N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Braindrain Al jaren gaat het in Twente over het vertrek van jonge, wetenschappelijk opgeleide mensen. Zijn ze te behouden met meer woningen, nachtclubs en beter ov? Of ligt de uitstroom ook aan de cultuur? „Als je in mijn dorp uit de pas loopt, ben je abnormaal.”
Marco Smit (33) voelt zich verwant met Twente. Hij groeide er op. Kwam er tijdens zijn studie aan de universiteit van Groningen nog elk weekend, om in een discotheek te werken. Smit woont nu in Utrecht en is innovatiemanager bij een bank. „Ik kom nog thuis”, zegt hij. „Ja, ik noem Twente thuis.” Elk jaar gaat hij naar een groot tentfeest in het dorp waar hij opgroeide. Dan laat hij zijn kinderen zien: hier is papa opgegroeid.
Maar zijn warme gevoelens voor zijn geboortestreek nemen af. „Ik voel me gereserveerder als ik in Twente ben”, zegt hij. „Ik schrok van de verkiezingsuitslag, zag BBB in Twente groot winnen en wilde graag weten wat de diepere laag onder dat stemgedrag is. Maar ik kom daar niet bij als ik ernaar vraag. Ik heb kinderen en ik denk veel aan de klimaatproblematiek. Hoe kun je dan stemmen op een partij die dat op een bepaalde manier ontkent?”
De uitslag bevestigde wat Smit al langer voelde: er is iets tussen hem en veel andere Twentenaren in geslopen.
Sander Schimmelpenninck
Al jaren gaat het in Twente over de hardnekkige braindrain: de uitstroom van jonge, wetenschappelijk opgeleide mensen. Het Kennispunt Twente zag in 2019 dat er méér 18 tot 23-jarigen naar Twente komen dan er vertrekken. Van de 24- tot 29-jarigen, starters op de arbeidsmarkt, is er juist sprake van een ‘vertrekoverschot’. Begin dit jaar presenteerde de gemeente Enschede de nieuwste plannen voor ‘talentbehoud’: meer woningen, beter ov van en naar de stad en meer vertier in de vorm van nachtclubs. Want de uitstroom ligt volgens beleidsmakers hieraan.
Of ligt de uitstroom ook aan het politieke klimaat? Columnist Sander Schimmelpenninck, opgegroeid in het oosten, schiep vorige maand een schrikbeeld in de Volkskrant van een Twente waar „goed opgeleide mensen het gevoel hebben dat een rechts-populistische minderheid de sfeer bepaalt en geen ruimte laat voor hun progressieve ideeën”. Het progressieve deel zou meer en meer wegtrekken, wat resulteert in „een homogeen Twente, waar de omgekeerde vlaggen heersen”.
Schimmelpenninck zei nog nooit zoveel instemmende reacties op een column te hebben gekregen. Marco Smit voelt nog steeds „een grote loyaliteit naar Twente”, zegt hij. „Maar ik wil er niet wonen.”
Hoe kun je stemmen op een partij die de klimaatproblematiek op een bepaalde manier ontkent?
Marco Smit geboren Twentenaar
Zwarte Piet
Of een politiek klimaat – en het niet kunnen vinden van gelijkgestemden – in een bepaalde regio reden is om daar weg te trekken, is nooit onderzocht, zegt Twan Huijsmans. Hij doet onderzoek naar geografische verschillen in politieke opvattingen aan de Universiteit van Amsterdam. „Het klopt wel dat theoretisch opgeleide en progressieve mensen vaker in steden wonen.”
„Ik snap goed dat mensen gaan”, zegt Barbara Trienen (30). „Je bent jezelf hier de hele tijd aan het verantwoorden. Dat wringt en dat doet pijn.” Trienen spreekt zich openlijk en fel uit over klimaatverandering, racisme en lhbtiq+-rechten. Ze woont in het Twentse Goor en voelt zich soms de enige met een afwijkende mening. Maar ze wil niet weg.
„Ik vind het moeilijk dat er nog Zwarte Pieten zijn in Goor. Vrienden van mij zitten in de Sinterklaasintochtcommissie. Ik denk dat het zin heeft juist wél wat te zeggen over Zwarte Piet. Dan krijg ik de wind van voren, maar als iedereen zijn mond houdt of weggaat, worden zij omgeven door ja-knikkers.”
Uit Huijsmans’ onderzoek bleek dat plattelanders aan de randen van Nederland relatief sterk het idee hebben dat de politiek te weinig oog voor hun belangen heeft. Twente is zo’n gebied. „Die plaatsgebonden onvrede hangt weer samen met een populistische houding en anti-immigratiesentimenten”, zegt Huijsmans. Je zou dus kunnen verwachten dat in Twente die sentimenten meer leven dan in Amsterdam. Verschillen bínnen Twente blijken echter groter dan het verschil tussen de regio en de Randstad. Binnen Twente heb je immers grote steden én kleine dorpen eromheen.
