Uitgeprocedeerd? Deze ngo belooft je duizenden euro’s als je vertrekt

„We hebben geld voor je geregeld, het is best wel wat”, zegt een jonge vrouw tegen een afgewezen asielzoeker. De Libiër, 34 jaar oud, krullen en een modieuze bril, zit in een vergaderruimte die uit een woontijdschrift lijkt te komen, met een betonnen gietvloer en kamerplanten in grote potten. Door de hoge ramen kijkt de afgewezen asielzoeker uit over het IJ in Amsterdam, de stad waar hij al meer dan tien jaar van adres naar adres trekt.

De Nederlandse overheid wil dat de Libiër vertrekt. Maar omdat het te gevaarlijk is, kan hij niet gedwongen worden. Nu staat de man toch op het punt terug te keren. Hij gaat vrijwillig. Stichting Goedwerk, die met overheidssubsidie mensen laat vertrekken, heeft beloofd hem te helpen daar een nieuw leven op te bouwen.

Nog één keer voor zijn voorgenomen vertrek komt hij dit voorjaar langs op het kantoor. De begeleider van Goedwerk vertelt hem daar hoe het zal gaan: als hij naar Tripoli vertrekt, zal hij 3.000 euro meekrijgen. Goedwerk zal bovendien twee auto’s voor hem in een container naar Libië verschepen. „Ik ga met een shipping company bellen”, zegt ze.

De Libiër vertrouwt het niet. „Jij werkt voor de overheid”, zegt hij argwanend – hun stekelige conversatie is te horen op een opname van het gesprek waarover NRC beschikt.

„Nee, we zijn geen overheidsorganisatie”, zegt de terugkeerbegeleider. „Ik heb daar niks mee van doen.”

De man is nog niet overtuigd. Hij vraagt zich af hoe hij met het geld op zak Libië binnenkomt; het land verkeert in chaos met hevige gewapende conflicten. Zodra hij in Tripoli landt zal hij onveilig zijn, legt hij haar in het Engels uit. De vliegvelden worden bewaakt door gewapende groeperingen en de geheime dienst.

De begeleider van Goedwerk zegt dat het andere terugkeerders ook is gelukt. „We zijn op een punt dat we niet meer heen en weer moeten gaan.”

Zijn vlucht is al voor hem geboekt. Eind mei zal hij vertrekken.

Terugkeer en vertrek

Hoe beweeg je iemand terug te gaan naar het land waar hij juist vandaan is gevlucht?

Jaarlijks wijst Nederland zo’n tienduizend asielverzoeken af, maar daarmee zijn de asielzoekers nog niet vertrokken. Veel mensen kunnen niet tot terugkeer worden gedwongen, omdat hun herkomstland daar niet aan meewerkt of omdat het te gevaarlijk is. De Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) van het ministerie van Justitie en Veiligheid probeert afgewezen asielzoekers daarom steeds vaker vrijwillig te laten terugkeren. De meeste vertrekkers worden volgens de jaarcijfers van de dienst niet opgepakt en op het vliegtuig gezet, maar besluiten om zelf te gaan.

Bij vrijwillig vertrek krijgt de DT&V hulp van een aantal ngo’s. Organisaties als Vluchtelingenwerk ondersteunen asielzoekers met overheidsgeld bij hun terugkeer. Er gaat jaarlijks 3,4 miljoen euro subsidie naar zes stichtingen om migranten te laten vertrekken.

De kamer van Abrha in AZC Zweeloo te Aalden.
Foto Kees van de Veen

Een van deze ngo’s onderscheidt zich van de rest: Goedwerk helpt mensen die al vele jaren illegaal in Nederland zijn terug te keren naar alle landen – óók gevaarlijke. De landen waar de Nederlandse staat op last van de rechter geen mensen gedwongen naar mag terugsturen, noemt Goedwerk juist haar ‘focuslanden’. In 2023, twee jaar na de machtsovername van de Taliban, begeleidde de stichting de meeste van haar teruggekeerde cliënten naar Afghanistan. Erna volgen Syrië, Libië en Ethiopië.

Zo gebruikt de overheid de stichting om asielzoekers, die ze zelf niet kan uitzetten, alsnog te laten vertrekken. Daar heeft Goedwerk haar eigen methodes voor. Migranten worden verleid met duizenden euro’s. Wie daar niet voor zwicht, kan onder druk worden gezet. Dat vertellen zestien voormalige cliënten van Goedwerk aan NRC. Om hun verhalen te verifiëren sprak NRC met oud-medewerkers van Goedwerk en tientallen andere betrokkenen, zoals ambtenaren, advocaten en hulpverleners. Ook beschikt de krant over interne documenten, communicatie en opnames.

Wáár kloppen afgewezen asielzoekers eigenlijk aan? Bij een stichting die het beste met ze voor heeft, of bij het verlengstuk van de uitzetdienst DT&V?

