Op COP28, de klimaattop in Dubai, zijn de afgelopen dagen veel plannen gepresenteerd om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Maar er ontbreekt één belangrijk onderwerp: het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Volgens de meeste wetenschappers is het uitgesloten dat de mondiale klimaatdoelen zijn te halen zonder een snelle reductie van het gebruik van steenkool, olie en gas. Maar het lijkt erop dat de Verenigde Arabische Emiraten, die fungeren als gastland van de klimaatconferentie, een gesprek daarover bewust uit de weg gaan.
Critici hebben hiervoor in de aanloop naar de klimaattop herhaaldelijk gewaarschuwd. Meteen na de aanwijzing van de Emiraten werd er vorig jaar gewaarschuwd voor een te grote invloed van de olie-industrie op de onderhandelingen. Die kritiek werd nog versterkt toen de Emiraten sultan Ahmed Al-Jaber, directeur van het staatsoliebedrijf Adnoc, aanwezen als COP-voorzitter.
In de eerste vier dagen van de conferentie werden onder andere plannen gepresenteerd voor het behoud van bossen, de hervorming van het mondiale voedselsysteem, de ontwikkeling van kleine kerncentrales, de bescherming van de oceanen, en het bestrijden van tropische ziektes. Ook zijn er grote plannen voor mondiale groene investeringen – in de eerste plaats van de Emiraten zelf, die daarvoor ongeveer 250 miljard euro opzij willen zetten. Er is een begin gemaakt met het vullen van het klimaatschadefonds, al gaat dat nog niet om de miljarden die daarvoor nodig zijn.
Met een boog om fossiele uitstoot
Maar voor fossiele brandstoffen zijn de plannen zeer beperkt. Zo presenteerde Jaber samen met Saoedi-Arabië het ‘Oil and Gas Decarbonisation Charter’, waarin ruim vijftig olie- en gasconcerns beloven hun bedrijfsvoering voor 2050 helemaal klimaatneutraal te maken. Het Charter gaat alleen over uitstoot die ontstaat bij de winning van olie en gas. Dat is niet onbelangrijk, maar het laat het gebruik van de fossiele brandstoffen zelf (85 procent van de emissies) ongemoeid. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) heeft herhaaldelijk geschreven dat de winning van fossiele brandstoffen snel en relatief goedkoop schoner kan. IEA-directeur Fatih Birol spreekt van laaghangend fruit dat al lang geplukt had moeten worden.
Ook andere initiatieven raken niet aan de kern van de fossiele uitstoot. Zo introduceerde Al-Jaber een ‘Global Decarbonisation Accelerator’. Dit voorstel gaat onder andere over reductie van het krachtige broeikasgas methaan, het gebruik van waterstof en van technologie voor ‘negatieve emissies’ (zoals broeikasgassen opslaan en bomen planten) en een ‘Global Cooling Pledge’ voor het gebruik van energiezuinige airconditioning.
Lees ook
Alles wat je moet weten om het klimaatdebat te doorgronden
António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, zei zondag in Dubai in een opvallend harde reactie op de initiatieven van Jaber dat die „duidelijk tekortschieten”, omdat er met geen woord gerept wordt over het verminderen van de olie- en gasconsumptie. „De wetenschap is duidelijk. We moeten fossiele brandstoffen uitfaseren op een termijn die past bij het beperken van de opwarming tot 1,5 graden Celsius.” Volgens Guterres bieden de plannen geen duidelijkheid over de weg naar klimaatneutraliteit in 2050. „Die is noodzakelijk om de integriteit van de plannen te waarborgen. Er mag geen ruimte zijn voor greenwashing.”
In de aanloop naar de klimaattop heeft Jaber steeds gezegd dat fossiele brandstoffen niet het probleem zijn, maar de uitstoot die ze veroorzaken als ze worden gebruikt. Hij pleit daarom alleen voor een einde aan zogeheten ‘unabated’ fossiele brandstoffen, waarvan de broeikasgassen vrijelijk de atmosfeer in worden geblazen. Afvangen en opslaan van broeikasgassen is technologisch mogelijk, maar wel heel duur. De vraag is of het kan worden toegepast op zo’n grote schaal dat het gebruik van fossiele brandstoffen gewoon door kan gaan.
Pijnlijk voor de COP-voorzitter was een artikel dit weekeinde in de Britse krant The Guardian, over een online bijeenkomst waarin hij vorige maand sprak over een wereld zonder kolen, olie en gas. Hij werd daarin uitgedaagd om de noodzaak te erkennen van het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Daar liet hij zich niet toe verleiden. In plaats daarvan zei hij dat het gebruik van fossiele brandstoffen juist nodig is voor duurzame ontwikkeling, „tenzij we weer in grotten willen leven”. Jaber zei dat hij geen behoefte had aan een alarmistische discussie. „Er is geen wetenschap, geen scenario waarin wordt gesteld dat het uitfaseren van fossiele brandstoffen zal leiden tot een maximale opwarming van 1,5 graden Celsius.”
Jaber moest maandag in zijn persconferentie moeite doen om zijn verontwaardiging over de kritiek te onderdrukken. Hij klaagde dat een uit de context gehaalde opmerking „maximale aandacht” kreeg. „Ik ben verbaasd over de voortdurende en herhaaldelijke pogingen om het werk van de COP-voorzitter te ondermijnen.”
Op de persconferentie werd hij vergezeld van Jim Skea, de voorzitter van het IPCC, het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties. Skea zei dat hij geregeld gesprekken met Jaber heeft gevoerd over klimaat en dat die daar zeer aandachtig naar heeft geluisterd. „Ik geloof dat hij het volledig begreep.”
Leeslijst