In de Iraanse hoofdstad Teheran zijn zaterdag twee rechters van het Hooggerechtshof doodgeschoten. Dat melden internationale persbureaus. Een man zou in het Paleis van Justitie het vuur hebben geopend, waarna hij ook zichzelf doodde. Een derde rechter en een bodyguard raakten gewond bij de aanval.
De omgekomen rechters zijn Mohammad Moghisseh en Ali Razini. Volgens Iraanse staatsmedia waren de twee belast met „bestrijding van misdaden tegen de nationale veiligheid, spionage en terrorisme”.
Het motief van de dader is onbekend. Hij zou niet betrokken zijn geweest bij zaken waar het Hooggerechtshof zich over moest buigen. Een woordvoerder sprak op de Iraanse staatstelevisie van een „infiltrant”, wat suggereert dat hij mogelijk werkzaam was bij het gerechtsgebouw waar de moorden plaatsvonden.
Razini was al eens eerder doelwit van een moordpoging, toen in 1999 aanslagplegers op een motor een explosief aan zijn auto bevestigden en lieten afgaan. Hij raakte volgens Iraanse media gewond, maar overleefde het incident. De andere rechter stond sinds 2019 op de Amerikaanse sanctielijst. Moghisseh zou toezicht hebben gehouden op „talloze oneerlijke processen, waarbij aanklachten ongegrond bleven en bewijsmateriaal werd genegeerd”, schreef het Amerikaanse ministerie van Financiën destijds.
Beide mannen worden volgens persbureau AP door activisten beschuldigd van betrokkenheid bij een golf van executies in 1988, aan het einde van de Irak-Iranoorlog. Op bevel van ayatollah Ruhollah Khomeini werden onder toezicht van zogeheten ‘doodscomissies’ naar schatting duizenden tegenstanders van het regime in Iraanse gevangenissen zonder proces om het leven gebracht. Hun lichamen werden gedumpt in massagraven.
Lees ook
In Zweden staat voor het eerst een Iraniër terecht voor de massale executies van 1988 in Iran
Mike van der Hoorn (FC Utrecht) en Wouter Goes (AZ) staan tegen elkaar geleund. FC Utrecht mag een hoekschop nemen aan de kant van de eigen harde kern. Goes, het lichaam voorovergebogen, staat met zijn rug naar de bal en heeft alleen oog voor zijn tegenstander. Als in een judowedstrijd proberen de twee aan elkaars greep te ontkomen, Goes drukt de arm van Van der Hoorn telkens omlaag en probeert zijn tegenstander weg te duwen. Van der Hoorn, anderhalve kop groter en twaalf jaar ouder, kijkt vragend opzij naar de grensrechter: ‘zie je dit?’
De volgepakte Bunnikzijde brult als Utrecht een vrije trap tegen krijgt. Er zit spanning op deze wedstrijd. De ploeg van trainer Ron Jans werkt aan een sterk seizoen, waarin het tot verrassing van velen op plek drie staat. Eerder op de avond heeft PSV verloren bij PEC Zwolle. Bij winst van de thuisploeg kan het gat tussen FC Utrecht en de koploper slinken tot vier punten. Ook AZ wil de goede vorm van de afgelopen weken voortzetten en speelt om te winnen. Beide ploegen zijn sterk uit de winterstop gekomen. Zowel Utrecht als AZ wisten te stunten door punten weg te snoepen bij topclubs. AZ speelde knap met 2-2 gelijk bij PSV in Eindhoven. Utrecht wist zelfs met 2-1 te winnen in de Kuip bij Feyenoord.
In Utrecht lijkt iedereen zaterdagavond voor één man te zijn gekomen: Sébastien Haller. Na zijn verrassende terugkeer in de korte winterstop speelt de Ivoriaase spits zaterdag voor het eerst in de eigen Galgenwaard. Voor de wedstrijd werden er sjaals en shirts met zijn naam verkocht, het publiek scandeert zijn naam al tijdens de warming-up.
Aan AZ-verdediger Wouter Goes is het de taak Haller van het scoren te houden. De 20-jarige Amsterdammer is veel in het nieuws de laatste weken. Hij staat bekend als een etterbak, een zuiger. Een opstormend talent dat er, in zijn eigen woorden „alles aan doet” om te winnen. Daarbij schuwt de AZ-verdediger gemeen spel niet. „Knijpen, krabben, echt alles. Op je tenen staan, schelden”, zo vertelde NAC-verdediger Boy Kemper er in een podcast over. „Ik vind het onnodig en soms tegen het respectloze aan, verder ga ik er niet te veel over zeggen”, aldus Ricky van Wolfswinkel (FC Twente) dit najaar tegenover de Volkskrant.
