Uitzendbureaus besparen miljoenen door arbeidsmigranten onterecht op staande voet te ontslaan

Hij is een selfmade man die niets cadeau heeft gekregen. In een kwart eeuw heeft Moustafa ‘Moba’ Aoulad ben Arroun (56) een uitzendimperium opgebouwd met kantoren in onder meer Capelle aan den IJssel, Velp, Gorinchem, Amsterdam en Polen. Dagelijks werken zo’n 10.000 mensen via bedrijven die onder zijn uitzendholding vallen. Die hoort volgens vakblad FlexNieuws bij de twintig grootste uitzendbureaus van Nederland.

Arbeidsmigranten uit onder andere Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Polen werken via Aoulad ben Arrouns bedrijven bij de grootste vleesverwerkers van Nederland: Vion (5,3 miljard euro omzet in 2022) en Van Rooi (774 miljoen omzet in 2022). De uitzendbedrijven zijn lid van brancheorganisaties en beschikken over een keurmerk van de uitzendbranche.

Begin 2024 zien inspecteurs van de Arbeidsinspectie een opmerkelijk verschijnsel bij Aoulad ben Arrouns bedrijven: met name buitenlands personeel wordt er op grote schaal op staande voet ontslagen. Waar deze ontslagconstructie normaal gesproken slechts zelden voorkomt, is zij bij deze bedrijven eerder regel dan uitzondering. Ook opmerkelijk: een klein deel van de ontslagen medewerkers komt even later gewoon weer in dienst, zonder zelf te weten dat ze ontslagen zijn.

De Arbeidsinspectie schrijft dat de bedrijven „misbruik” maken van de constructie, om er „financieel voordeel” mee te behalen. Door arbeidscontracten per direct te beëindigen, hoeven ze achterstallig loon en vakantiegeld niet uit te keren. Zo is 1 tot 5 miljoen euro bespaard, schat de Arbeidsinspectie, die eind mei een rapport over de praktijken naar buiten brengt. De uitzendbureaus noemt ze niet bij naam, maar volgens bronnen binnen de inspectie vallen alle bureaus onder Aoulad ben Arrouns holding.

Het rapport brengt de politieke discussie rond arbeidsmigratie in een stroomversnelling. Na de publicatie zegt toenmalig minister Karien van Gennip (CDA, Sociale Zaken) de geopenbaarde misstanden hard te willen aanpakken. „Dit kan echt niet meer”, schrijft ze aan haar ambtenaren. Ze roept de uitzendbranche en de vleessector op het matje en eist maatregelen. Beide bedrijfstakken zeggen een meldpunt voor misstanden toe. Ook komt er een ‘taskforce’ met vertegenwoordigers van overheid en de twee branches, die zal onderzoeken hoe malafide bureaus te bestrijden. Het Rijk wil ook opnieuw een certificeringsplicht voor uitzendbureaus, maar zo’n toelatingsstelsel opzetten duurt nog een aantal jaar.

Zelfregulering ‘werkt niet’

Rond uitzendbureaus die arbeidsmigranten laten werken in onder meer de Nederlandse vleesindustrie, komen geregeld signalen over misstanden naar buiten. Dan gaat het bijvoorbeeld om ontslagconflicten en onderbetaling, maar ook over slechte huisvesting en gebrekkige toegang tot gezondheidszorg. Hoe probeert de overheid die misstanden te bestrijden? En hoe kan het dat dit nauwelijks lijkt te lukken?

De basis voor de huidige problemen ligt in de jaren negentig, als de vergunningplicht voor uitzendbureaus wordt afgeschaft. Die kwam er twee decennia eerder, om sjoemelende ‘koppelbazen’ van legitieme bedrijven te scheiden. Maar dat stelsel blijkt te makkelijk te omzeilen.

Daarna verschuift het accent in de overheidsaanpak – de uitzendbranche moet vooral zichzelf reguleren. Bonden en werkgevers spreken in 1996 af uitzendpersoneel meer rechten te geven. Zo moeten uitzendbureaus en inleners uitzendkrachten bij ziekte doorbetalen en ontvangen ze voortaan bij ontslag een vergoeding.

Aoulad ben Arroun is zoon van een arbeidsmigrant. In de jaren zeventig kwam hij als kleuter met zijn ouders uit Marokko naar het Twentse Haaksbergen. Daar ging zijn vader in een kabelfabriek aan de slag. Zelf begon hij op zijn negentiende als uitbener van varkens in een vleesfabriek in Borculo, vertelt hij op de website van een van zijn bedrijven.

