N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Klokkenluider Voormalig Uber-toplobbyist Mark MacGann onthulde zes maanden geleden de Uber Files. Nu blikt hij terug. „Uber zit maar om één reden in Nederland. De belasting.”
Als Mark MacGann op 27 april 2015 vanuit Londen aankomt op treinstation Brussel Centraal en een taxi zoekt, wordt hij herkend door een groep Uber-chauffeurs. Ze zijn woedend. „Zeven chauffeurs zijn me scheldend en spugend gevolgd terwijl ik naar mijn Uber ging”, schrijft hij die dag in een e-mail aan een collega. „Een van hen rende een tijdje achter me aan. Met de intentie om mijn chauffeur aan te vallen.”
De toplobbyist van Uber is op dat moment een van de belangrijkste mikpunten van chauffeurs in heel Europa, die wanhopig worden van de dalende ritprijzen en stijgende commissies. En Uber ligt zwaar onder vuur vanwege de nieuwe dienst UberPOP, waarmee elke burger zijn personenauto als taxi kan gebruiken. Uber-chauffeurs zien daarmee hun toekomst ernstig bedreigd.
In de hoop het terug te draaien, richten ze zich op het bedreigen van Ubers belangrijkste medewerkers, onder wie Mark MacGann. Chauffeurs verspreiden zijn huisadres en foto’s – met het bijschrift „Gezocht”.
In maart dat jaar is de Inspectie Leefomgeving en Transport samen met de politie Ubers internationale hoofdkantoor in Amsterdam binnengevallen om bewijs te verzamelen om UberPOP te stoppen. De dienst is al door de rechter verboden, omdat chauffeurs volgens de wet een taxivergunning nodig hebben om passagiers rond te rijden.
Ondanks de politie-inval, rechterlijke uitspraken en bedreigingen van zijn personeel peinst Uber-topman Travis Kalanick er niet over met UberPOP te stoppen. In plaats daarvan besluit Uber MacGann na de dreigementen 24 uur per dag te laten beveiligen door bodyguards.
Kalanick hoopt – zo zou later blijken – dat het geweld van chauffeurs leidt tot meer sympathie bij autoriteiten voor het management van Uber. „Ze zeiden: ‘Ga door. Hou vol’”, zegt MacGann. „Travis stuurde mij een sms: ‘Geweld is een garantie voor succes’.”
Als Uber u toen had gesteund en was gestopt met UberPOP, was het dan anders gelopen?
„Dan had ik misschien nog wel bij Uber gewerkt.”
Het is nu bijna acht jaar later. Mark MacGann (52) loopt, gekleed in strak blauw maatpak, op woensdag 11 januari het gebouw van een grote werkplekverhuurder binnen. De locatie van de afspraak met NRC wil hij na overleg met zijn advocaat liever niet in de krant. Om veiligheidsredenen.
Een korte begroeting van de portier is al voldoende om de lange rij voor de balie voorbij te mogen lopen. Eenmaal binnen vraagt MacGann naar de vergaderruimte die hij gereserveerd heeft voor de afspraak met NRC. De ruimte blijkt dubbel geboekt, maar voor MacGann wordt dat direct opgelost. „Komt goed”, zegt hij. „Ik ken de eigenaar.”
Mark MacGann weet hoe hij moet netwerken. Hij werkte – voor hij bij Uber startte – onder meer als lobbyist voor de New York Stock Exchange. Tussen 2014 en 2016 reisde hij voor Uber de wereld rond om de gunst van politici, beleidsmakers en topbestuurders te winnen.
MacGann was een van de belangrijkste vertrouwenspersonen van Uber-oprichter Travis Kalanick, die onder zijn eigen motto ‘groeien of doodgaan’ tussen 2010 en 2017 leidinggaf aan de taxi-app uit San Francisco. Voor klanten bleek Uber met zijn lage ritprijzen en gebruiksvriendelijke app een zegen.
Chauffeurs en overheden kregen echter te maken met een bedrijf dat structureel de wet overtrad, autoriteiten bespioneerde en gewelddadig protest onder chauffeurs aanmoedigde. Om de app ondertussen in de lucht te houden, onderhield Uber contacten in de hoogste regeringskringen.
De man die voor deze contacten verantwoordelijk was: Mark MacGann.
