N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
1930-2023 Mary Quants mode definieerde de ‘swinging sixties’: kleurrijk, comfortabel en relatief betaalbaar. Haar naam wordt vooral in één zin genoemd met minirokjes en hotpants.
Mary Quant, de Britse modeontwerpster die de minirok groot maakte, is op 93-jarige leeftijd overleden. Dat melden Britse media donderdag. Ook de hotpants werden dankzij Quant beroemd. De allereerste minirokken en hotpants heeft Quant misschien niet ontworpen, maar ze bracht beide kledingstukken zeker eigenhandig in de mainstream.
Quants mode was het toppunt van de swinging sixties. Met kleurrijke, comfortabele en relatief betaalbare ontwerpen kleedde ze een generatie, schrijft de Britse krant The Guardian. In haar autobiografie schreef ze: „Jonge vrouwen waren klaar met het dragen van dezelfde kleding als hun moeders.”
Barbara Mary Plunket Greene is de volledige naam van Quant. De titel ‘Dame’ kwam daar in 1966 bij, toen ze toetrad tot de Orde van het Britse Rijk vanwege haar verdiensten in de mode. De beroemdheid nam haar titel in ontvangst in een zelfontworpen korte, zandkleurige jurk met blauwe kraag.
Behalve minirokken en hotpants liet Quant gekleurde maillots, jurken met broekzakken en platte schoenen na. Later ontwierp ze ook make-up en huishoudartikelen zoals dekbedovertrekken. Zelf nuanceerde ze overigens haar rol in het ontwerpen van de minirok. „Het is de straat die de minirok heeft bedacht.”
‘De bevrijding is begonnen!’ Dat noteerde de Duitse advocaat Manfred Roeder op 22 augustus 1980 juichend in zijn dagboek. Het was een dodelijk begin, want op deze dag hadden twee leden van de door hem opgerichte Deutsche Aktionsgruppen een asielzoekerscentrum in Hamburg met brandbommen bekogeld. Bij die aanslag kwamen twee Vietnamezen om het leven.
De acties van Roeder – hij noemde zichzelf Reichsverweser (Rijksregent) omdat hij meende dat het Duitse Rijk nooit opgehouden had te bestaan – waren de culminatie van een twee decennia durend radicaliseringsproces binnen de Duitse extreemrechtse gemeenschap. Opvallend genoeg kwam de inspiratie hiervoor deels uit een land dat in 1945 de nazi’s had verslagen: de Verenigde Staten.
Over deze interactie tussen Amerikaanse en Duitse neo-nazi’s schreef Annelotte Janse het proefschrift The Pursuit of ‘White Security’. Transnational entanglements between West German and American right-wing extremists, 1961-1980, waarop ze onlangs aan de Universiteit Utrecht promoveerde. „Veel mensen zijn wel bekend met het geweld in deze periode van linkse Duitse terreurgroepen, maar bijna niemand weet dat neo-nazi’s alleen al in 1980 meer mensen hebben omgebracht dan de Rote Armee Faktion in haar hele bestaan. De politiek en de rechtspraak zijn daar indertijd eigenlijk blind voor geweest: extreemrechtse aanslagen werden gezien als losse incidenten, geen onderdeel van een patroon. Daarom vond ik het belangrijk om onderzoek te doen naar dit fenomeen.”
Waar komt de afbakening van de tijdsperiode 1961-1980 vandaan?
„Het stond voor mij vast dat ik de jaren zeventig wilde behandelen. Daar zag je de opkomst van een vorm van rechts-extremisme zoals dat er sinds 1945 in West-Duitsland niet meer was geweest. Het jaar 1980 was een logische afsluiter omdat toen een aantal grote rechts-extremistische terreurdaden plaatsvonden. Bij een bomaanslag op het Oktoberfest in München kwamen bijvoorbeeld dertien mensen om het leven.
„Ik ben teruggegaan in de tijd op zoek naar een beginpunt van deze ontwikkeling en kwam toen uit bij George Lincoln Rockwell, de Amerikaanse oprichter van de World Union of National Socialists (WUNS) en uitvinder van de kreet White Power. Hij zette begin jaren zestig drie cellen op met West-Duitse neo-nazi’s.
„Die Duitse rechts-extremisten zagen Amerika echt als een baken van hoop. Daar had je freedom of speech, daar mocht je hakenkruizen afdrukken, daar mocht je wapens dragen. Ze zeiden dat ook expliciet in hun geschriften: de sleutel voor wereldwijde verandering ligt in Amerika. De komst van Rockwells WUNS naar Duitsland beschouwden ze als een eerste reddingsboei die werd uitgeworpen. Zijn netwerk verkruimelde echter snel toen hij vermoord werd in 1967.”
Was het rechts-extremisme in Duitsland in deze eerste periode nog vooral op het verleden gericht?
