Tv-recensie | We slepen de hond mee in de hel zonder daglicht – ons kantoor

De mens domesticeerde de hond – een vroege afstammeling van de wilde wolf. Over wanneer dat precies gebeurde, zijn wetenschappers het niet helemaal eens – de schattingen variëren tussen de 9.000 en 34.000 jaar geleden – maar laten we het er globaal op houden dat het de jager-verzamelaars waren die van de hond een huisdier maakten. Mens blij, want de hond was een handige mede-jager en lekker warm om in koude nachten tegenaan te liggen. Hond blij, want volop etensresten. Kijk je met die historie in het achterhoofd naar de korte 2Doc De kantoorhond (KRO-NCRV), dan kun je alleen zachtjes janken.

Niet de hond, de méns is in de tussenliggende eeuwen getemd, gedomesticeerd en onherkenbaar getransformeerd tot een zittend wezen dat urenlang in stilte naar een beeldscherm tuurt, mechanisch reageert op piepjes en tuutjes, en zich verplaatst op stoelen met wieltjes. De taal is geëvolueerd tot een geheimtaal. Targets. Meetings. Saleswrap. Merchandise. Replacen. Betekenisloos voor wie onbekend is met de kantoortuin. Nee, daar wordt geen hond gelukkig van. 1,3 miljoen Nederlandse werknemers zijn er ziek van. Burned out. Maar wat doen we? We slepen onze huisvriend mee in de hel zonder daglicht. Om het voor óns draaglijker te maken,

Kantoorhond James struint verloren tussen de bureaus, Bobby ligt te liggen bij de stoelpoot van zijn eigenaar en hapt bij het koffie-apparaat aangelijnd naar een bal. Hun eigenaars mogen hun hond meenemen naar het werk, mits ze zich gedragen – de honden. Daartoe dient vooraf een vragenlijst te worden ingevuld en is er een proefdag waarop de hond moet bewijzen dat hij een aanwinst is voor het kantoor. Na afloop volgt goedkeuring, al of niet onder strikte voorwaarden.

Onduidelijk blijft om welk kantoor het in de documentaire gaat, of wat de mensen die er werken daar de hele dag doen. De hond zit op schoot, op tafel of op een stoel bij vergaderingen, een enkele keer wordt er een plasje gepleegd tegen een tussenwand. Alsof je naar Toren C kijkt, de kantoorsatire van Margôt Ros en Maike Meijer. Vervreemdend en lachwekkend, maar ik weet niet of dat komt door de hond in deze omgeving, of de mens.

Danny Ghosen heeft in Florida een reservaat gevonden waar de mens het roofdier is. In het vijfde deel van Danny & The Americans is hij in Lake Shore Village, een trailer park waar voornamelijk mannen wonen. Op hun identiteitskaarten staat, naast naam en foto, wat ze zijn: sexual predator of sex offender. Zedendelinquent. „Je kunt iemand vermoorden, in stukken hakken en verbranden, dan komt er niks op de ID te staan”, zegt Bob. Hij is een van de bewoners van deze adult community waar je struikelt over de borden ‘verboden voor kinderen’ en gasten voor tien uur ’s avonds het terrein moeten verlaten.

Bob betastte zijn stiefdochter toen ze nog geen twaalf jaar oud was. Hij kreeg daarvoor tien jaar cel en daarna een proeftijd van vijf jaar, maar het predikaat zedendelinquent houdt hij levenslang. In Californië geldt voor zijn ‘soort’ de 300 meter-regel, ze mogen niet in de buurt van een school of park wonen, nergens waar maar kinderen kunnen zijn. Dat noopt hen ertoe met gelijkgestemden gemeenschappen te vormen op terreinen buiten de bebouwde kom. Mij lijkt dat dé plek voor kwaaie zaakjes, maar de mannen beweren dat het er veilig is – vooral voor henzelf. Hun daad staat, behalve op hun ID, ook in een onlineregister. Eén druk op de knop en iedereen kent hun kerfstok.

In de krappe twintig minuten die het programma van Danny Ghosen duurt, kom je minder te weten van deze mensen dan je zou willen. Maar mooi dat hij ons een keer meenam naar dit oord voor verbannen mannen.