Twee rechterlijke uitspraken over stikstof in twee maanden: provincies gaan ‘op slot’, toch krijgen bestuurders hoop

Woensdagochtend piepten de berichtjes op de telefoon van de Gelders gedeputeerde Ans Mol. „Wat moeten we hiermee?” Ambtenaren op de afdeling vergunningverlening en handhaving – Mols portefeuille – zochten direct naar de consequenties van een uitspraak in een zaak die Greenpeace had aangespannen. De rechter oordeelde dat de Nederlandse staat te weinig doet om de verslechtering van kwetsbare natuurgebieden te stoppen – de zoveelste juridische tik op de vingers van de staat in het stikstofdossier. De wettelijke stikstofdoelen voor 2025 zullen niet gehaald worden, en die voor 2030 zeer waarschijnlijk ook niet.

Mol, lid van de BBB, zegt eerst dat ze wakker ligt van de uitspraak. Dan neemt ze dat terug en zegt: „Het is zo puzzelen geworden met de vergunningverlening.” Maar ze onderstreept: „We beginnen niet bij nul.” In Gelderland ís de stikstofuitstoot volgens haar al flink teruggebracht en dat is, zegt ze, te danken aan de agrarische sector: bedrijven innoveerden, ruim vierhonderd boeren in de provincie hebben interesse getoond in een landelijke opkoopregeling.

In Utrecht dacht gedeputeerde Mirjam Sterk (CDA) woensdag aan twee dingen. „Voor agrariërs en de woningbouw nemen de onzekerheid nog verder toe.” Het wordt voorlopig namelijk nóg ingewikkelder om vergunningen af te geven. Maar, zegt ze er direct bij, „het is goed dat de rijksoverheid nu écht aan de bak moet met stikstofmaatregelen”.

Europese doelen

Provincies spelen een belangrijke rol in de stikstofaanpak: zij verlenen vergunningen aan boeren om stikstof uit te mogen stoten, zij voeren de Europese doelen voor natuurherstel uit en zij proberen per natuurgebied tot een oplossing te komen.

In december kwam de Raad van State al met een andere vérstrekkende uitspraak. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat stikstofvergunningen met terugwerkende kracht tot 2020 moeten worden heroverwogen als er sprake was van ‘intern salderen’. Dat houdt in dat bedrijven ervan uitgingen dat ze ‘stikstofruimte’ in hun vergunningen mochten benutten als ze die elders op hun bedrijf konden besparen.

Door die uitspraak moet Gelderland duizenden vergunningen opnieuw bekijken. En wat belangrijker is: ze kan ‘intern salderen’ niet gebruiken om nieuwe vergunningen af te geven. Dat zet de hele boel op slot, zegt Mol. „Ik kan bedrijven die willen innoveren om de stikstofuitstoot te verminderen, de vergunning niet geven als daarbij aanvankelijk extra stikstof wordt geproduceerd.”

Mol verwacht meer last te gaan hebben van díé uitspraak dan van het oordeel van de rechter in de door Greenpeace aangespannen zaak. Sterker: misschien dat dat vonnis kan helpen, denkt zij. „Het is nu heel duidelijk dat dit niet alleen het probleem is van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Dat we niet alleen naar de agrarische sector moeten kijken voor oplossingen.”

Spreekt hier de BBB’er die de partijlijn volgt? Nee, verzekert Mol. „We hebben niet alleen met een stikstofprobleem te maken als we willen handelen naar de rechterlijke uitspraak. In Gelderland is water een even groot probleem. Het grondwaterpeil op de Veluwe is na een paar droge jaren laag en de beekdalen staan droog. Als we de natuur op orde krijgen, speelt de stikstofuitstoot een minder grote rol.”


Lees ook

https://www.nrc.nl/nieuws/2025/01/24/vrijwillige-stikstofreductie-levert-de-natuur-gewoon-te-weinig-op-blijkt-uit-vonnis-in-greenpeacezaak-a4880798

Landbouw grenzend aan natuur.

Om alles in één aanpak te verenigen werd onder het vorige kabinet het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) opgetuigd, met een ‘transitiefonds’ van zo’n 24 miljard euro. Maar dit kabinet zette daar een streep door.

Gebiedsgerichte aanpak

Utrecht, één van de twee provincies waar de BBB niet meebestuurt, zette de gebiedsgerichte aanpak sindsdien door. „Met agrariërs, gemeenten, waterschappen, bewoners en natuurorganisaties maken we per gebied plannen”, zegt Sterk. In sommige gebieden zijn er bijvoorbeeld al boeren verplaatst, zegt ze, dat leverde direct winst voor de natuur op.

Maar het gaat hoe dan ook niet zo hard als Utrecht zou willen, benadrukt Sterk. „Provincies hebben hard gewerkt aan de gebiedsaanpakken, maar toen kwam er een kabinet dat zei: leuk, maar wij geloven in een andere aanpak.” Om meer te kunnen doen, is er financieel en juridisch meer nodig, zegt ze. Nu heeft Utrecht zo’n 250 miljoen euro voor de gebiedsaanpak, geld dat al eerder was uitgekeerd aan de provincies. „Maar om alles uit te voeren kwamen we in een eerste schatting erop uit dat we zo’n 3,7 miljard euro nodig hebben”, schetst Sterk.


Lees ook

Voor dit kwetsbare natuurgebied biedt de stikstofuitspraak hoop


Daarnaast is er onduidelijkheid en onzekerheid over maatregelen. Het kabinet legt graag de nadruk op innovatieve technieken om de stikstofuitstoot te verminderen. Maar zolang die innovaties juridisch niet „geborgd zijn”, zegt Sterk, vergroten die de onzekerheid voor boeren. Zo ging het met bijvoorbeeld de ‘emissievrije stalvloeren’: boeren dachten een vloer te hebben aangelegd die de uitstoot van ammoniak verminderde, maar rechters concludeerden dat het te onzeker was of de uitstoot ook daadwerkelijk daalde.

De Gelderse gedeputeerde Mol was minder rouwig over het schrappen van het NPLG: „Dat was vooral tijdverspilling met heel veel overleg. We moeten gewoon aan het werk. Al zou ik er natuurlijk niet rouwig om zijn als we het geld terug konden krijgen.” Omdat geen provincie zo’n groot stikstofprobleem heeft als Gelderland, met veel grote uitstoters en met de Veluwe het grootste kwetsbare natuurgebied van Nederland, hoopt ze op méér geld van het Rijk.

Sterk hoopt ook nog op iets anders: „Den Haag moet nu écht stappen gaan zetten en tegelijkertijd de uitgestoken hand van de provincies zien. We willen allemaal hetzelfde: natuurherstel en een vitaal landelijk gebied. Maar hoe langer je wacht, hoe groter de opgave wordt.”

Vrijdag kondigde het kabinet aan „binnen twee maanden” met maatregelen te komen.