Ultiem gevoel van vrijheid na gevangenschap

Mijn ouders Voor deze serie sturen lezers foto’s van hun ouders in. Deze week:

Foto’s van: Marianne Wieberdink (1950), Amsterdam

Op de foto’s: Ate Wieberdink (1917-2006) en Gisela Wieberdink-Söhnlein (1921-2021)


Foto privé

‘Mijn ouders stonden zelden samen op een foto. Bijna altijd was mijn vader de fotograaf. Deze drie foto’s zijn gemaakt in 1952.

„Elk jaar in de zomer gingen mijn ouders twee weken samen op vakantie. Onze grootouders zorgden dan voor mij en mijn twee zusjes.

„Met hun kano zakten mijn ouders een rivier af. Ergens langs de oever kampeerden zij dan in het wild. Deze foto’s zijn genomen aan de Moezel.

„Zij hadden toen nog geen auto. Ze regelden een vrachtwagenchauffeur die hen, hun kano en bagage meenam.

„Ik vind het heel stoer dat ze dit deden. Mij is het nooit gelukt me elk jaar twee weken aan mijn gezin te onttrekken.

„Hun vakanties samen hebben ook iets met de Tweede Wereldoorlog te maken, denken wij achteraf. Het gaf hun een ultiem gevoel van vrijheid. Mijn moeder heeft twee jaar in Duitse kampen gevangen gezeten. Zij is opgepakt, omdat zij Joodse kinderen naar onderduikadressen bracht. Mijn vader was actief in het studentenverzet in Delft. Hij heeft vier jaar in concentratiekampen doorgebracht.

„Ondanks hun ervaringen in de oorlog zijn ze nooit haatdragend tegenover de Duitse bevolking geweest. Na de oorlog gingen ze al snel weer in Duitsland op vakantie.

„Als gezin gingen wij in de zomervakanties ook altijd kamperen. Trektochten, kanotochten. En dan ook wildkamperen. Campings waren er nog amper in die tijd, luxe kampeerplekken al helemaal niet.”

Dit is deel 1 van een nieuwe rubriek. Foto’s van ouders zijn welkom via [email protected].