Uit de rij gehaald worden mag nog steeds, maar ras mag daarbij nooit beslissend zijn

Uitspraak Gerechtshof Huidskleur mag geen reden zijn om aan de grens te worden gecontroleerd, oordeelt het hof Den Haag. De staat is op de vingers getikt.

Mpanzu Bamenga (midden) is een van de eisers in de zaak rond etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee.
Mpanzu Bamenga (midden) is een van de eisers in de zaak rond etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee.

Foto Bart Maat / ANP

De marechaussee mag huidskleur niet laten meewegen bij grenscontroles, ook niet een heel klein beetje, zo oordeelde het gerechtshof Den Haag deze week. Een stevige correctie van een eerder oordeel van de Haagse rechtbank, dat daarvoor nog net wel wat ruimte had overgelaten. De heldere uitspraak in hoger beroep van het hof werd met grote opluchting ontvangen door Amnesty International, dat met andere belangenorganisaties de zaak aanspande. De organisaties deden dit vooral namens twee Nederlandse luchthavengebruikers, onder wie een piloot, die zich bij herhaaldelijke controles etnisch geprofileerd hadden gevoeld. En wel omdat ze niet wit waren.

Ongetwijfeld was het een teleurstelling voor de staat die toch heel graag een gaatje had willen openhouden voor ras en huidskleur bij het opstellen van risicoprofielen waarmee controle-ambtenaren verplicht zijn te werken. Binnen het Schengengebied worden passagiers op luchthavens door de marechaussee aan de hand van deze risicoprofielen geselecteerd voor controle. Of, zoals dat voor de betrokkenen voelt, ‘uit de rij gehaald’. Het belangrijkste argument van de staat was dat ras en etniciteit wel iets kunnen zeggen over een passagier, maar dat niet hoeven. Er zijn altijd ándere factoren ook van belang bij de beslissing om iemand wel of niet staande te houden om z’n identiteit te controleren. Maar ras of etniciteit moeten daarbij kunnen horen, vond de staat.

Als voorbeeld gaf de staat een casus. Uit interne informatie blijkt bijvoorbeeld dat er Nigeriaanse vrouwen via de route Rome-Rotterdam The Hague Airport worden gesmokkeld. De opsporingslogica zegt dan dat huidskleur (ook) een rol mag spelen bij het selecteren voor controle van passagiers die uit Rome arriveren. Hetzelfde geldt voor het controleren van Aziatische personen op grensparkeerplaatsen. Bijvoorbeeld als de marechaussee weet dat illegale Vietnamezen proberen het Verenigd Koninkrijk te bereiken door zich te verstoppen in laadruimtes van vrachtwagens.

Ras en etniciteit zijn op z’n best alleen geschikt als ondergeschikt kenmerk

Het hof maakt daar korte metten mee aan de hand van criteria van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Er is sprake van verboden discriminatie als „het aan ras of etniciteit ontleende kenmerk in zoverre beslissend is, dat de desbetreffende persoon niet voor controle zou zijn geselecteerd indien, bij gelijkblijvende overige omstandigheden, dat kenmerk er niet was geweest”. Daarmee zijn ras en etniciteit dus op z’n best alleen nog geschikt als zeer ondergeschikt kenmerk bij de selectie voor controle.


Lees ook: Korpsleiding voelt zich niet aangesproken door uitspraak Gerechtshof over etnisch profileren

Ten minste even interessant is de vaststelling van het hof Den Haag dat ras of etniciteit helemaal niet geschikt zijn om nationaliteit of herkomst vast te stellen. Althans, dat de staat dat in deze zaak onvoldoende heeft aangetoond. Dat is expliciet een erkenning van multicultureel, veelkleurig Nederland waarin huidskleur niets zegt over nationaliteit. Kennelijk ook niet als er op een vlucht uit Rome Nigeriaanse vrouwen voor extra controle in aanmerking zouden moeten komen.

Ten slotte legt het hof de staat in een nogal pijnlijke overweging uit waarom discriminatie fout is. Zoiets leidt namelijk tot „stigmatisering en gevoelens van pijn en frustratie bij de geselecteerde personen”. „Bovendien heeft het beleid en optreden van de KMar een negatieve uitstraling op de maatschappij als geheel. Nederlanders met een andere dan een blanke huidskleur kunnen zich hierdoor niet geaccepteerd en tweederangs burger voelen.” In beginsel is nu een streep gezet door ras en etniciteit als relevant persoonskenmerk voor de beslissing wie gecontroleerd moet worden. Een belangrijk moment, dat ook betekenis heeft buiten de luchthavens en de grensovergangen.