Als hij achtentwintig is, neemt zijn carrière een vlucht: hij wordt mede-eigenaar van een uitzendbureau dat vleesverwerkers voorziet van uitbeners en slagers. Niet lang daarna, in 1999, start Aoulad ben Arroun zijn eerste eigen uitzendbureau, Horizon Meat Services BV. Zijn bedrijf maakt een groeispurt door vanaf 2004, nadat Polen, Letland, Litouwen en later Roemenië toetreden tot de Europese Unie. Hij neemt meerdere uitzendbureaus over.

Aoulad ben Arrouns expansiedrift is exemplarisch voor de arbeidsbemiddeling in de afgelopen twintig jaar. Uitzendbureaus, detacheerders en payrollbedrijven groeien razendsnel. Statistiekbureau CBS telt er vierhonderd in 2004, en bijna twintigduizend vorig jaar. Samen zijn ze goed voor 46,2 miljard euro omzet in 2023. Cijfers van de Kamer van Koophandel, opgevraagd door NRC, tonen ook flinke beweging in de branche: in 2023 waren er bijna zevenhonderd nieuwkomers, terwijl ruim zeshonderd bedrijven stopten.

Zicht houden op deze markt is lastig, zegt zelfstandig arbeidsmarktonderzoeker Peter Donker van Heel, die de positie van uitzendkrachten onderzocht. De handhaving van regels is „enorm verkokerd”, zegt hij. Diverse instanties controleren elk een eigen deelterrein: gemeenten zien toe op de huisvesting van arbeidsmigranten, de Arbeidsinspectie kijkt naar arbeidsverhoudingen en -omstandigheden, de Belastingdienst naar de fiscale administratie. „De regelgeving is enorm complex en niemand overziet het geheel”, aldus Donker van Heel.

En dan kent de branche nog verschillende organisaties en keurmerken. Die passen bij de zelfregulering die de overheid van de bedrijfstak verwacht. Zo geeft het keurmerk van de SNA (Stichting Normering Arbeid) aan dat een uitzendbureau zijn administratie op orde heeft; bij dit keurmerk zijn 4.900 bedrijven aangesloten, die tweemaal per jaar controle krijgen. Een garantie biedt dit keurmerk niet; in 2014 bleek dat de bezitters ervan nauwelijks minder vaak de wet overtraden dan ondernemingen zonder keurmerk. Vakbonden CNV en FNV trokken daarom in 2016 hun handen van het keurmerk af.

Ook uitzendbureaus met een slechte reputatie kunnen in het bezit zijn van een SNA-keurmerk. Zo doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar uitzendbureau RMS Meat (voorheen Reyhan). Dit bedrijf, met SNA-keurmerk actief in de vleesverwerkende industrie, zou 2 miljoen euro aan lonen achterovergedrukt hebben.

„De klungelaars, die pakken we wel, maar de echte boeven richten hun administratie over het algemeen wel goed in”, zegt SNA-voorzitter en burgemeester van Nijmegen Hubert Bruls.

Over de zelfregulering in de branche kan onderzoeker Donker van Heel kort zijn: „Die werkt niet.” De SNA-inspecteurs komen alleen bij de aangesloten bedrijven, zegt hij, terwijl Nederland tienduizenden bedrijven telt die aan arbeidsbemiddeling doen.

De onderzoeker staat niet alleen in zijn kritiek: in 2007 kwam de directeur van brancheorganisatie ABU tot dezelfde conclusie, zei hij destijds tegen Het Financieele Dagblad. Ook de overheid zelf concludeerde onlangs, in de toelichting op het wetsvoorstel dat certificering in de uitzendbranche moet regelen, dat de zelfregulering kwetsbare werknemers „onvoldoende” heeft beschermd.

In 2013 krijgt een uitzendbureau van Aoulad ben Arroun, dat over het SNA-keurmerk beschikt, de Arbeidsinspectie al over de vloer. Een Slowaakse uitbener bij vleesgigant Van Rooi heeft nog bijna 2.400 euro tegoed, blijkt uit een interne rapportage ingezien door NRC. De man is onverwacht teruggereisd naar Slowakije vanwege familieproblemen, en zegt dit netjes gemeld te hebben bij Aoulad ben Arroun.

Maar volgens de directeur van het uitzendbureau klopt dat niet, en is hij zonder iets te zeggen vertrokken. Bij wijze van „schadevergoeding” heeft Aoulad ben Arroun het achterstallige loon niet gestort. De Slowaak „heeft zich nooit bij ons gemeld, niet per mail noch per telefoon”, zegt hij in het gesprek met de inspecteur. Zelf deed hij ook geen poging de man te bereiken. Volgens de inspecteur is de Slowaak helemaal niet onaangekondigd vertrokken. Aoulad ben Arroun krijgt geen boete, maar de inspecteur maant hem het salaris en vakantiegeld alsnog over te maken en waarschuwt dat hij onderzoek zal doen naar andere „beëindigde arbeidscontracten en het niet uitbetaald loon”.