„Ja, ik denk het wel. Het ging om een soort wens om terug te keren naar hoe het was in nazi-Duitsland. Dat veranderde toen in de VS en West-Europa in 1968 een nieuw soort links en extreemlinks activisme ontstond, veelal onder studenten en intellectuelen. Deze mensen werden door extreemrechts gezien als een vijfde colonne van het communisme waartegen verzet moest komen.”
In deze fase spiegelde extreemrechts zich aan extreemlinks, schrijft u.
„Dat klopt. Ze zagen dat links zich intellectueel ontwikkelde en massaal demonstreerde – en dat dit veel mensen aansprak. Met Hitler konden ze natuurlijk niet aankomen, dus er ontstond een soort nieuw-rechts discours dat probeerde een ander verhaal te vertellen, meer op het heden en de toekomst gericht.
„Daarnaast had je de neo-nazi’s die zeiden: wij moeten net als links de straat op om ons te laten zien en om op die manier meer mensen van onze ideeën te overtuigen. Na een paar jaar werd echter duidelijk dat deze route voor extreemrechts in Duitsland nooit succes zou gaan opleveren.”
Toen kwam er een Amerikaan in beeld die al decennialang van grote invloed is op de Duitse gemeenschap van neo-nazi’s, Gary Lauck.
„Inderdaad. Lauck was in 1972 de oprichter van de NSDAP Aufbau- und Auslandsorganisation, een Amerikaanse organisatie die neo-nazi’s in het buitenland – en dan met name Duitsland – te hulp kwam. Hij concludeerde dat de gewapende ondergrondse oorlog zoals links die voerde voor rechts niet ging werken. Lauck drukte daarom eindeloos veel propaganda-kranten en -stickers en smokkelde die via het Verenigd Koninkrijk, België en Denemarken West-Duitsland binnen.
„Deze krant, de NS Kampfruf, werd echt het huisorgaan van de beweging en Laucks aanhangers plakten zijn stickers op gebouwen die iets met Joden te maken hadden: Joodse winkels, Joodse musea en objecten die gerelateerd waren aan de Tweede Wereldoorlog. Dat was allemaal om te laten zien: het nationaal-socialisme is niet dood, wij leven nog en komen terug. Lauck zag dit als een papieren oorlog en noemde zijn drukwerk ‘papieren kogels’.
Was er in deze tijd ook sprake van invloed de andere kant op, van West-Duitsland naar de Verenigde Staten?
„Zeker. In de jaren zestig werd bij George Lincoln Rockwell bijvoorbeeld holocaustontkenning onderdeel van zijn repertoire. Invloed was er ook van Manfred Roeder, de advocaat die de Deutsche Aktionsgruppen opzette. Hij ging op bezoek bij David Duke, de leider van de Ku Klux Klan, en vertelde hem dat juridisch gezien het Derde Rijk van Adolf Hitler nog bestond – het idee dat ook de zogenoemde Reichsbürger hebben die in 2022 in Duitsland werden gearresteerd omdat ze een staatsgreep wilden plegen.
„Diverse Amerikaanse neo-nazi’s namen dat verhaal in de jaren tachtig over en zeiden: Roeder is de waarnemer van admiraal Dönitz, de man die in 1945 voor korte tijd Hitler was opgevolgd als staatshoofd. Roeder schreef ook brieven aan Dönitz om zijn lezing van de geschiedenis bevestigd te krijgen, maar hij ving bot.”
Met het optreden van Roeder en de zijnen brak er een nieuwe, gewelddadige fase aan voor extreemrechts in Duitsland. Waardoor kwam dat?
„Dat ging geleidelijk. Het gebeurde in een context waarbinnen asiel steeds hoger op de binnenlandse politieke agenda kwam te staan. De vermeende dreiging van Überfremdung – het overspoeld worden door buitenlanders – kwam ook steeds terug in de media. Roeder haakte daar slim op in. Hij kwam net terug van twee jaar in de VS en zei: wat je daar hebt, die rassenvermenging, dat gaan we hier ook krijgen.
„Omdat hij een tijdje weg was geweest uit Duitsland moest hij opnieuw zijn naam vestigen binnen de scene van de neo-nazi’s. Dat deed hij door te overtoepen, door de meest extreme taal van allemaal uit te slaan. In 1977 concludeerde hij: terrorisme is onze enige hoop.
„Door de maatschappelijke context van die tijd lukte het hem de leden van de DA steeds verder te radicaliseren: wat begon met kleine aanslagen eindigde in 1980 dus met de moordaanslag op een asielzoekerscentrum in Hamburg. Voor zijn betrokkenheid hierbij word Roeder veroordeeld tot dertien jaar cel.”