‘Asielzoekers schamen zich’

Op een warme zomerdag zet Elias Brhane koffie in het kantoor van zijn pakketloods in de Bijlmer. Door het open raam klinken rammelende laadkarren en dichtslaande deuren van pakketbussen. Zijn bedrijf bezorgt een aanzienlijk deel van de pakketten in de stad waar hij in 1978 als Ethiopische vluchteling arriveerde. „Amsterdam Centraal is ook mijn slaapplek geweest”, zegt hij. Brhane kreeg een verblijfsvergunning en is inmiddels succesvol ondernemer, gekleed in een colbert met een fleurig pochet. In 2014 begon hij Stichting Goedwerk, omdat hij „met leed” aanzag hoe zwaar het leven is voor vluchtelingen die niet mogen blijven. Hij wil ze belangeloos helpen, zegt hij. „Ik ontvang geen salaris van Goedwerk.” (Gevraagd naar een onderbouwing van deze claim laat Brhane documenten zien, maar die bieden geen uitsluitsel over zijn honorarium.)

Volgens Brhane durven uitgeprocedeerden vaak niet terug omdat ze zich schamen. „Hun familie heeft verwachtingen, die denkt dat iedereen in Europa rijk is. Terwijl de asielzoekers vaak terugkeren met weinig.”

Geld is dus een belangrijk middel om uitgeprocedeerde asielzoekers te verleiden terug te keren. Voor de bedragen die overheidsdienst DT&V daarbij vergoedt, gelden strenge voorwaarden. Het maximumbedrag is 1.800 euro. Daarvan is 300 euro cash, de rest moet aan spullen worden uitgegeven. Maar terugkeer-ngo’s zoals Goedwerk mogen meer geld regelen. Voor die „extra prikkel om vrijwillig terug te keren”, zo schrijft de DT&V, heeft de dienst geen maximum vastgelegd. Een ngo kan, anders dan de terugkeerder zelf, aanspraak maken op die ‘extra prikkel’. Met dat geld zorgt Goedwerk bijvoorbeeld dat terugkeerders in nieuwe kleding hun familie in de armen kunnen sluiten. Brhane vertelt over een man met rotte tanden die zijn familie ‘niet onder ogen durfde te komen’. Goedwerk regelde een nieuw gebit voor hem. „Nu gaat hij met een big smile terug.”

Ook helpt Goedwerk met het starten van bedrijven. Brhane schuift een foto over tafel waar een vrouw met een grote glimlach op staat. Ze staat in een winkeltje met portretfoto’s aan de muur. Ze keerde met de hulp van Goedwerk terug naar Ethiopië. „Ik vroeg haar wat ze écht wilde”, zegt Brhane. Dat bleek een fotostudio. „Ik zei haar dat haar gedachten haar in de weg zitten. Of je hier bent, of je in Ethiopië bent: als je iets wilt bereiken, kán het!”

Met behulp van Goedwerk heeft ze nu haar fotostudio in Ethiopië. „Ze is een krachtige dame geworden”, zegt Brhane. „Mooi om te zien.”

Zestig jaar illegaal

Veel afgewezen asielzoekers willen helemaal niet terug, zegt Marlies Kruyt, die bij het gesprek met Elias Brhane is aangeschoven. Omdat Brhane het druk heeft met zijn pakketbedrijf, heeft zij de dagelijkse leiding in handen en stuurt ze inmiddels vijf medewerkers aan. Eerst moet Goedwerk het vertrouwen winnen van de mensen die bij hen aankloppen, vertelt Kruyt. „We praten over werk, over voetbal. Wij zijn mensen. Elias is Ethiopisch, ik heb veel gereisd in Afrika. Dat zet je in om een band op te bouwen”, zegt ze. „Om vervolgens tot de kern van de situatie te komen.”

Soms duurt dat proces om een band op te bouwen jaren. „Eén man komt hier al tien jaar over de vloer”, zegt Brhane. „Hij eet hier af en toe gewoon een broodje. Als we uit eten gaan met het team van Goedwerk, nemen we hem mee.” De man woont al zestig jaar illegaal in Nederland. Binnenkort zal hij, na jarenlange begeleiding door Goedwerk, daadwerkelijk vertrekken, zegt Brhane. „Hij heeft een proces doorgemaakt en kiest er nu voor om terug te gaan.”

De man die al zestig jaar illegaal in Nederland woont, heet Brahim Aksas. Gekleed in een net colbert komt hij eind mei het Kras-napolsky Hotel aan de Dam binnen. „Ik was hier eerder dan Paradiso”, zegt hij. Hij legt zijn Rayban-zonnebril op tafel en bestelt een biertje. Aksas zegt dat hij dertien jaar oud was toen hij in Nederland arriveerde. Vanuit Parijs had hij de trein gepakt om in Amsterdam een wedstrijd van Ajax te kijken. „Ik besloot nog even te blijven.” Inmiddels is Aksas 74 jaar oud. Hij draagt een Ajax-stropdas.

