Tilburg University en de Radboud Universiteit spannen juridische procedures aan tegen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), wegens de bezuinigingen op het hoger onderwijs. Zij stellen dat minister Eppo Bruins (OCW, NSC) afspraken uit 2022 over extra investeringen in starters- en stimuleringsbeurzen voor jonge wetenschappers verbreekt. Daarmee proberen zij de bezuinigingen alsnog tegen te houden.
Universiteiten van Nederland (UNL), de koepelorganisatie van de universiteiten, maakte dit dinsdagmiddag bekend, meteen nadat de Eerste Kamer had ingestemd met de begroting 2025 van het ministerie van OCW.
De verwachting is dat meer universiteiten naar de rechter zullen stappen om het verbreken van het bestuursakkoord uit 2022 aan te vechten. In dat jaar was door toenmalig onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) toegezegd dat de universiteiten 300 miljoen euro per jaar zouden krijgen om universitair docenten de kans te geven naast hun lestaak ook onderzoek te doen. Dijkgraafs opvolger Bruins zette een streep door die plannen.
Lees ook
Bezuiniging op 1.200 wetenschappelijke banen teruggedraaid ten koste van onderzoeksbeurzen
Volgens eigen zeggen moest hij keuzes maken. In de bezuinigingsplannen van het kabinet, die waren opgenomen in het hoofdlijnenakkoord, stond oorspronkelijk dat er geld voor ‘sectorplannen’ zou worden geschrapt. Dat bleek te gaan om twaalfhonderd universitaire banen. Bruins koos ervoor om in plaats daarvan te bezuinigen op onderzoeksbeurzen. Maar de universiteiten waren inmiddels al begonnen met het toewijzen van de beurzen. Zij beginnen daarom procedures vanwege de lagere bekostiging die zij nu krijgen.
Vertrouwensbreuk
Bruins erkende tijdens het begrotingsdebat dat sprake is van een vertrouwensbreuk met de universiteiten. Toch zet hij de bezuinigingen door. Volgens UNL-voorzitter Caspar van den Berg staat dat toekomstige afspraken tussen universiteiten en de overheid in de weg. „Mocht de minister hier niet op terug willen komen, dan is het oordeel van de rechter nodig om te komen tot herstel van vertrouwen in de overheid.”
Verschillende oppositiepartijen stelden kritische vragen aan de minister over de rechtmatigheid van de bezuinigingen. Onder andere CDA, PvdA, ChristenUnie en CDA wilden weten of hij juridisch advies had ingewonnen over zijn besluit om het bestuursakkoord te verbreken. Daarbij stond vooral de steun van de ChristenUnie en het CDA op het spel. Voor Bruins was die cruciaal om zijn begroting door de Eerste Kamer te krijgen.
Senator Tineke Huizinga-Heringa (ChristenUnie) zei dinsdag voorafgaand aan de stemming over de begroting dat de minister er niet in is geslaagd de twijfel over de rechtmatigheid van de bezuinigingen weg te nemen. Toch vond haar partij dat te weinig reden om tegen te stemmen. Ook het CDA zag „onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat de OCW-begroting onrechtmatig of onuitvoerbaar is”, zei senator Theo Rietkerk. Hij voegde toe dat er altijd nog „reparatie van wetgeving” kan plaatsvinden als de rechter anders oordeelt.
OPNL, GroenLinks-PvdA, D66, Volt, SP en Partij voor de Dieren stemden wel tegen de begroting. Moties om de bezuinigingen te verzachten, haalden het niet.
Lees ook
Geen hamerstuk: veel vragen in Eerste Kamer over de bezuinigingen op onderwijs