Lees meer over wat er in de Uber Files stond: ‘Dank voor je geweldige steun, Neelie’.
Laptops vol documenten
In januari vorig jaar reed MacGann in een busje met twee koffers vol laptops, iPhones, harde schijven en papieren naar het Zwitserse Genève voor een afspraak met de Britse krant The Guardian. Met daarop e-mails, presentaties en appgesprekken die MacGann had gevoerd met ministers, ambtenaren en Uber-collega’s. Het materiaal werd later gedeeld met het journalistieke onderzoekscollectief ICIJ, waarbij onderzoeksjournalisten uit meer dan honderd landen zijn aangesloten.
Deze ‘Uber Files’ beheersten afgelopen zomer kortstondig het nieuws. Ook in Nederland, waar journalisten van Het Financieele Dagblad, Trouw en Investico toegang kregen tot de ruim 124.000 documenten. NRC kreeg onlangs ook toegang tot de Uber Files.
Uit de publicaties van afgelopen zomer bleek onder meer dat de Belastingdienst een informele relatie onderhield met Uber, dat zijn internationale hoofdkantoor in Amsterdam heeft. Uber-werknemers spraken in interne e-mails onder meer over een „sterke band” met de Nederlandse Belastingdienst, die zich „meewerkend” en „beschermend” opstelde, bijvoorbeeld als het aankwam op het delen van data over Uber-chauffeurs met andere Europese landen.
VVD-prominent en voormalig Eurocommissaris Neelie Kroes bleek Uber te hebben geholpen contact te leggen met de top van de Nederlandse politiek, onder wie premier Mark Rutte. Kroes – die als dank later een adviseursfunctie bij Uber kreeg met een salaris van 200.000 euro per jaar – is op dit moment onderwerp van onderzoek door het Europees bureau voor fraudebestrijding. Ze wordt ervan beschuldigd direct na haar termijn in Brussel voor Uber werkzaamheden te hebben verricht. Volgens de wet mocht een Eurocommissaris destijds achttien maanden na de termijn niet werken in het bedrijfsleven.
Inmiddels is het zes maanden geleden dat de Uber Files naar buiten kwamen. De aandacht in Nederland is uitgedoofd. Het heeft MacGann verbaasd, vertelt hij in de vergaderruimte in zijn nieuwe woonplaats, een grote Europese stad. MacGann woont er sinds kort alleen met zijn twee honden, de anderhalf jaar oude boxers Shannon en Syrus.
Zijn nieuwe leven is even wennen voor MacGann, die bij Uber werkdagen tot wel twintig uur maakte en permanent onderweg was. Zijn tijd besteedt hij aan het schrijven van een boek en de nasleep van de Uber Files. Hij heeft geen werk, al zegt hij wel open te staan voor een nieuwe baan. „Ik moet mezelf opnieuw uitvinden.”
Waar klokkenluiders vaak anoniem blijven, besloot MacGann een dag na de bekendmaking van de Uber Files naar buiten te treden via een interview in The Guardian. Daarin vertelde hij deels verantwoordelijk te zijn geweest voor het misleiden van chauffeurs en overheden, en spijt te hebben dat hij zo weinig had gedaan om dat te voorkomen. Dat beeld komt ook naar voren uit de documenten in de Uber Files, waaruit blijkt hoe hard MacGann meedeed aan Ubers bedrijfscultuur.
Onmiddellijk na de onthullingen volgde er kritiek op MacGann, die met Uber in een rechtszaak was verwikkeld over achterstallige bonussen. MacGann tekende drie maanden vóór de publicatie een schikking, waarbij Uber hem 550.000 euro betaalde. Een woordvoerder van Uber stelde direct na MacGanns interview in The Guardian dat „Mark pas de klok luidde nadat hij zijn cheque had geïnd”.
MacGann zegt nu dat hij de rechtszaak „over geld waar ik wettelijk recht op had” schikte om „te voorkomen dat mensen aan mijn motieven zouden twijfelen”, zegt hij. „Ik wilde niet in conflict zijn met Uber tijdens de publicatie van de Uber Files. Ik heb mijn documenten aan The Guardian gegeven drie maanden voordat ik de schikking tekende.”