Ik zit klem. Ik heb geen huis, geen papieren. Op mijn leeftijd! Ik schaam me dood!

Brahim Aksas

„Amsterdam is van mij, ik ken alle straten”, zegt Aksas. „Maar straks ben ik in Marokko. Daar ken ik de straten niet.” Waarom heeft hij dan toch besloten te vertrekken? „Ik zit klem. Ik heb geen huis, geen papieren. Op mijn leeftijd! Ik schaam me dood!”

Uit zijn binnenzak haalt hij een A4’tje. Het is een contract met Goedwerk over zijn aanstaande vertrek. Brahim Aksas zal 11.000 euro contant meekrijgen, staat er. Daarbovenop zal hij maandelijks 375 euro uitgekeerd krijgen over een periode van twee jaar. In totaal zal hij 20.000 euro ontvangen – ‘namens de DT&V en de gemeente Amsterdam’. „In het geval van overlijden”, staat er ook, zal „het resterende bedrag” worden teruggestort. (Amsterdam zou de helft van de vertrekpremie van Aksas betalen, 10.000 euro. De gemeente laat weten gemiddeld tien keer per jaar geld mee te geven aan vertrekkende migranten.)

Brahim Aksas gaat naar Nador, heeft hij besloten. Hij wijst de kuststad in het noordoosten van Marokko aan op de kaart. Hij kent er niemand, heeft er geen familie. Naar eigen zeggen is hij zelfs nog nooit in Marokko geweest. Waarom dan naar Nador? Omdat het dicht bij de Spaanse enclave Melilla ligt. „Dicht bij Europa”, zegt hij. „Als ik ziek word, hoop ik dat ik daar naar het ziekenhuis mag.”

Zijn vliegtuig vertrekt over vier dagen.

Maar nadat hij een paar dagen terug de laatste details over zijn vertrek te horen kreeg, is hij gaan twijfelen. De DT&V wil hem laten escorteren, er zullen in totaal drie mensen met hem meereizen. „Alsof ze een crimineel uitzetten!”, zegt hij.

Aksas pakt er een foto bij van het kerstdiner van Goedwerk. De begeleiders van Goedwerk zitten om tafel in een Italiaans restaurant. Elias Brhane zit aan het hoofd. Naast hem zit een lachende Brahim Aksas. „Ik ben al jaren de enige cliënt die mee uit eten mag. Maar blijkbaar vertrouwen ze me niet. Als Elias me als een crimineel ziet, wat doe ik dan naast hem aan het kerstdiner?”

Vijftig euro over tafel

De afgewezen asielzoekers die NRC sprak, vertellen hoe amicaal gesprekken bij Goedwerk zijn. Voor een afspraak hoef je niet altijd naar het kantoor te komen. Ze spraken met Goedwerk op een bankje met uitzicht over het water, of tijdens een wandeling rond station Bijlmer. Mahader (37), een vrouw uit Ethiopië, vertelt dat Brhane haar meenam naar een café. Aan de telefoon klinkt haar stem zacht. „Hij vroeg me waarom ik nog op deze manier leefde.” In de kerk heeft ze een man ontmoet die haar terugkeer met enkele duizenden euro’s wilde ondersteunen. „Elias vond dat ik zo’n mooi aanbod niet kon weigeren. Hij zei: je bent de luckiest person in the world!

Mulu (35), ook uit Ethiopië, vertelt dat hij Brhane leerde kennen als gulle man. „We zaten in de Pauluskerk in Rotterdam een kop thee te drinken toen Elias opeens 50 euro over tafel naar mij toe schoof. „‘Hier, dan kun je ook een keer zelf wat gaan drinken’, zei hij”, vertelt Mulu aan de telefoon. „Daardoor dacht ik dat ik bij hem in goede handen was.” Brhane bevestigt dat. Hij geeft cliënten soms ‘een bescheiden ondersteuning’, zegt hij, afkomstig uit ‘privé-middelen’.

Ook de Libiër met de modieuze bril kreeg geld van Elias aangeboden. „Ik zat er zelf bij”, tiert Regina Andresen op een regenachtige ochtend door de lege lobby van een hotel in de Bijlmer. De 75-jarige Duitse vrouw probeert de Libiër al jaren te helpen. Ze ontmoette hem in een werkplaats voor ongedocumenteerden en besloot hem in huis te nemen. Andresen schoof aan bij een gesprek tussen Goedwerk en de Libiër. „Elias zei daar tegen hem: als je teruggaat, geef ik je bovenop het geld dat je van de overheid krijgt, nog vijfhonderd euro uit eigen zak mee”, zegt Andresen. „Welke professionele organisatie doet nou zoiets?”