Het is altijd oppassen met het aanwijzen van parallellen tussen verleden en heden, maar anno 2024 is er ook sprake van een hoog oplopende discussie over asielzoekers en een opmars van radicaal- en extreemrechts, net zoals in de jaren 70 en 80. Daar heeft u vast over nagedacht tijdens uw onderzoek.
„Zeker, continu. Duitsland is de afgelopen jaren herhaaldelijk getuige geweest van antisemitisch en racistisch geweld. Het is veel normaler geworden om over het voortbestaan van de witte beschaving, de witte cultuur, de westerse cultuur te spreken. Dat idee dat de ‘witte veiligheid’ in het geding is, ligt inmiddels veel ondieper onder het oppervlak dan in de periode die ik heb onderzocht.”
Wat extreemrechts dus niet lukte met stickers en brandbommen, lukt nu wel. Hoe komt dat?
„Daar zijn meerdere verklaringen voor. Ten eerste is het taboe verdwenen om Duitse daden in de Tweede Wereldoorlog te relativeren. Daarnaast heb je de meer traditionele rechtse, liberale partijen die misschien niet meegaan in het schema van wit versus niet-wit, maar die wel vinden dat migratie een probleem is.
„Als ik ergens van geschrokken ben tijdens mijn onderzoek, dan is het wel dat de Duitse overheid in al die decennia nooit echt zijn best heeft gedaan om de rabiate, racistische taal en daden van extreemrechts écht systematisch aan te pakken. Van die laksheid plukken ze nu de wrange vruchten.”
Op drie videoschermen tegelijkertijd was vrijdag in de rechtszaal in Avignon te zien hoe Gisèle Pelicot naakt op bed lag zonder te reageren op aanrakingen en zelfs penetratie door steeds weer andere mannen. Vijf van die mannen, schreef The New York Times, stopten hun penis in haar slap openhangende mond. Het geluid van haar gesnurk, schreef die krant ook, vulde de rechtszaal. De filmpjes werden getoond op uitdrukkelijk verzoek van Gisèle Pelicot zelf, als onbetwistbaar bewijs dat ze is verkracht.
Zo’n vijftig mannen worden beschuldigd van verkrachting van Gisèle Pelicot (nu 72), op uitnodiging van haar echtgenoot Dominique Pelicot (71), bij hen thuis in Mazan, Zuid-Frankrijk. Speciaal daartoe drogeerde hij haar bijna tien jaar lang regelmatig, zonder dat zij dat wist, heeft hij bekend. De echtgenoot filmde en fotografeerde de verkrachtingen; met dat bewijsmateriaal zijn vijftig van de daders opgespoord. Er zijn er nog tientallen niet gevonden.
De zaak is zo spectaculair verbijsterend dat je makkelijk zou kunnen denken dat die uniek is. Maar een van de beschuldigde mannen, koeltechnicus Thierry P. (61), vertelde in de rechtszaal dat hij in de dertig jaar dat hij aan partnerruil deed nog minstens drie keer door andere mannen was uitgenodigd om seks te hebben met hun slapende echtgenotes. Slechts één van die vrouwen was wakker geworden. Thierry P. zei dat hij de heer Pelicot vertrouwde omdat het meestal de man is die de ‘partnerruil’ organiseert. (Niet dat hier sprake was van vrijwillige partnerruil uiteraard, zoals de advocaat van Gisèle Pelicot tijdens de rechtszaak nog maar eens benadrukte.)
Een andere beschuldigde man, Jean Pierre M. (63), vertelde dat hij volgens de instructies van Dominique Pelicot ook zijn eigen vrouw was gaan drogeren om haar samen met hem te verkrachten.
Geen aangifte
Verkrachting van gedrogeerde, slapende vrouwen (het zijn meestal vrouwen) is een onderschat probleem, al zijn er geen exacte cijfers van bekend. Dat schreven Italiaanse onderzoekers in 2019 in het wetenschappelijke tijdschrift European Review for Medical and Pharmacological Sciences. Deels komt het gebrek aan cijfers doordat slachtoffers van verkrachting vaak geen aangifte doen omdat ze zich schamen of omdat ze geen vertrouwen hebben in het rechtssysteem. Dat laatste is niet zo vreemd: ook in Nederland worden verkrachters zelden bestraft.
In 2011 schreef het United Nations Office on Drugs and Crime dat minder dan één op de vijf verkrachtingen gemeld wordt bij politie en justitie, en dat dat bij Drug Facilitated Sexual Assault (DFSA), zoals de vakterm luidt, nog minder zal zijn. Onder -DFSA vallen alle verkrachtingen van mensen die zodanig verdoofd zijn door alcohol of drugs dat ze zich niet meer kunnen verweren en geen toestemming hebben kunnen geven voor seksuele handelingen.