De Uber Files hebben MacGann vooral veel gekost, vertelt hij. „Als je populair wil zijn, is klokkenluider worden wel het laatste dat je moet doen. Het heeft me veel vrienden gekost. Althans, mensen van wie ik dacht dat het vrienden waren.”
Ik wilde het onverdedigbare niet meer verdedigen
Mark MacGann
Waarom besloot u al deze informatie naar buiten te brengen?
„Ik heb persoonlijk de wet niet overtreden, maar was wel onderdeel van een groep mensen die veel overheden en chauffeurs heeft misleid. Het was makkelijker geweest als ik had gezegd: dit is niet mijn verantwoordelijkheid. Maar ik wilde het onverdedigbare niet meer verdedigen. Ik hoop dat mensen begrijpen…” MacGann valt even stil. „Het is moeilijk om met jezelf te leven als je voelt dat je onderdeel bent geweest van iets schadelijks.”
U wist dit allemaal toen u bij Uber werkte.
„Ons idee was: als we alles volgens de regels moeten doen, dan bestaat Uber niet. Dat was, achteraf gezien, verkeerd. Zo een bedrijf leiden is een schande, zelfs als de regels niet deugen. Uiteindelijk ben ik tot het inzicht gekomen dat Ubers verdienmodel niet werkte. Tegen investeerders zeiden we: steek geld in ons en je wordt rijk. Tegen klanten zeiden we: we geven jullie de beste service in de stad. En chauffeurs vertelden we: rijd voor ons en je gaat goed verdienen. En daarvan zijn de chauffeurs uiteindelijk het slachtoffer geworden.”
‘Niemand heeft me gebeld’
Sinds 2012 stuurt Uber alle activiteiten buiten de Verenigde Staten aan vanuit Amsterdam. Alle betalingen van Uber-chauffeurs buiten Amerika lopen via Nederland, waarbij er ook in Nederland belasting wordt afgedragen.
Een belangrijke reden voor Uber om Nederland als vestigingsplaats te kiezen is het gunstige belastingklimaat voor techbedrijven, die onder meer profiteren van belastingkortingen voor ‘innovatieve’ bedrijven en korting op de inkomstenbelasting voor expats. Over de precieze belastingafdracht maakte Uber – dat pas sinds kort voor het eerst winst maakt – afspraken met de Nederlandse Belastingdienst. Dergelijke rulings zijn niet openbaar.
Uit de gelekte documenten van MacGann bleek dat Uber-medewerkers zich intern uitermate tevreden toonden met de behandeling door de Belastingdienst, die door Uber als een partner werd beschouwd. Maar de fiscus zelf concludeerde vorige maand na intern onderzoek, gevalideerd door externe experts, geen bewijs te kunnen vinden dat de eigen organisatie Uber had voorgetrokken, of had voorzien van vertrouwelijke informatie.
De experts die bij het onderzoek werden betrokken, concludeerden wel dat het beeld „niet meer volledig te reconstrueren is”, omdat de Belastingdienst niet altijd gespreksverslagen bijhield van alle afspraken die er waren gemaakt met Uber.
Er is na de Uber Files uitgebreid onderzoek gedaan naar de relatie tussen de Belastingdienst en Uber. Bent u gebeld?
„Niemand heeft me om mijn data gevraagd. Hoe kan de Belastingdienst dan de conclusie trekken dat alles goed is verlopen? Belastingdeals zoals Uber die sloot met de Nederlandse overheid zijn blijkbaar een gevoelig punt. Ik vraag me echt af waarom de Nederlandse overheid niet harder is aangepakt na wat er allemaal naar boven is gekomen.”
Waarom?
„Het is vreemd hoe de Nederlandse overheid zich gedraagt. Een deel zei tegen ons: Uber is illegaal! Het moet stoppen! En een ander deel zei: hoe kunnen we aan jullie zoveel mogelijk geld verdienen? Met een premier die heel trots was dat Uber zijn hoofdkantoor in Amsterdam had neergezet, in ruil voor een goede belastingdeal. Dat noem ik een schizofrene overheid.”
Waarom is de Nederlandse overheid al die jaren zo behulpzaam geweest voor een verliesgevend bedrijf?