Tijdens de eerste gesprekken zijn de medewerkers geduldig, meedenkend. Maar als de tijd voorbij tikt, wordt de druk opgevoerd, zo vertellen de afgewezen asielzoekers aan NRC. Als Mahader op een dag wordt uitgenodigd door Elias Brhane, is zijn toon dwingend. „Hij zei: als je niet naar mij luistert, heb je een probleem. Want als Nederlanders erachter komen dat jij hier zonder documenten woont, dan droppen ze je in Ethiopië. Zonder iets.” Brhane ontkent tegenover NRC dit te hebben gezegd.

Maar Mahader is „doodsbang” geworden, zegt ze. „Ik dacht dat ik ieder moment kon worden opgepakt om uitgezet te worden.” Ze verbreekt het contact met Goedwerk en vertrekt in haar eentje naar Ethiopië, ze wil er een restaurantje beginnen.

Regina Andresen voert maar één gesprek bij Goedwerk. Daarna is Andresen, woedend, buiten de deur gezet. Brhane bevestigt dat ze niet meer naar binnen mag. „Zij maakt misbruik van zo’n jongen”, zegt hij. „Deze man wil gewoon terug, maar zij probeert hem hier te houden.” Ook andere ondersteuners worden geweerd bij gesprekken met afgewezen asielzoekers. „Veel van die vrijwilligers proberen mensen klein te houden”, zegt hij. „Ze denken dat ze die mensen helpen door hen hier te houden, terwijl dat niet kan. Ze geven hoop die niet bestaat.”

Abrha uit Ethiopië: „Een taxibedrijf beginnen in Ethiopië terwijl je in een rolstoel zit, leek me erg moeilijk.”
Foto Kees van de Veen

Abrha uit Ethiopië heeft nog altijd de hoop dat hij in Nederland mag blijven. Nadat zijn asielverzoek was afgewezen, is hij in de Rotterdamse Pauluskerk beland, waar Goedwerk op een dag voor de deur stond. Abrha wil niet terug naar Ethiopië. „Het is er gevaarlijk voor mij.” Hij komt uit de regio Tigray, waar in november 2020 een burgeroorlog uitbrak. Goedwerk probeerde hem ervan te overtuigen dat het wel zou meevallen, zegt Abrha. „We hadden elke week een gesprek. Dan zeiden ze dat ze me mijn rijbewijs zouden laten gaan halen en geld zouden geven, zodat ik in Ethiopië een taxibedrijf kon beginnen.”

Een taxibedrijf? „Het was niet mijn idee”, zegt Abrha. „Goedwerk had het bedacht.” Zelf ziet hij een taxibedrijf ook niet zitten. „Een taxibedrijf beginnen in Ethiopië terwijl je in een rolstoel zit, leek me erg moeilijk.”

Als het zomer wordt, is het wat Goedwerk betreft menens. In juli 2020, terwijl de burgeroorlog in Tigray dreigt, krijgt Abrha van Goedwerk een contract met afspraken over zijn terugkeer. De deal, zo staat in het document dat in handen is van NRC: Abrha moet ‘binnen één week’ zijn reisdocumenten aanvragen bij de Ethiopische ambassade. Goedwerk zal ondertussen rijlessen en ‘financiële ondersteuning’ voor hem regelen. Abrha vreest dat de DT&V hem, als hij de reisdocumenten eenmaal in bezit heeft, gedwongen terugstuurt. „De begeleiders van Goedwerk zeiden: doe het nou maar, want als je nu niet vrijwillig gaat, zal de overheid je uitzetten.”

Ook een ambtenaar van de DT&V begint op hem in te praten. „Abrha moést tekenen”, zegt Leonard de Vos, een vrijwilliger die Abrha bijstaat en destijds ook bij het gesprek zat. „Ze zeiden: grijp nu je kans, anders zetten we je uiteindelijk alsnog uit en krijg je helemaal niks meer mee.”

Zo kan een asielzoeker die niet uitzetbaar is, door een samenspel van Goedwerk en de DT&V tóch onder druk worden gezet te vertrekken. Op de vraag of dergelijke dreigementen inderdaad worden geuit, antwoordt de DT&V dat het „transparant communiceert” over de mogelijkheid tot gedwongen uitzetting.

Terugkeren of de straat op

Ook gemeenten werken met Goedwerk om ongedocumenteerde migranten te laten vertrekken. Goedwerk ontvangt jaarlijks een half miljoen euro van Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven om met uitgeprocedeerden in die steden te praten over hun ‘toekomstoriëntatie’. Voor de uitgeprocedeerden is die begeleiding van Goedwerk een voorwaarde om in de gemeentelijke opvang te mogen slapen. Als een uitgeprocedeerde vertelt niet terug te willen, geeft Goedwerk dat door aan de gemeente, waarna diegene op straat kan belanden.