‘Knarsetandend’ terug
Kun je Goor (12.000 inwoners) wel vergelijken met Enschede (bijna 160.000 inwoners)? „Als je in mijn dorp uit de pas loopt, ben je abnormaal”, zegt Trienen. „Anders. Daar heeft men commentaar op. Maar omdat mensen me hier kennen, hebben we gewoon een normaal gesprek. Achter een toetsenbord krijg je pas harde discussies.”
In Enschede kun je nog rustig een ‘eigen’ bubbel vinden. „Ik ken hier geen mensen die op BBB hebben gestemd”, zegt Femke Nijboer (44), die woont en werkt in Enschede. Ze is universitair docent creatieve technologie aan de Universiteit Twente. Ze groeide op in Hellendoorn en wilde zo snel mogelijk weg uit Twente, of eigenlijk gewoon Nederland. „Ik was jong, ik wilde weg. En ik was wat linkser, en feministischer. Dat paste hier niet zo.”
Ik snap goed dat mensen gaan. Je bent jezelf hier de hele tijd aan ’t verantwoorden. Dat wringt en dat doet pijn
Barbara Trienen uit Twentse Goor
Nadat ze in Duitsland en Spanje had gewoond en gewerkt, kwam ze „knarsetandend” terug naar Twente, omdat ze daar aan de universiteit kon gaan werken. „Ik dacht: het zal toch niet dat ik hier eindig?”
Begin dit jaar schreef ze een opiniestuk over het wegtrekken van de internationale studenten, die Twentse bestuurders dolgraag willen houden. Dan moeten zij ook wat doen „aan de sfeer in de disco”, argumenteerde Nijboer. „Ik heb een Chinese collega die niet in Enschede wil wonen omdat ze op straat werd lastiggevallen. Het racisme is hier in your face. Ik geloof alleen niet dat het in Amsterdam beter is.”
Is het (Twentse) platteland aan het verrechtsen? Huijsmans ziet daar geen aanwijzingen voor. Opvattingen over immigratie, de EU of de multiculturele samenleving – vaak geassocieerd met verrechtsing– zijn niet sterker geworden op het platteland. Stedelingen en ‘plattelanders’ zijn op die thema’s wel iets meer van mening gaan verschillen. „Maar dat komt omdat mensen in steden progressiever zijn geworden”, zegt Huijsmans.
Marco Smit bevestigt dat hij is veranderd, dat hij anders is gaan denken. „Mijn mentaliteit zie ik in Utrecht meer terug.” Voor Nijboer pakte Enschede goed uit. „Ik besloot mezelf te zijn, en kwam er toen achter dat hier veel mensen zijn zoals ik. Maar je moet wel even zoeken. In Enschede woont een groep mensen die zich bezighoudt met de kunstzinnige, technologische en creatieve sector. Die groep krijgt landelijk weinig aandacht.”
Om die groep te belichten, organiseerde Enschedeër Peter Oosterwijk (51) deze maand de Dutch Innovation Days (DID) in Enschede, een driedaags festival over wetenschap, technologie en kunst. Hij vindt de braindrain niet zo’n groot probleem. „Omdat andere regio’s grote bedrijven hebben, zouden wij dat ook moeten. Misschien moeten we accepteren dat wij puur de kraamkamer voor ideeën zijn.”
Funest voor de arbeidsmarkt
„Westelijker dan Deventer krijg je mij niet”, zegt Oosterwijk. „Campagnes over Twente benadrukken de rust en de ruimte. Ik zou zeggen: als je iets snel in de markt wil zetten, moet je in deze regio zijn. Hier zijn geen enorme bedrijven die alle resources bezetten.”
Voor de Twentse arbeidsmarkt is de uitstroom wel funest. De regio heeft een extreem tekort aan bijvoorbeeld artsen en softwareontwikkelaars. Nooit eerder nam de werkgelegenheid, ook voor wo- en hbo-banen, in deze regio zo hard toe als vorig jaar.
Ik was jong, ik wilde weg. En ik was wat linkser en feministischer. Dat paste hier niet zo
Femke Nijboer universitair docent aan de UT
Fotograaf Barbara Trienen riep vanwege haar baan lange tijd dat ze „naar het westen” wilde. „Tot ik daar veel kwam. De prikkels vond ik niet fijn. En ik had het gevoel dat je er heel erg bij moest horen om iets te maken van je carrière. Ik zou altijd dat meisje uit Twente zijn gebleven.”
En ze ziet nog een verschil. „Het leven is hier gericht op vrienden en familie. Ik zie mijn ouders drie keer per week. Mijn beste vriendin uit de Randstad snapt dat niet. Maar ik wil geen uur rijden om hen te zien.”