Vestiging van slachterij Vion in Boxtel. Arbeidsmigranten werken via Aoulad ben Arrouns bedrijven bij de grote vleesverwerkers als Vion.
Foto Merlin Daleman

Werknemer is de dupe

In de jaren erop begint het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek naar één van Aoulad ben Arrouns uitzendbureaus. Het OM verdenkt het bureau van arbeidsuitbuiting en valsheid in geschrifte. Maar de beschuldiging van uitbuiting wordt na vier jaar door het OM zelf geseponeerd. En eind vorig jaar tikte de rechter het OM op de vingers: de andere verdenking was zo oud en het belang te beperkt om Aoulad ben Arroun er nog voor te vervolgen. Tot „de avond voor de inhoudelijke behandeling” was onterecht de beschuldiging van arbeidsuitbuiting „blijven hangen boven het hoofd” van Aoulad ben Arroun, schreef de rechter. Het OM heeft de 275.000 euro die Aoulad ben Arroun uitgaf aan advocaten, accountants en reizen vergoed.

Een paar maanden later komt de Arbeidsinspectie de grote aantallen op staande voet ontslagen werknemers bij Aoulad ben Arrouns bedrijven op het spoor. Bij een van de bedrijven wordt tot 80 procent van het vertrekkend personeel op staande voet ontslagen, schrijft de Arbeidsinspectie in het rapport van mei dit jaar. In de hele uitzendbranche kwam dit de afgelopen vier jaar bij minder dan 1 procent van het vertrekkend personeel voor, blijkt uit cijfers over de uitzendbranche die vorige week met de Tweede Kamer zijn gedeeld.

De werknemers zijn de dupe: die bouwen niet de extra rechten op, omdat ze continu in de laagste schaal blijven zitten, schrijft de inspecteur-generaal van de Arbeidsinspectie in een toelichting bij het rapport. Daarnaast vervalt het recht op een uitkering en ligt dakloosheid op de loer – veel arbeidsmigranten huren woonruimte via een uitzendbureau. Soms blijken werknemers het uitzendbureau zelfs geld verschuldigd, omdat ze een vergoeding moeten betalen (om vervanging te regelen), die ten minste gelijk is aan wat ze aan loon tegoed zouden hebben. „Zo komt de eindafrekening uit op nul of is die zelfs negatief”, aldus een bron binnen de inspectie.

Moustafa ‘Moba’ Aoulad ben Arroun.
Foto Merlin Daleman

Moba Aoulad ben Arroun las over het rapport in het nieuws, en dacht dat het wel eens over een van zijn uitzendbureaus kon gaan, vertelt hij op zijn kantoor in Gorinchem: een lichte ruimte met een systeemplafond en grote kamerplanten, aan de rand van een bedrijventerrein. Terwijl een verdieping lager arbeidsmigranten worden ingeschreven, belt de directeur een van zijn managers: „Jarek, kun je even de cijfers komen laten zien?”

Het klopt dat hij de afgelopen jaren duizenden arbeidsmigranten op staande voet heeft ontslagen, zegt Aoulad ben Arroun, maar dat er sprake is van misbruik, bestrijdt hij: de medewerkers vertrokken „met de noorderzon” en hij heeft geen idee waarom.

Businessmanager Jarek Sas klapt zijn laptop open, op het scherm staafdiagrammen van in 2024 uitgestroomd personeel bij een van Aoulad ben Arroun uitzendbureaus. Ook dit jaar ontsloeg de directeur ongeveer een derde van de werknemers van dit bureau op staande voet. Maar hij kan niet anders, zegt hij. „Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan. In de wet staat: geen werk, geen loon.”

Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan

Moba Aoulad ben Arroun

Naar elke werknemer die verdwijnt stuurt Aoulad ben Arroun drie of vier brieven, zegt hij. Als ze na tien dagen niet terug zijn, ontslaat hij ze op staande voet. Per weggelopen kracht kost dat zo’n 2.000 tot 3.000 euro aan misgelopen inkomsten en uitgeleende beschermingsspullen, zegt hij, zoals stalen handschoenen en een schort, die vaak niet worden ingeleverd.

Advocaat Bas Hengstmengel, die gespecialiseerd is in flexibele arbeidsverhoudingen en tien jaar lang cao-controles in de uitzendbranche uitvoerde, vindt Aoulad ben Arrouns lezing weinig plausibel. „Je hebt er als werkgever vooral voordeel van, want je hoeft allerlei afdrachten niet te verrekenen, en ook geen ontslagvergoeding te betalen.”