Zo kan Abrha het aanbod van Goedwerk – om terug te gaan naar het land waar hij vandaan is gevlucht – eigenlijk niet afslaan: als hij weigert, zal hij zijn opvangplek kwijtraken. Anderen krijgen hetzelfde te horen. Zoals Mohadu Isham (52), die rondkomt met het verkopen van de Daklozenkrant bij de Albert Heijn in de Amsterdamse Jordaan. Hij komt uit Zuid-Soedan, zegt hij, waar een oorlog en hongersnood is. Hij kan niet worden uitgezet. Toch moet ook Isham met Goedwerk over terugkeer naar Zuid-Soedan praten. Dit jaar meldt Goedwerk aan Amsterdam dat Isham „na veel gesprekken” nog steeds niet wil terugkeren. Isham wordt daarop uit de opvang gezet. Uit het verslag van Goedwerk: „Zijn keuze om ongedocumenteerd in Nederland te blijven is een keuze die hij volledig zelfstandig heeft kunnen maken.”

Zo wordt eten en onderdak ingezet als drukmiddel. Maar één gemeente weigert nog langer Goedwerk in te schakelen. Na een signaal dat er verkeerde informatie over asielzoekers werd doorgegeven aan de DT&V, zette Utrecht in juni de samenwerking stop. Dat blijkt uit intern mailverkeer in bezit van NRC. Een gemeenteambtenaar schrijft dat Elias Brhane „niet de waarheid” heeft gesproken over enkele asielzoekers die door Goedwerk werden begeleid. „Dit soort onbetrouwbaarheid is voor ons onacceptabel”, schrijft de ambtenaar.

Psychiatrische patiënt

Waarom werkt de DT&V eigenlijk met Goedwerk? „We bereiken een moeilijke doelgroep”, zegt Elias Brhane. „We zijn gespecialiseerd in mensen die jaren illegaal in Nederland zijn.” Veel ongedocumenteerden zijn bang voor de overheid, maar durven zich wel bij een ngo voor migranten te melden. Goedwerk laat de DT&V vervolgens weten met wie ze in gesprek zijn en in welke stad zij verblijven, zodat ongedocumenteerden weer bij de autoriteiten in beeld komen.

Om die moeilijke doelgroep te bereiken, zijn „ingangen bij allerlei organisaties en gemeenschappen” cruciaal, zegt Brhane. „Neem mama Agatha. Ze is een big boss in Zuidoost. Soms komt ze met iemand uit Ghana bij ons. Ze krijgt niet betaald, ze doet het werk vanuit haar hart.”

Een paar dagen later gaat de deur open in een appartement waar de gordijnen gesloten zijn. Mama Aga-tha (de bijnaam van geliefde buurtmoeder Agatha Frimpong) placeert het bezoek op de bank en zet de televisie aan. Haar huiskamer hangt vol met portretten van haarzelf in traditionele Ghanese jurken. „Oh, spreken jullie Elias? Kunnen jullie hem vertellen dat hij de telefoon moet opnemen als ik bel?”, zegt ze. De deurbel rinkelt. Er komt een verlegen jonge man binnen, hij stelt zich voor als Philip. Hij moet van Agatha op een stoel aan de rand van haar huiskamer zitten. Philip wil geld. „Ik heb je toch al geld gegeven”, zegt mama Agatha met een luide stem. „Wat heb je daarmee gedaan?” Hij glimlacht verlegen, valt haast in slaap. „Ik betaal het allemaal van mijn pensioen”, zegt mama Agatha.

Philip is verslaafd en komt net uit een ggz-instelling. Binnenkort keert hij terug met Goedwerk, zegt ze. Wil Philip dat zelf ook, terug? Waarom gaat hij? Mama Agatha antwoordt voor hem. „Ja, dat wil hij.” Philip kan amper een woord uitbrengen. Hij grijpt naar zijn hoofd. „Willen jullie ophouden met vragen stellen?”

Het is niet de eerste cliënt met mentale problemen die Goedwerk helpt terug te keren.

Hulpverleners van een psychiatrische instelling in Zwolle kijken vreemd op als in 2022 een van de patiënten bezoek krijgt van Goedwerk. De jonge man uit Syrië zit in psychose, een angstaanval waardoor hij zijn grip op de werkelijkheid is verloren. De psychose versterkt zijn gevoel dat hij weg wil uit Nederland, blijkt uit zijn reclasseringsrapport dat in handen is van NRC. Terwijl de reclassering concludeert dat er geen gesprek met hem is te voeren, werkt Goedwerk met hem aan zijn terugkeer. Goedwerk bezoekt hem volgens bronnen twee keer in de gevangenis en laat hem een contract ondertekenen. De man is handelingsonbekwaam, zijn curator is niet over de gesprekken ingelicht, zo blijkt uit het reclasseringsrapport. Maar Goedwerk heeft al contact met zijn familie in Syrië gelegd. De Syriër heeft een verblijfsvergunning. Als hij vertrekt, raakt hij die kwijt.

