Unilever komt belofte dit keer wel na: ijsjesbedrijf blijft in Nederland

Groot was de teleurstelling bij toenmalig minister Eric Wiebes (VVD, Economische Zaken) toen Unilever in 2020 liet weten zijn hoofdkantoor tóch naar het Verenigd Koninkrijk te verplaatsen. Twee jaar daarvoor nog dacht Nederland, na een lijvige wervingscampagne, beet te hebben. Unilever kondigde toen aan zijn duale structuur te vereenvoudigen door voor één hoofdkantoor te kiezen, in Rotterdam. Daar moest het levensmiddelenconcern op terugkomen, onder druk van Angelsaksische aandeelhouders. Als goedmakertje werd Wiebes een belofte gedaan: als Unilever ooit de voedingsactiviteiten zou afsplitsen, zouden die beslist in Nederland terechtkomen.

Vijf jaar later is het zover en dit keer houdt Unilever wel woord, bleek donderdag. De ijsjesdivisie, bekend van merken als Ola (met onder andere Cornetto en Magnum) en Ben & Jerry’s, wordt via een beursgang verzelfstandigd en krijgt inderdaad een hoofdkantoor in Nederland. Of eigenlijk: houdt het hoofdkantoor hier, want de divisie is al jaren gevestigd in Nederland, eerst in Rotterdam en sinds vorig najaar in Amsterdam.

Daaraan ging, zo schrijft het „verheugde” kabinet donderdag in een reactie, „regelmatig” overleg met Unilever aan vooraf. Huidig minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts (PVV) stelt dat „een belangrijke economische activiteit behouden blijft voor Nederland” en noemt het nieuwe bedrijf „een potentiële top-10-speler binnen de AEX-index”.

Het afgesplitste bedrijf, dat nog geen naam heeft, krijgt namelijk een hoofdnotering aan de Amsterdamse beurs en zal ook worden verhandeld op de beurzen in Londen en New York. Om Nederland en het Verenigd Koninkrijk kon het concern nauwelijks heen, al reageerde Beljaarts’ Britse collega Jonathan Reynolds teleurgesteld. „Ik had graag gezien dat Unilever voor een hoofdnotering in het Verenigd Koninkrijk had gekozen.”

De notering in de Verenigde Staten zou er volgens zakenkrant Financial Times onder meer zijn gekomen na aandringen van de activistische aandeelhouder en commissaris bij Unilever, Nelson Peltz. Unilever zelf houdt het op een technische keuze voor beurzen waarop het nu zelf al genoteerd staat.

In Nederland werken 450 mensen voor de ijstak, op een totaal van 18.000 wereldwijd. Deze divisie leverde 8,3 miljard euro omzet op in 2024.

Inkrimpen voedingstak

Heel verrassend is het nieuws over de beursgang niet. Afgelopen voorjaar liet Unilever al weten de ijsdivisie te willen verzelfstandigen. De vraag was hoe dat ging gebeuren. Het bestuur meldt donderdag te hebben gekeken naar onder meer „opties met het maximale rendement voor aandeelhouders” en „uitvoerbaarheid voor eind 2025”. Maar al eerder meldde Financial Times dat er ook is gepoogd een koper te vinden voor het bedrijfsonderdeel, maar dat dat niet gelukt is.

Dat kan te maken hebben met de reden waarom Unilever de ijsjes van de hand wil doen: het logistieke proces rond de productie is complex. IJsjes moeten gekoeld worden bewaard, in tegenstelling tot veel andere voedselactiviteiten (zoals bij het merk Knorr). Ook is de productie vatbaar voor seizoensgrillen: in een natte lente en zomer wordt er minder ijs verkocht.

Eerder koos Unilever ervoor zich te richten op de dertig sterkste merken die flinke groeipotentie hebben. Dat betekende al het afscheid van een deel van de voedingstak, waarop het bedrijf 1 miljard euro wil besparen. Merken als Unox en Zwan (beide naar Zwanenberg Food Group) evenals Conimex (naar het Finse Paulig) werden vorig jaar al verkocht. Ook De Vegetarische Slager zou in de etalage staan.


Lees ook

Hoe Unilever langzaam afscheid neemt van zijn voedingstak

Hoe Unilever langzaam afscheid neemt van zijn voedingstak

De beursgang van de ijsdivisie verloopt niet volgens een traditioneel patroon waarbij beleggers vooraf kunnen inschrijven. Aandeelhouders van Unilever krijgen evenveel stukken in de ijsjesonderneming als ze nu al aandelen in het Britse levensmiddelenconcern hebben. Ze worden zo in feite gecompenseerd voor het wegvallen van dit deel van de omzet bij het moederbedrijf. De aandelen kunnen vervolgens na notering wel op de beurs worden verhandeld.

Topman van de ijsjes wordt een oude bekende uit het Nederlandse bedrijfsleven: Jean-François van Boxmeer. Die gaf eerder bijna vijftien jaar leiding aan Heineken. Van Boxmeer is momenteel onder meer president-commissaris bij het Britse telecombedrijf Vodafone.

Flink meer marketing

Het nieuws over de beursgang kwam donderdag bij de presentatie van de jaarcijfers van Unilever over 2024. Die vielen beleggers niet mee. De omzet steeg weliswaar met 1,9 procent naar bijna 61 miljard euro, maar de verkoop van producten bleef met een stijging van 4,2 procent achter bij de verwachtingen. De nettowinst lag met 6,4 miljard euro ruim 10 procent lager dan in 2023.

Oorzaak van de achterblijvende verkopen is volgens topman Hein Schumacher te vinden in de teruglopende uitgaven door consumenten. Die zullen nog niet snel aantrekken. „De marktgroei, die in 2024 vertraagde, zal naar verwachting in de eerste helft van 2025 zwak blijven.”

Onder meer de hoge inflatie in Europa en verslechterde economische omstandigheden in China zorgden ervoor dat klanten eerder kozen voor huismerken boven A-merken.

Om de consument terug te winnen investeerde Unilever fors in marketing. De uitgaven daaraan stegen in 2024 met 900 miljoen euro, tegen een toename van 600 miljoen euro in de tweede helft van 2023. Van elke euro die werd verdiend, ging vorig jaar 15 cent op aan marketing. Het budget daarvoor was in de afgelopen tien jaar niet zo hoog als in 2024. Woensdag liet Heineken ook al weten dat het fors meer had moeten investeren in campagnes om klanten terug te winnen.


Lees ook

Premiumpils voor een premiumprijs: met meer marketing weet Heineken duurder bier te verkopen

In 2024 werd er wereldwijd 1,6 procent meer bier van het Heineken-concern verkocht, zo bleek uit de jaarresultaten.