„Dat is hoe het werkt. Nederland concurreerde met Luxemburg en Dublin om de Europese kantoren van de grote techbedrijven. De Ieren hadden Apple, Google en Airbnb. Luxemburg heeft Amazon. De grote vissen. Dan denkt Nederland: kom op, wij willen ook een stuk van die taart.”
Is het prestige?
„Vergeet niet hè: techbedrijven uit Silicon Valley waren rond 2015 the big shiny thing. Het idee was: we geven die bedrijven de beste deal en brengen ze hierheen. Uiteindelijk worden ze dan winstgevend en gaan ze ons net zoveel aan belastinginkomsten opleveren als een Royal Dutch Shell.”
Wat heeft Uber Nederland gebracht, behalve belastinginkomsten en ruim duizend banen op het hoofdkantoor?
„Dat is het wel zo ongeveer.”
Echt waar?
„Ja. Ik zou willen zeggen tegen Nederland: was dit het echt waard? Hebben jullie dit echt goed doorgedacht? Kijk ook naar wat het jullie land kost. De protesten, de rechtszaken, de politie-inzet. Beschadigde reputaties, zoals die van Neelie Kroes. Was het luiheid, was het naïviteit van Nederland? Het Nederlandse establishment is in het verhaal van Uber getrapt. Net zoals wij allemaal.”
Niet de man van de inhoud
Uit de Uber Files blijkt hoe dicht MacGann bij de top van de politiek kwam. Daarbij gebruikte hij een netwerk van tussenpersonen om in contact te komen met ministers. En met premier Mark Rutte, die in eerdere publicaties over de Uber Files weinig aandacht kreeg. Terwijl de documenten een interessant inkijkje geven in hoe Rutte zich destijds opstelde tegenover een bedrijf als Uber.
Een cruciaal moment voor MacGann was de inval van de Inspectie Leefomgeving en Transport op het Amsterdamse kantoor van Uber in 2015 om UberPOP te stoppen. Terwijl personeel wordt gearresteerd en Uber-werknemers in paniek proberen de computerservers te wissen, tracht MacGann op de achtergrond zijn goede Nederlandse contacten te verzilveren.
Uit de Uber Files bleek eerder dat met name Neelie Kroes uitgebreid – en tevergeefs – ging rondbellen met ministers in een poging politie-acties tegen Uber te stoppen. Maar onder meer staatssecretaris Wilma Mansveld (PvdA) en minister Melanie Schultz (VVD, Infrastructuur & Milieu) laten zich niet verleiden tot een afspraak met MacGann, hoe hard hij dat ook probeert.
Ook de hoofdprijs – een afspraak met Rutte – krijgt MacGann tot zijn grote frustratie niet voor elkaar. „We wilden dat zijn kabinet stopte ons aan te vallen. Ons gevoel was: we zijn hier iets moois aan het opbouwen en dan staan er ineens politiebusjes voor de deur”, zegt MacGann. „Dat was slecht voor ons imago. Maar Rutte was heel voorzichtig. Hij wilde ons niet ontmoeten, maar hield de lijnen tegelijkertijd wel open.”
Pas als UberPOP in november 2015 definitief stopt in Nederland, is Rutte bereid tot een ontmoeting met Travis Kalanick in San Francisco. De Uber-topman heeft daar in eerste instantie weinig zin meer in, blijkt uit e-mails in de Uber Files, maar gaat uiteindelijk overstag.
Tijdens de ontmoeting – waarbij ook Kroes aanwezig is – vertelt Rutte Kalanick onder meer over zijn liefde voor de biografie van de voormalige Amerikaanse president Lyndon B. Johnson, zo blijkt uit gespreksaantekeningen die MacGann maakte van de ontmoeting en die deel uitmaken van de Uber Files.
Als Kalanick Rutte om advies vraagt wat te doen aan de druk die Uber ervaart van de Nederlandse transportautoriteiten, antwoordt Rutte dat Kalanick dat „met Neelie en Sharon [Dijksma, PvdA, dan net benoemd tot staatssecretaris voor Infrastructuur] moet bespreken”. „Ik wil dat jullie groeien”, zegt hij.
Hij raadt Kalanick aan om het beeld dat mensen hebben van Uber bij te stellen door de voordelen van Uber meer te benoemen. „Nu worden jullie als agressief gezien”, zegt Rutte tegen Kalanick. „Dit maakt jullie weer knuffelbaar.”
