transparant zijn over de data die ze aan ranglijsten leveren. Gebruik van ranglijsten door de overheid moet worden ontmoedigd. Het advies noemt het opmerkelijk dat ook politici en beleidsmakers „belangrijke gebruikers” ervan zijn. Ranglijsten die niet transparant zijn over hun aanpak, moeten worden vermeden en op termijn ook geen data meer aangeleverd krijgen. Instellingen moeten dat ook op Europees niveau aankaarten.

De universiteiten nemen deze aanbevelingen „grotendeels” over, aldus de UNL, maar zeggen erbij dat de instellingen zelf het tempo moeten bepalen waarin ze die in de praktijk brengen. De UNL onderstreept ook dat het advies gaat over league tables, die universiteiten als geheel beoordelen. Instellingen kunnen wel gewoon gebruik blijven maken van lijsten die breder zijn opgezet, gericht op een thema of discipline, als die „passen bij de strategie van de universiteit of discipline’’.

Scepsis

Het advies wijst erop dat ook in het buitenland scepsis over de lijsten toeneemt; in China stopten drie universiteiten ermee, in de VS hebben enkele vooraanstaande rechtenopleidingen hun medewerking aan een Amerikaanse lijst opgezegd. De Europese vereniging van universiteiten EUA beraadt zich nog op een uitspraak over de ranglijsten.