Hengstmengel erkent dat arbeidsmigranten weliswaar geregeld zomaar vertrekken, maar merkt op dat andere uitzendbureaus de constructie blijkbaar niet zo massaal toepassen. Als onduidelijk is of mensen weer terugkomen, kunnen werkgevers ook een loonstop overwegen, zegt Hengstmengel. „Dat is veel minder ingrijpend.” Ontslag op staande voet is volgens hem alleen voor „extreme gevallen als diefstal of fraude” bedoeld. „Iemand die wordt ontslagen en daarna weer naar het werk komt, past niet in dat beeld.”

Aoulad ben Arroun slaat met zijn hand op tafel. „Als mensen zelf stoppen, hebben ze helemaal geen recht op ontslagvergoeding. Denkt die advocaat dat ik als Al Capone een organisatie leid en elke dag nabel hoeveel mensen op staande voet zijn ontslagen? Hoelang moet zo’n loonstop dan wel niet duren?”

Uitzendverbod

Inmiddels heeft ook de nieuwe minister Eddy van Hijum (NSC, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de publicatie over het ontslag op staande voet aangegrepen om harde maatregelen te eisen, mogelijk zelfs een uitzendverbod voor „probleemsectoren”, zoals de vleessector. „Op een gegeven moment moet je een streep trekken als er geen verbetering in zit”, zei hij deze zomer tegen De Telegraaf. Momenteel wordt onderzocht of zo’n verbod „juridisch” mogelijk is en wat de impact ervan is op de arbeidsmarkt, zegt een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken. In de Nederlandse vleesbranche werken dagelijks 12.000 mensen, van wie 80 procent uit het buitenland komt.

Naast de politiek reageerden ook de uitzend- en vleessector verontwaardigd op het rapport van de Arbeidsinspectie. „Een schande” noemde brancheorganisatie NBBU het. „Onacceptabel!” stond er boven een persbericht van COV, branchevereniging voor werkgevers in de vleesindustrie, waarvoor Aoulad ben Arroun cao-onderhandelingen voert. Hoewel het een van hun eigen leden betreft, zeggen COV en uitzendkoepel NBBU niet te weten om welke uitzendbureaus het gaat.

Ondertussen kijkt ook het huidige kabinet weer vooral naar de branche zelf om misstanden tegen te gaan. Het is de „eigen verantwoordelijkheid” van de sector om mensen goed te behandelen, schreef Van Hijum onlangs aan de Tweede Kamer. Een meldpunt waar misstanden gemeld kunnen worden, is ondergebracht bij vleesgigant Vion. Werkgeversorganisaties en uitzendkoepels moeten via een checklist hun eigen leden vragen of ze hun zaken op orde hebben.

Het nieuwe toelatingsstelsel, dat malafide uitzendbureaus van de markt moet weren, is er voorlopig nog niet. Afgelopen maand informeerde minister Van Hijum de Tweede Kamer dat het stelsel vanwege problemen in de uitvoering voor de tweede keer vertraging heeft opgelopen. Hij verhoogde de boetes en de capaciteit van de Arbeidsinspectie, die er 35 fte bij krijgt – afgelopen jaar telde de inspectie 1.753 voltijdbanen. Ook neemt minister Van Hijum meer tijd om te onderzoeken wanneer het stelsel kan worden ingevoerd. Dat is sowieso niet voor 2026.

De ruim zevenduizend op staande voet ontslagen arbeidsmigranten schieten er weinig mee op. Zij vallen onder het ontslagrecht en daar controleert de Arbeidsinspectie niet op. „Helaas blijkt dat op dit moment geen van de betrokken organisaties bevoegd is om misbruik van ontslag op staande voet aan te pakken”, schreef minister Van Hijum op 12 november aan de Tweede Kamer. Het aanpakken van het misbruik en controleren „van het einde van de arbeidsverhouding op juistheid” zijn niet de taak van de Arbeidsinspectie, UWV of de Belastingdienst, aldus Van Hijum.

De inspectie kan de ontslagen arbeidsmigranten wel naar goede advocaten en een juridisch loket verwijzen, maar vanwege hun precaire situatie maken de arbeidsmigranten zelden de gang naar de rechter.

De Arbeidsinspectie kan nu niet nader ingaan op vragen over de rapportage over het ontslag op staande voet, omdat er nog een onderzoek loopt. Het is nog niet duidelijk welke vervolgstappen worden genomen door de inspectie en andere handhavers, of wat de gevolgen voor de bureaus van Aoulad ben Arroun zijn.