‘Uitzendkracht? Zzp’er? Superhelder wordt het nooit’

Het is rustig in het hippe kantoor van Temper, op de vijfde verdieping van een bedrijfsverzamelpand in Amsterdam-West. Woensdag is een thuiswerkdag. De glazen plantenkas die dienst doet als vergaderruimte staat leeg, niemand hangt bellend in de schommelstoel. Temper is een zogenoemd flexplatform; bedrijven plaatsen klussen online, freelancers kunnen daarop reageren.

Donderdag zal het op kantoor drukker zijn, zegt chief executive officer Maarten Zoomers. Dan viert Temper met een borrel de overwinning op FNV en CNV. De vakbonden hadden een rechtszaak aangespannen omdat ze vinden dat de freelancers die via Temper aan hun opdrachten komen geen zelfstandigen zijn, maar uitzendkrachten. De rechter ging daar vorige week niet in mee.

Het was een opvallende uitspraak, die ingaat tegen de juridische trend rondom de gig economy. Eerder was FNV wel succesvol in zaken tegen onder meer maaltijdbezorger Deliveroo, taxiplatform Uber en schoonmaakplatform Helpling. Telkens oordeelden rechters dat de platforms de zzp’ers die ervoor werken in dienst moeten nemen – omdat die zo afhankelijk van die platforms zijn dat je ze geen zelfstandige kunt noemen. Uber en Helpling voeren nog procedures bij de Hoge Raad. Zoomers sprak van een „belangrijke uitspraak” voor het in 2015 opgerichte Temper. Volgens hem is het bevestiging dat het model van het bedrijf bestaansrecht heeft.

Waren jullie verrast, gezien de eerdere uitspraken rond andere platforms?

„Ik denk dat het juridisch een logische uitspraak is. Temper is echt anders dan andere platforms. De rechter heeft het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad langsgelopen. Daarin staan kwalitatieve criteria: kun je je laten vervangen, kun je onderhandelen over je tarief, verloopt de uitbetaling buiten het platform om. Temper noteerde op al die punten plusjes.

„Toch had ik ook rekening gehouden met een keuze voor de middenweg, waarbij per werkende zou moeten worden bekeken hoe diegene zich beweegt in het economische verkeer, hoe ondernemend degene is. Die heterogeniteit van onze 68.000 freeflexers, zoals wij ze noemen, was ook onderdeel van ons verweer: je kan niet voor hen als groep, die in verschillende sectoren en op allerlei manieren werkt via Temper, bepalen dat ze allemaal werknemer zijn.”

Temper is opgericht met het idee dat we het initiatief weer bij de werkende willen leggen

Een derde scenario was ook mogelijk: namelijk dat Temper een uitzendbureau is. Hielden jullie daar rekening mee?

„Stel, deze zaak eindigt bij de Hoge Raad en dat is de conclusie, dan bewegen wij mee. Daarin verschillen we van bijvoorbeeld Deliveroo, dat vanuit het buitenland met een grote oorlogskas naar Nederland kwam en tegen de wet aan is gaan trappen. Wij zijn hier begonnen, en hebben vanaf het begin geprobeerd dat anders te doen. Door in gesprek te gaan met de Belastingdienst over de dienstbetrekking, door samen te werken met FNV Horeca.

„Temper is opgericht met het idee dat we het initiatief weer bij de werkende willen leggen, flexibiliteit en controle aan hen willen geven. Dat mensen hun werk op hun leven kunnen aanpassen, in plaats van andersom. Zeker mensen die in een winkel, bar of distributiecentrum werken, zitten vast aan roosters en hebben niet altijd die mogelijkheid. Op dit moment is werken met zelfstandigen voor ons het beste model gebleken om die flexibiliteit en controle te bieden, maar we zijn er niet mee getrouwd.”

Intussen is een wet op komst die het eenvoudiger moet maken te bepalen of iemand als zelfstandige mag worden ingehuurd, de VBAR. Het moet de wildgroei aan zzp’ers tegengaan. Hoe kijkt u daar tegenaan?

„Ik vind het goed dat duidelijker wordt wanneer iemand kwalificeert als zelfstandige. Ik vraag me alleen af of deze wet de oplossing is.