Lees ook
Verkrachtingsslachtoffer Gisèle Pelicot (71) weigert zich te verbergen
Dat die verkrachtingen nog minder gemeld worden, komt ook doordat slachtoffers van DFSA de verkrachting niet altijd meekrijgen of onthouden. Gisèle Pelicot wist van niets, tot haar echtgenoot in november 2020 gearresteerd werd omdat hij in een supermarkt een vrouw onder de rok fotografeerde, waarna de politie bij hem thuis beeldmateriaal van de verkrachting van zijn echtgenote op zijn computer aantrof. Voor dat gebeurde, was Gisèle Pelicot bang dat haar geheugenproblemen op een hersentumor of beginnende alzheimer duidden, maar het waren bijwerkingen van de slaapmiddelen die hij stiekem door haar eten en drinken deed.
Het is onbekend hoe vaak mensen gedrogeerd worden met het doel om hen te verkrachten of aan te bieden als object van verkrachting. Maar de meeste vrouwen zullen weleens gewaarschuwd zijn voor vreemden die in de kroeg een verdovend middel in hun drankje doen (‘spiking’) om hen daarna thuis te verkrachten. Dat klinkt inmiddels als zo’n clichéverhaal dat je bijna zou vergeten dat het daadwerkelijk kan gebeuren.
Net als bij verkrachtingen waar geen drugs in het spel zijn, zijn daders van DFSA niet altijd onbekenden van het slachtoffer. Eind 2023 werd de Franse senator Joël Guerriau (66) gearresteerd omdat hij, bij hem thuis, XTC in het glas champagne van Assemblée Nationale-lid Sandrine Josso (49) zou hebben gedaan, met als kennelijk doel haar te verkrachten. Ze werd onwel nadat ze ervan had gedronken en vertrok, waarna de stof in haar bloed werd aangetoond. Zij beschouwde Guerriau al tien jaar als een vriend.
Alcohol is de meest gebruikte verkrachtingsdrug, want legaal en goedkoop
Alcohol
Xtc klinkt misschien niet direct als een date rape drug; wat dat betreft zijn partydrug ghb en slaapmiddel rohypnol bekender. Maar dat toont vooral hoe weinig bekend -DFSA is, schrijven de Italiaanse onderzoekers, want er worden tientallen middelen voor gebruikt. Allemaal onderdrukken ze de werking van het centraal zenuwstelsel: slaapmiddelen, kalmerende middelen, antidepressiva, spierverslappers, pijnstillers en recreatiedrugs als ketamine, wiet en xtc.
Alcohol is trouwens zelf de meest gebruikte verkrachtingsdrug, want legaal en goedkoop – én het is meestal niet nodig om iemand te dwingen tot consumptie, schrijven de Italiaanse onderzoekers droogjes. Vaak worden andere verdovende middelen toegediend in combinatie met alcohol. De meeste ervan zijn kleur-, geur- en smaakloos als je ze in een drankje oplost. Aan rohypnol wordt door fabrikant Roche een blauwe kleurstof toegevoegd sinds bekend is dat het voor date rapes wordt gebruikt (maar wie kwaad wil kan nog aan kleurloze rohypnol komen). Het is onduidelijk of Dominique Pelicot zijn vrouw ooit rohypnol heeft gegeven, maar zij kreeg wel ooit een biertje van hem dat mintgroen oplichtte. Hij spoelde het door de gootsteen.
Aantonen dat iemand gedrogeerd is voor een verkrachting, is niet eenvoudig. De slachtoffers weten het niet altijd en drugs verdwijnen binnen een of enkele dagen weer uit het lichaam. Het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht in 2011 135 bloed- en urinemonsters uit verkrachtingszaken waarvan vermoed werd dat sprake was van DFSA. De slachtoffers waren vrijwel allemaal vrouwen (94 procent) met een gemiddelde leeftijd van 25, maar er zat ook een kind van 4 en iemand van 69 bij. Alcohol was veruit de meest voorkomende drug: het werd bij bijna de helft aangetroffen, gemiddeld in zeer hoge concentraties, en regelmatig in combinatie met andere stoffen, zoals slaapmiddelen en pijnstillers. Bij een kwart werden geen drugs aangetroffen, maar dat betekent niet dat die niet al uit het lichaam verdwenen waren, waarschuwden de onderzoekers.
Zaterdag liepen in Mazan honderden mensen mee in een stille tocht om Gisèle Pelicot te steunen. De rechtszaak loopt nog zeker tot december.
Hoe kreeg een Amerikaanse wiskundige die staande houdt dat Trump in 2020 de verkiezingen won, invloed op het Nederlandse stikstofdebat? Met twijfel als wapen voorkwamen hij en andere belangenwetenschappers dat de overheid ingreep in het stikstofdossier. Een reconstructie.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].