Dat iemand onder curatele staat, „wil niet – per definitie – zeggen dat ‘de wil’ dan niet kan worden bepaald”, zegt Goedwerk in een reactie. Een medewerker van de kliniek zou Goedwerk hebben gebeld om met de Syriër over zijn terugkeer te spreken. Maar het reclasseringsrapport wijst op betrokkenheid van de DT&V, die Goedwerk „zeer beperkte” informatie over de man had verschaft. (De Dienst Justitiële Inrichtingen wil niet inhoudelijk op de zaak ingaan. Het zegt geen uitspraken te doen over „privé-contacten” van gedetineerden.)

Vrijwillig terug met vier begeleiders

Brahim Aksas zou volgens de afspraken met Goedwerk inmiddels in het Marokkaanse Nador moeten zijn. Maar op een ochtend in juni komt hij opgewekt de Dam opgelopen. Zijn telefoon gaat. Het is zijn begeleider van Goedwerk, ze klinkt gefrustreerd. Ze wil horen waarom het vertrek niet is doorgegaan.

„Ik ben in de war, maar probeer niet in paniek te raken”, zegt Aksas tegen haar.

De begeleider wil dat hij langs het Marokkaanse consulaat gaat.

„Ik ben gisteren al geweest”, zegt Ak-sas. „Waarom zou ik vandaag weer gaan?”

„Nee, oke”, zegt ze. Aksas zegt haar dat het consulaat niet achter het terugkeerplan stond. „Iedereen vindt het raar.”

„Ik ga niet meer”, zegt hij zodra hij heeft opgehangen. Vlak voor vertrek is hij bij Goedwerk verhaal gaan halen over zijn escorte naar Marokko. In de pakketloods in de Bijlmer sprak Aksas met zijn begeleiders van Goedwerk en Brhane. Ze vertelden hem dat er écht meerdere begeleiders mee moeten in het vliegtuig. „Ik ben boos opgestaan en weggelopen”, zegt Askas. „Op die manier wil ik niet terug.” Brhane is achter hem aangelopen. „Hij was woedend en zei: als je niet meewerkt, word je opgepakt en uitgezet. En dan krijg je niéts meer mee.”

Brhane, in een reactie: „Ik ben inderdaad achter hem aangegaan, heb hem vastgepakt en gezegd: Brahim, effe rustig, doe dit niet. Het consulaat heeft al een laissez-passer [tijdelijk reisdocument, red.] voor jou toegezegd. Dus ze kunnen je dwingen, ze kunnen je vastzetten.”

Dat was niet bedoeld als dreigement, maar als waarschuwing, zegt Brhane. „Sommige regievoerders van de DT&V zijn niet te vertrouwen”. Nog niet zo lang geleden werd een Marokkaanse man uit Rotterdam zomaar opgepakt en uitgezet. „Terwijl wij net een terugkeervergoeding voor hem hadden aangevraagd”, zegt Brhane. „Een gemene streek van de DT&V.”

Het is eigenlijk ook „bullshit”, zegt Brhane, om van ‘vrijwillige’ terugkeer te spreken. „Dat bestaat helemaal niet. Ze noemen het vrijwillige terugkeer, maar indirect worden mensen altijd gedwongen.” Tegelijkertijd houdt hij vol dat Goedwerk nooit een cliënt onder druk zet om te vertrekken.

‘Om de tuin geleid’

Brahim Aksas kwam zo vaak bij Goedwerk over de vloer, dat hij soms hielp met tolken – hij spreekt vijf talen. Zo kreeg hij een paar maanden terug op het kantoor Bilal (34) aan de lijn, die twee jaar geleden met Goedwerk naar Algerije vertrok, maar nooit kreeg wat hem was beloofd, vertelt hij. Aksas heeft zijn nummer nog, en belt Bilal op. Een jongen met een groene pet verschijnt voor de camera. „Ze hebben mij om de tuin geleid”, zegt hij vanuit een huiskamer in Algerije.

Bilal dacht dat hij na terugkomst in Algerije een taxibedrijf zou beginnen en dat Goedwerk hem zou helpen met het kopen van een auto. „Om die reden besloot ik terug te gaan”, zegt hij. Maar eenmaal terug in Algerije, kwam het geld niet. „Ik begrijp niet waarom ze nog geen auto voor mij hebben gekocht”, zegt Bilal.

Beloofde Goedwerk hem een taxi?

Op het kantoor kijken Marlies Kruyt en Elias Brhane elkaar aan. „Ik denk”, zegt Kruyt, „dat dit gaat over ons privéfonds”.

Het geld dat terugkeerders van de overheid meekrijgen, is gebonden aan vastgelegde maximumbedragen. Dat is om te voorkomen dat asielzoekers naar Nederland komen om een vertrekpremie op te strijken. Maar Goedwerk heeft, naast deze terugkeergelden van de overheid, nog een eigen fonds: ‘Fund your future’. Op de website valt te lezen dat het bedoeld is om ‘barrières voor terugkeer zoals stigma en gezichtsverlies te overwinnen’. In het fonds zit volgens Brhane 160.000 euro aan eigen geld. Er worden renteloze leningen mee afgesloten aan terugkeerders. Ze krijgen duizend of tweeduizend euro geleend om een bedrijfje mee te starten. Brhane zegt dat hij het geeft uit pure liefdadigheid. „Als ze het niet terugbetalen, maakt het mij niks uit. Ik heb geld genoeg.”