Door Goes’ manier van spelen moet hij het soms zelf ook ontgelden. Almere City-aanvaller Baptist Guillaume had na de vele duels met Goes diepe nagelkrassen in zijn arm staan. De Belg reageerde zijn woede af met een trap tegen de binnenkant van de knie van Goes, en kon met rood vertrekken. Ajax-spits Brian Brobbey greep zijn plaaggeest afgelopen woensdag in een onbewaakt moment bij de edele delen. Goes, die zelf de 1-0 binnenkopte en man van de wedstrijd werd, kon er uiteindelijk om lachen.
Tegen de boarding
Haller komt Goes voor het eerst tegen na zo’n vijf minuten, als hij bij een inworp twee keer stevig in de arm wordt geknepen. Even later gooit Goes in een duel de 30-jarige spits hardhandig van zich af, waarbij Haller even aangeslagen blijft liggen en aan zijn lip voelt. Scheidsrechter Dennis Higler ziet het gebeuren. Hij houdt Goes kort, twee keer krijgt de AZ-verdediger een persoonlijke reprimande.
Vlak voor rust krijgt Goes de bal aan de voet na een combinatie. Hij knalt met Souffian El Karouani tegen de boarding, en duwt hem nog nét even omlaag bij het opstaan. Terwijl Goes terugrent naar zijn positie achterin, krijgt hij van elke Utrecht-speler die hij passeert een duw of een scheldwoord naar zijn hoofd geslingerd. Vanaf de tweede helft klinkt boegeroep van de tribunes als hij aan de bal komt.
Gedurende de wedstrijd laat de thuisploeg AZ komen, en loert het zelf op een kans om eruit te komen. De Alkmaarders hebben evengoed de grootste kansen. Schoten van Sven Mijnans en Troy Parrott worden in de eerste heflt gekeerd door Utrecht-keeper Vasilios Barkas. Ook in de tweede helft moet de Griek redding brengen.
In de 86ste minuut wordt de moegestreden Haller gewisseld voor David Min, die in de slotseconden nog een grote kopkans mist. Met de eindstand van 0-0 schieten zowel AZ als FC Utrecht weinig op. Maar Wouter Goes heeft gedaan wat hij moest doen: de nul houden, koste wat het kost.
In Nigeria zijn zaterdag tientallen mensen om het leven gekomen toen een tankwagen ontplofte. Dat meldt persbureau Reuters. Na een verkeersongeval in de noordelijke staat Niger had zich een menigte bij de truck verzameld om brandstof op te vangen, toen zich een explosie voordeed en er brand uitbrak.
Volgens de autoriteiten van het West-Afrikaanse land is het dodental inmiddels opgelopen tot zeventig. Ook zouden er tientallen mensen gewond zijn geraakt. De meeste slachtoffers waren volgens lokale media arme inwoners die op het incident af waren gekomen om weggelekte benzine bij elkaar te schrapen.
Ongelukken met tankwagens komen in het land vaker voor. In oktober kwamen bij een explosie in de staat Jigawa ruim 160 mensen om het leven, een van de dodelijkste ongelukken ooit in Nigeria. De truck was betrokken bij een verkeersongeval, waarbij lekkende brandstof op het wegdek belandde. Even later kwam de boel tot ontploffing.
In het door armoede geteisterde land – volgens de Verenigde Naties dreigt een kwart van de bevolking van 33 miljoen mensen dit jaar honger te lijden – brengen dergelijke ongelukken veel volk op de been. Met jerrycans en emmertjes wordt geprobeerd de waardevolle brandstof op te scheppen. Na de vorige ramp beloofde president Bola Ahmed Tinubu te bekijken of de regelgeving rond veiligheid van brandstoftransporten moest worden aangescherpt.
Nigeria is Afrika’s grootste olieproducent, maar sinds de regering in 2023 abrupt een eind maakte aan de subsidie op benzine en diesel, zijn de brandstofprijzen er fors gestegen. Zo is de prijs van benzine in achttien maanden tijd vijf keer zo hoog geworden.
Lees ook
Nigeria’s losgeldindustrie: ontvoering als verdienmodel
„Geven jullie om het klimaat?” Anniek (18) kijkt de kring rond.
Neuh, niet echt”, zegt Alex (18). Ook twee andere jongens zeggen er „neutraal in te staan” en er „niet zoveel mee bezig te zijn”.
„Dat verbaast me”, zegt Anniek. „Ik had verwacht dat er wel meer mensen met zorgen zouden zijn.”
„Ik vind het wel belangrijk”, zegt Josephine (19), „maar ik vind het ook fijn om verre reizen te kunnen maken.”
Teuntje lacht. „Dat kun je natuurlijk niet op de fiets doen!”
