Tv-recensie | Voor de laatste keer leidt Sir David Attenborough (98!) natuurliefhebbers de wereld rond – inclusief horrorverhalen

Hemelvaart! Dat betekent voor veel Nederlanders vroeg opstaan om te dauwtrappen: door het natte gras wandelen om de ontwakende natuur te begroeten. In sommige Brabantse dorpen kun je bij het ochtendgloren achter een fanfare aan het bos in lopen, zodat je zeker weet dat iedere zomertaling of elk edelhert allang is gevlucht voordat je ze kunt spotten.

David Attenborough mag al zeventig jaar lang dauwtrappend over de wereld trekken. De beroemde Britse natuurfilmmaker vierde woensdag zijn 98ste verjaardag dus zijn bemoeienissen met het derde seizoen van Planet Earth (NPO1) zullen zich wel beperkt hebben tot het inspreken van de commentaren, met zijn kenmerkende hese stem die even rustgevend als urgent klinkt: „This whale… is here… to give… birth…” Toen de peperdure BBC-reeks Planet Earth twintig jaar geleden begon heeft ze de standaard van natuurfilms flink verhoogd. Ook dit derde seizoen zijn de beelden weer adembenemend. Onder leiding van regisseur Nick Easton filmden diverse filmploegen vijf jaar lang in 43 landen.

De eerste aflevering gaat over de kusten; onrustige, fascinerende ontmoetingsplaatsen tussen land- en zeedieren. Aanpassing lijkt het thema van de serie te worden. We zien aan de Zuid-Afrikaanse kust een witte haai jagen op Kaapse pelsrobben. Ja, ook deze natuurfilm richt zich vooral op eten of gegeten worden. Maar er is iets vreemds: de witte haai is gewend om alleen te jagen, maar hier doet ze het met elf anderen. De pelsrobben doen ook iets nieuws: ze verenigen zich om samen de haaien terug te drijven.

In de Noordelijke IJszee heeft de cameraploeg weer een moment van onaardse schoonheid te pakken. Het smeltende ijs haalt bijzondere diertjes naar boven. De gewone vlerkslak, die in het Engels treffender sea angel heet, is een doorzichtig oranje duiveltje dat plots tentakels uit zijn mond kan laten springen. Daarmee vangt hij de zeevlinder – een slakje met vleugels. Ander hoogtepunt: de Australische schuttervis die als een levend waterpistool insecten op twee meter afstand van hun tak spuit. Jonge vissen staan erbij te kijken om het vak te leren.

Omdat Planet Earth de hele aarde wil tonen blijven we altijd maar kort op één plaats. Het programma schakelt razendsnel van Zuid-Afrika naar de Noordpool, naar twee leeuwinnen in de Namibische woestijn, naar een Argentijnse baai waar zuidkapers hun kinderen baren. Ik betreur die grote sprongen. Ik mis hierdoor de samenhang en zou liever wat langer in een gebied blijven hangen.

Horrorverhalen

Natuurfilms zijn op tv altijd geruststellende oases van pracht, troost en verwondering geweest, die de kijkers even ver van de lelijke mensenwereld voerden. Zo idyllisch begint ook deze nieuwe reeks. Maar juist natuurfilms kunnen niet langer om de klimaatcrisis heen en het massaal uitsterven van planten en dieren.

Dus na het eerste halfuur over dappere pelsrobben, gloeiende zeeslakken en spugende vissen komen de horrorverhalen. Een orkaan richt een ravage aan onder een broedende kolonie rode flamingo’s in de Caraïben. Hitte en zeespiegelstijging bedreigen het Australische Raine Island, kraamkamer van de soepschildpad. Daar wordt het zo warm dat de moeders na het eieren leggen de zee niet meer halen. Ze sterven op het strand.

„De kusten zijn de frontlinies van de klimaatverandering” vertelt Attenborough. En: „Het leven is verrassend veerkrachtig, het kan zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Maar er zijn grenzen aan hoe snel dat kan.” Je ziet hem worstelen. De 98-jarige wil graag optimistisch blijven en wederom de tv-kijkers betoveren met een ode aan de majestueuze schoonheid van de natuur, maar hij kan niet anders dan in mineur eindigen. Veel van wat Planet Earth vastlegt, zal straks niet meer bestaan.