Maar de leningen worden volgens de oud-cliënten die NRC sprak ook ingezet om terugkeerders over de streep te trekken. Daar heeft Goedwerk een zeker belang bij: de subsidie van de DT&V is afhankelijk van resultaten. Goedwerk moet volgens de afspraken in twee jaar tijd 105 mensen laten vertrekken, blijkt uit een overzicht van de terugkeerdienst. Op dat aantal is de hoogte van de subsidie gebaseerd: zo’n 900.000 euro. Als het target niet wordt gehaald, of als er te veel geld wordt uitgegeven aan de begeleiding van cliënten die uiteindelijk niet terugkeren, kan de DT&V subsidie terugvorderen. Goedwerk is er dus niet bij gebaat dat potentiële terugkeerders zich bedenken.

„In die zin is er een belang”, erkent Marlies Kruyt. „Hoe verwoord ik dit goed? Ik ben projectleider, ik hou de cijfers in de gaten. We hebben budget aangevraagd voor weet-ik-hoeveel mensen. En als dat dan niet ‘lukt’, zeg ik tussen aanhalingstekens, dan is dat jammer, want daar krijg je dan de rekening van.”

Abrha wil niet terug naar de regio Tigray in Ethiopië, waar in 2020 een burgeroorlog uitbrak. „Het is er gevaarlijk voor mij.”
Foto Kees van de Veen

De terugkeerders die NRC sprak, voelen zich door Goedwerk misleid met valse beloftes. Zoals Bilal, die dacht dat hij na terugkeer een taxi zou krijgen. Volgens Goedwerk zit het anders: Bilal zou geholpen worden met het opzetten van een kapperszaak. Toen dat niet van de grond kwam, is er gesproken over geld voor een taxi. Bilal moest in Algerije een tweedehands auto uitzoeken en laten weten wat het zou kosten. „Dan zouden wij kijken wat wij voor hem kunnen betekenen.” Uiteindelijk heeft Bilal het geld nooit gekregen. Volgens Goedwerk vroeg hij om een „te hoog bedrag”.

Mulu, de Ethiopiër die vijftig euro cash over tafel kreeg tijdens een kop thee, keerde in 2020 terug. Een jaar later meldt Goedwerk in haar nieuwsbrief dat Mulu Goedwerk „dankbaar” is. Hij zou zelfs een lening hebben afgeslagen, omdat „anderen het geld beter konden gebruiken”. Vanuit Ethiopië zegt Mulu aan de telefoon dat het in werkelijkheid anders ging. Vóór terugkeer zou Goedwerk hem allerlei hulp hebben toegezegd, zoals een taxi of machine voor een bakkerij. Na terugkeer werd hem duidelijk dat hij dit niet zou krijgen, maar dat hij „een voorstel voor een lening moest doen”. Uiteindelijk leende Goedwerk hem een bedrag om een pooltafel te kopen en uit te baten. „Maar het was niet wat we in Nederland hadden afgesproken. Ik wilde nog steeds een taxibedrijf beginnen.”

Brhane bevestigt de lening voor de pooltafel en zegt dat Mulu hierna nog diverse keren door Goedwerk is bezocht en geïnterviewd. Mulu zou zich daarin lovend over Goedwerk hebben uitgelaten.

Mulu, over deze bezoeken: „Elk jaar komt de lokale vertegenwoordiger van Goedwerk langs om een foto van mij te maken. Dan vraag ik waar mijn geld blijft en zegt hij: ja, het komt eraan, écht. Maar ik heb het nog steeds niet.”

Honderden kilometers verderop, ook in Ethiopië, wacht ook Mohammed (31) nog op geld. Hij zou na terugkeer een internetcafé beginnen. Goedwerk zou oude computers en printers voor hem zoeken en het project financieren, vertelt hij. Mohammed huurde voor 300 euro alvast een opslagloods, opende een bankrekening en schreef een plan. „Ik wachtte en wachtte.” In juli 2023, vijf maanden na zijn terugkeer, kreeg hij bericht. In de mail, in bezit van NRC, staat dat „the Microfinance team at Goedwerk” heeft besloten hem geen lening te geven. „Daarna reageerden ze nergens meer op”, zegt hij.

Brhane zegt dat Mohammed „niet voldeed aan de criteria” voor een lening. Het „zou kunnen” dat hem in Nederland hulp is toegezegd bij het opstarten van een internetcafé. „Maar we zeggen er altijd bij: we gaan je helpen, in overleg met onze lokale partner.” Pas als iemand is teruggekeerd, doet de partner een „haalbaarheidsonderzoek”. Zo kan het dus dat in Nederland gemaakte plannen uiteindelijk niet worden gefinancierd.