Op een rond kleed in een enorme loods in Amersfoort staan de jongste deelnemers aan het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat deze zaterdag van start ging nog wat onwennig bij elkaar. Ze zijn tussen de 17 en de 19 jaar oud en vormen een representatieve afspiegeling van de groep in deze leeftijdscategorie in Nederland. 6 procent van de Nederlanders valt in die leeftijdscategorie, met zijn negenen vormen deze jongeren 5 procent van de deelnemers. De grootste groep, 49 procent van Nederland versus 52 procent van het burgerberaad, is vijftig-plus.
Het burgerberaad, een democratische inspraakvorm, zal in de komende maanden zes weekenden samenkomen. Onder professionele begeleiding zullen zij met elkaar in gesprek te gaan over de vraag: hoe kunnen we in Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat? Ook zullen ze door deskundigen worden geschoold over klimaatverandering en kunnen ze zelf experts uitnodigen om mee te denken over bepaalde deelonderwerpen. Na afloop komen ze tot vijftien aanbevelingen die in september aan het kabinet worden aangeboden.
Dat zijn adviezen, „niet zoals bindende studieadviezen”, benadrukt minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC), die samen met minister Sophie Hermans (Groene Groei en Klimaat, VVD) is uitgenodigd voor de aftrap. „Maar onze grondhouding is dat we jullie aanbevelingen heel serieus nemen”, vervolgt ze. „We zullen alles moeten meewegen en kijken wat haalbaar is”, zegt ook Hermans, „maar de adviezen zijn heel belangrijk.”
In de opdracht voor dit burgerberaad, dat door het vorige kabinet en de Tweede Kamer werd gegeven, staat dat de politiek een motiveringsplicht heeft ten aanzien van de uitkomsten van het burgerberaad, en dat het parlement een besprekingsplicht heeft. „Hoe verschillend de partijen uit deze coalitie ook zijn”, zegt Uitermark later, „wij stellen de burgers meer dan ooit centraal. Daarom zou het ook niet eerlijk zijn om beloftes te doen die we niet kunnen waarmaken.”
Bezorgde burgers
In totaal ontvingen 70 duizend mensen een uitnodiging, vierduizend mensen gaven aan mee te willen doen, uiteindelijk werden 175 mensen geselecteerd. Dat gebeurde door een gewogen loting, om een representatieve groep te krijgen – „Nederland in het klein”, benadrukt de organisatie – op basis van geslacht, opleidingsniveau, woonplaats en opvattingen over het klimaatvraagstuk. Zo is 18 procent van de Nederlanders zeer bezorgd over het klimaat en 22 procent niet bezorgd, een groep die ook minder klimaatbeleid wil.
Sjoerd Douma (48) uit Leiden heeft vooraf geen idee wat hij moet verwachten. „Ik had geen goede reden om me hier niet voor aan te melden toen ik een uitnodiging ontving”, zegt de hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam. „Klimaat is een probleem voor de hele aarde, maar er zijn ook andere grote problemen in de wereld. Ik vind het belangrijk dat onze adviezen straks haalbaar zijn voor iedereen. Verder ga ik er vooral heel open in.”
Ook Ramona de Roij (53) uit Tilburg laat het op zich afkomen. „Klimaat is voor mij geen groot thema”, zegt ze. „Ik ga er vooral praktisch mee om, net hoe mijn pet staat.” Ze werkt als IT-er voor een verzekeraar en wil er tijdens het burgerberaad vooral op letten dat aanbevelingen eerlijk zijn. „Zoals subsidies voor elektrische auto’s. Die zijn nu alleen voor de early adopters, maar als anderen dan ook elektrisch willen rijden, worden ze ineens afgeschaft.”
Beter leren luisteren
Wat die adviezen gaan worden, staat nu nog helemaal open. De eerste ochtend is vooral kennismaken. Deelnemers zitten in een grote, ovalen kring en er wordt uitgelegd hoe het proces zal gaan verlopen. Ook leren deelnemers vast een beetje hoe ze goed naar elkaar kunnen luisteren. „Dat is een van de belangrijkste dingen”, zegt voorzitter van het burgereraad Nienke Meijer. „Dat iedereen hier de ruimte krijgt om te zeggen wat hij of zij vindt – ook de mensen die dat vanuit zichzelf wat minder snel zouden doen.”
Gertjan (52) uit Roosendaal ziet op dat vlak nu al winst voor zichzelf. In een gesprekje tijdens de pauze tussen hem en twee andere deelnemers is hij volop aan het woord, tot hij even kort stil valt. „Ik ben slecht in luisteren. Ik heb mijn mening en denk dat dat de goeie mening is. Maar ik heb vandaag al best veel nieuwe dingen gehoord.” Hij ziet wel dat de wereld verandert door de opwarming van de aarde, maar ideeën daarover worden „door de media” toch wel veel „door ieders strot gedouwd”. Klimaat vindt hij zelf „niet zo belangrijk”. Gaat dat veranderen door beter te luisteren? „Misschien.”