U was erbij. Hoe verliep die afspraak?
„Travis en Rutte leefden in twee verschillende werelden. Rutte is niet de man van de inhoud. Hij vertelde in algemeenheden over Nederlands economisch beleid, maar Travis wilde ter zake komen. ‘Jullie bestrijden ons en maken ons het werk onmogelijk. Wat gaan we hieraan doen?’ Het was alsof het van Rutte afgleed. Hij speelde een slim tactisch spel om de taxibranche en zijn coalitiepartner [de PvdA] te laten zien dat zijn regering de wet handhaafde, terwijl hij aan Uber communiceerde dat het goed kwam. Hij zei tegen Travis: ‘Je moet bij degene zijn van mijn kabinet die daarover gaat.’ Dat was enorm frustrerend voor Travis.”
Was het atypisch voor een regeringsleider om zich zo op te stellen?
„Toen we Benjamin Netanyahu [premier van Israël] ontmoetten, ging het heel anders. Hij zei: ‘Ik zal praten met Israel Katz [toenmalig transportminister], maar dan wil ik dat Uber zijn onderzoeksafdeling voor zelfrijdende auto’s neerzet in Tel Aviv.’ Ook met toenmalig economisch minister van Frankrijk Emmanuel Macron sloten we een deal. Dat zat er bij Rutte niet in. Hij gedroeg zich als een soort vader ten opzichte van zijn ministers. Alles moest schoon blijven, geen geruzie tussen de kinderen. En als er iets misgaat, wacht dan tot ik de kamer uit ben.”
Wat was Uber bereid om op dat moment aan Rutte te geven?
„Nederland had dit slimmer kunnen aanpakken. Of je zegt als overheid: wij willen Uber hier niet, vertrek uit ons land. Of je zegt: oké je bent hier, nu ga je het doen volgens onze regels en misschien moet je daarbij je bedrijfsmodel wat aanpassen. Maar Nederland zei: we houden van Uber, met hun mooie kantoor en banen. En ondertussen sturen we de politie op jullie af. Helaas is Nederland innovatiever met belastingconstructies dan in de omgang met techbedrijven.”
Uber zegt mede in Amsterdam te zitten vanwege de hoeveelheid talent en het feit dat het een fijne plek is om te wonen
„Dat is bullshit. Ik wil niet respectloos zijn, maar Uber zit maar om één reden in Nederland: de belasting. Nederland kan veel leren van hoe het met Uber is gegaan. Je wil dat Nederland zich meer gaat afvragen: wat voor bedrijven halen we hier precies binnen? Hoe zien de belastingdeals eruit die ze krijgen? Ik kom graag naar de Tweede Kamer om te praten. Als daar behoefte aan is.”
Blijven spreken over de Uber Files is een ingewikkeld dilemma voor MacGann, vertelt hij aan het eind van het gesprek. De Uber Files hebben hem naar eigen zeggen honderdduizenden euro’s gekost aan juridische bijstand en elk nieuw media-optreden draagt daar weer aan bij.
En Uber zit MacGann achterna. Op 21 juli ontving hij een brief waarin het bedrijf meedeelde hem te willen aanklagen voor het verbreken van zijn geheimhoudingsverklaring na zijn vertrek bij Uber, op straffe van 25.000 euro per overtreding.
Heeft u daar nog iets over gehoord?
„Het hangt nog steeds boven mijn hoofd. En dat maakt een interview als dit ook weer een risico. Het zegt vooral veel over Uber. Hun reactie was niet: we zaten fout. In plaats daarvan besloten ze achter mij aan te gaan. Uber zegt dat het nu een ander bedrijf is, met een nieuwe topman. Dit toont aan dat dat niet klopt.”
Als u terugkijkt, bent u dan tevreden over wat u teweeg heeft gebracht?
„Ik denk niet dat wat ik heb gedaan op zichzelf een gigantisch verschil maakt. Maar het begint wel op te tellen. Eerst was er [Facebook-klokkenluider] Frances Haugen, toen kwam ik en er gaan er meer komen. Ik hoop dat ik anderen inspireer die bij techbedrijven werken en onrecht zien. Geloof me, je kan dit doen. Het is niet te laat.”