Twee maanden cel: besmeuren van ‘Meisje met de Parel’ was geen aanvaardbaar ludiek protest


Besmeuren schilderij De twee klimaatactivisten die vorige week Vermeers Meisje met de Parel besmeurden, kregen twee maanden cel. De rechter zei te hebben meegewogen dat ze niet elk initiatief tot demonstreren wilde ontmoedigen.

De veroordeelden Wouter M. en Pieter G. woensdag in de Haagse rechtbank.
De veroordeelden Wouter M. en Pieter G. woensdag in de Haagse rechtbank.

Illustratie Alys Oosterwijk/ANP

Twee maanden cel om herhaling te voorkomen. Maar ook als signaal dat het besmeuren van beroemde schilderijen geen aanvaardbaar ludiek protest tegen het uitblijven van adequaat klimaatbeleid is, maar strafbare handelingen zijn.

Rechter Marianne Rootring van de rechtbank Den Haag sprak woensdag over een begrijpelijke, „invoelbare behoefte aan actie” tijdens een snelrechtszitting waar twee klimaatactivisten die vorige week het schilderij Meisje met de Parel in het Mauritshuis besmeurden, terechtstonden. Maar dit was er één waarbij grenzen overschreden waren „en strafoplegging dus op zijn plaats is”.

Het OM had vier maanden cel, waarvan twee maanden voorwaardelijk, geëist tegen Wouter M., de activist die in het Mauritshuis zijn hoofd had vastgeplakt en Pieter G., die de actie gefilmd had. De rechter legde twee maanden cel op, waarvan één voorwaardelijk. Ze vond dat beide activisten hun straf – ze zitten sinds vorige week donderdag vast – meteen moesten uitzitten en dus tussentijds niet vrijkomen. Ook al om herhaling te voorkomen, aldus de rechter.

De rechter zei te hebben meegewogen dat ze met haar uitspraak niet elk initiatief tot demonstreren wilde ontmoedigen. Ze had gekeken of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ruimte bood voor dergelijke acties, artikel 10 bijvoorbeeld, waarin bij het recht op vrijheid van meningsuiting gesproken wordt over symbolic conduct als rechtvaardigingsgrond. „Maar dat kan ik niet begrijpen als u uw hoofd vastplakt aan een schilderij. Dat is geen symbolic act, dan zou geen enkel schilderij in de wereld nog veilig zijn.”

Wouter M., de activist die zijn hoofd tegen het schilderij had geplakt, bekende ronduit schuld. „Ik weet wat ik heb gedaan en waarom. Ik aanvaard elke sanctie die me wordt opgelegd”, zei hij ter zitting in zijn laatste woord. Tegelijkertijd had hij wel goed uitgezocht of zijn actie het schilderij van Vermeer in gevaar zou brengen. En hij was er, na bestudering van beeldmateriaal op internet, „vrij zeker van” dat dit niet zou gebeuren. De glasplaat bedekte het hele schilderij en hij had de lijmtube ook niet helemaal uitgeknepen, om onverwachte schade te voorkomen.


Lees ookWaarom beroemde schiderijen doelwit zijn van klimaatactivisten

De tweede verdachte vond dat hem niets aan te rekenen viel. Hij was naar eigen zeggen een fotograaf en freelance journalist die vanuit Antwerpen met de andere twee verdachten was meegereden en geen flauw idee had wat die in het Mauritshuis van plan waren. De rechter ging daar niet in mee. Juist het filmen van de actie was onderdeel van het hele plan, betoogde ze. De ene verdachte plakte zijn hand naast het schilderij en de tweede zijn hand op het glas. „Dat u dat niet wist, gaat er bij mij niet in.” Daarmee was volgens haar bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan vernieling die voor veel mensen „schokkend” is geweest. „Iedereen kan zich iets voorstellen bij de kwetsbaarheid van zo’n schilderij en het feit dat het mogelijk verloren had kunnen gaan als het verkeerd was gelopen.” De derde verdachte komt vrijdag voor.