Kan hij zich voorstellen dat mensen zich misleid voelen? „We hebben geen enkele verplichting”, zegt hij. „Het is in elk geval geen lokmiddel om mensen over de streep te trekken.”

Ongemerkt verdwenen

De DT&V weet dat Goedwerk, buiten de overheidsregelingen om, leningen aanbiedt aan terugkeerders, maar benadrukt er volledig los van te staan. Wat erover wordt afgesproken met terugkeerders, zegt de dienst niet te weten.

De rijksoverheid gebruikt Goedwerk om háár werk te doen, zegt migratierechtexpert Carolus Grütters, verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Grütters noemt het inzetten van een particuliere stichting om migranten te laten vertrekken „een buitenwettelijke route”, die niet zonder risico’s is. „Het uitgangspunt van de rechtsstaat is dat de overheid transparant te werk gaat en daarop zelf aanspreekbaar is”, zegt hij. „Dat is in deze opzet niet het geval. Wat Goedwerk allemaal namens de overheid belooft aan de migrant, valt niet na te gaan. En als het misgaat, weten we van niets. Dan is er niemand meer op aan te spreken.”

De stem van Mahader, de vrouw die in haar eentje vertrok, hapert – de internetverbinding met Ethiopië is slecht. Ze is nu bijna een jaar terug, de situatie is veel hopelozer dan ze had verwacht. „Ik dacht dat ik hier een restaurant kon beginnen”, zegt ze, „maar je kunt hier als vrouw niet eens veilig over straat.” Ook het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken noemt de situatie voor vrouwen in Ethiopië in een ambtsbericht onveilig. „Ik zoek naar een manier om terug te gaan naar Nederland”, zegt Mahader.

Mulu, de man die vijftig euro cash bij een kop thee kreeg, kwam eenmaal terug in Ethiopië in de problemen, zegt hij. Een jaar na terugkeer werd hij opgepakt, vanwege de onrust in Tigray. Hij zat naar eigen zeggen vijftien dagen vast. „Het is hier erg gevaarlijk voor mij, vanwege mijn afkomst”, zegt hij. En nu? „Het liefst zou ik weer weg willen.”

Bij aankomst in Tripoli werd het geld meteen afgepakt, net als zijn identiteitspapieren, liet hij zijn vrienden in Nederland weten

Dat is precies waar Abhra voor vreesde. De man in de rolstoel is uiteindelijk niet gegaan. Omdat hij ook uit Tigray komt, kon hij wegens de burgeroorlog een nieuw asielverzoek indienen. Hij wacht nu op het oordeel van de IND. Goedwerk heeft met vuur gespeeld, zegt hij. „Ze probeerden me weg te krijgen, terwijl ze wisten hoe gevaarlijk het voor mij was.”

Op het kantoor zegt Marlies Kruyt dat ze „veel vragen van cliënten” krijgen over veiligheid. Maar ze zegt: „Wij kunnen niets garanderen, veiligheid is hun eigen verantwoordelijkheid. Dat zeggen wij ook tegen ze.” Ze zegt desgevraagd ook dat ze niet elke vertrokken cliënt blijven volgen. „Niet iedereen heeft daar behoefte aan, we raken wel eens contacten kwijt.”

Zo zou ook de Libiër met de modieuze bril verdwijnen. Zijn afscheidsfeest werd bezocht door enkele tientallen mensen. Een groepje vrijwilligers en activisten dat afgewezen asielzoekers bijstaat. Regina Andresen. Wat vrienden, de meesten na jaren nog steeds illegaal. „Ik had hier alles, alleen geen documenten”, zei de Libiër op zijn afscheid. Een dag voor vertrek schoor hij zijn krullen af. Ze moesten in Libië niet denken dat hij in Amsterdam „een hipster” was geworden. Op Schiphol kreeg hij 1.500 euro. Twee ambtenaren van de DT&V reisden met hem mee, tot de overstap in Istanbul. Daar ontving hij de andere helft van de afgesproken 3.000 euro. En werd hij, alleen, in het vliegtuig naar Libië gezet. Bij aankomst in Tripoli werd het geld direct afgepakt door de autoriteiten, liet hij zijn vrienden in Nederland weten. Ook zijn identiteitspapieren zouden zijn ingenomen.

Brahim Aksas, de man die al zestig jaar illegaal in Nederland woont, is nog steeds niet vertrokken. Goedwerk heeft zijn zaak gesloten. Maar als Aksas zich bedenkt, heeft Elias Brhane nog iets voor hem. Hij loopt de vergaderruimte in zijn pakketloods uit en komt terug met twee colberts over een kledinghanger. „Kijk”, zegt hij. „Op maat gemaakt.” Mocht Aksas alsnog naar Marokko gaan, „dan geef ik deze mooie jasjes aan hem”.