„Nu heb je drie smaken: een vaste dienstbetrekking, een uitzendcontract en zelfstandigen. Daar zitten grote verschillen tussen, zowel fiscaal als op het gebied van sociale zekerheid. De overheid probeert nu te verduidelijken wie in welke categorie valt. Maar ik denk dat het een illusie is dat je drie superheldere smaken gaat krijgen. In plaats daarvan kun je beter zorgen dat de drie categorieën meer op elkaar gaan lijken qua zekerheid en kosten die erbij komen kijken. Een freelancer wordt dan bijvoorbeeld wat duurder om in te huren. Als je zorgt voor meer gelijke omstandigheden, hoef je mensen niet meer in hokjes te duwen.”

De Belastingdienst heeft, in aanloop naar de nieuwe wet, aangekondigd het moratorium op handhaving van de regels tegen personele schijnconstructies per 2025 op te heffen. Heeft dat voor jullie gevolgen?

„De Belastingdienst zal binnenkort laten weten hoe die gaat handhaven. Het zorgt voor veel onrust en onzekerheid bij mensen die via Temper werken. Ook bedrijven die opdrachten bij ons aanbieden, schieten in de kramp. Vooral omdat ze niet goed weten hoe ze de arbeidsrelaties met freeflexers moeten duiden. Voor Temper heeft de rechter hier nu duiding aan gegeven, waar ook de Belastingdienst zich aan zal moeten conformeren.”

Nederland heeft de huidige 1,4 miljoen zelfstandigen gewoon nodig

Er zijn bedrijven die uit voorzorg helemaal geen zelfstandigen meer inhuren.

„Daar maak ik me zorgen over. We hebben nog steeds een historisch krappe arbeidsmarkt. Nederland heeft de huidige 1,4 miljoen zelfstandigen gewoon nodig om de economie draaiende te houden. Of het er zoveel moeten zijn, is een andere vraag, maar een groot deel wil helemaal niet in een vast dienstverband. Die gaan we vanaf volgend jaar in onzekerheid storten.

De afgelopen jaren breidde Temper uit naar Engeland en Frankrijk. Vechten jullie daar ook een juridische strijd uit?

„In het Verenigd Koninkrijk heeft platformwerk al echt een duidelijke plek op de arbeidsmarkt. De worker heeft een wettelijke status, tussen de zelfstandige en uitzendkracht in. We groeien daar harder dan in de beginjaren hier. Puur omdat heel veel discussie, angst en onzekerheid die er in Nederland is door een gebrek aan een definitie, daar niet speelt.

„Sinds 2023 zijn we ook in Frankrijk actief. Over die stap was ik behoorlijk sceptisch, het is een sterk vakbondsland. Ik heb een tijdje in de buurt van Parijs gewoond, de trein reed vaker niet dan wel door stakingen. Maar ook in Frankrijk is een speciaal statuut voor platformwerkers gecreëerd; je bent daar auto-entrepreneur. In Engeland hebben we nu wekelijks enkele duizenden actieve freeflexers, in Frankrijk een paar honderd.”

FNV en CNV zeggen in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. Eerder werkte u samen met FNV Horeca. Hoe denkt u nu over de vakbonden?

„Vakbonden vind ik een groot goed. Het is belangrijk dat mensen een stem hebben, en geloof dat een collectief meer kan bereiken dan het individu. Maar in deze zaak heb ik het idee dat de bonden juist het tegengestelde willen bereiken van wat de groep freeflexers echt wil. Zo’n 15.000 Temper-werkers hebben in de procedure aangegeven zich niet door de vakbond te willen laten vertegenwoordigen.

„Ik begrijp dat zo’n bond opereert vanuit de gedachte te kijken naar de bredere arbeidsmarkt, dat hij de positie van arbeiders wil beschermen. Maar dit gaat om een nieuwe generatie, die anders naar werk kijkt. Liever ga ik in gesprek over hoe we de arbeidsmarkt voor hen vormgeven. Het is jammer dat het nu via de rechter moet, want na een hoger beroep volgt waarschijnlijk nog de Hoge Raad. Dan ben je drie jaar verder, en wellicht ingehaald door nieuwe wetgeving. De echte winnaars, en ik gun ze hun droge boterham, zijn hier de advocaten.”