Tv-recensie | Tips voor mensen die hopen al swipend De Liefde te vinden – ook handig bij het zappen

Slecht nieuws voor de swipende medemens: datingapps hebben niet het beste met je voor. Of je dat echt ‘nieuws’ kunt noemen valt overigens te betwijfelen, want over het verdienmodel van apps als Tinder en Happn is al het nodige gezegd. Toch was het aangenaam dat Radar (AvroTros) er maandag een item aan besteedde, al was het maar om Antoinette Hertsenberg de woorden „Van Grindr tot Tinder, van Bumble tot Lexa” te horen zeggen. Ze legde ook de basisprincipes van datingapps uit, „voor degenen die er geen ervaring mee hebben”. Dat heb ik altijd een jaloersmakend deel van de bevolking gevonden. Mensen die nooit in de hoogtijdagen van Tinder openingszinnen als „Ik zou wel Nutella van je lichaam willen eten” op hun mobiel hebben zien verschijnen*. Prijs jezelf gelukkig.

Hoe dan ook: aan het minder gelukkige deel van de bevolking had Radar gevraagd een enquête in te vullen over hun ervaringen met datingapps. De ruim 3.600 deelnemers kozen twee gevoelens die het swipen bij ze losmaakte. 43 procent voelde zich hoopvol en 10 procent blij; daar tussenin zat vooral veel negativiteit. 30 procent voelde zich teleurgesteld, 14 onzeker en 12 gefrustreerd. Begrijpelijk: het ís ook onplezierig om een eindeloze stoet profielen aan je voorbij te zien trekken die de ijsbreker „Swipe mij naar rechts, als…” allemaal aanvullen met „jeblieft”. Dat stemt een mens somber.

Toch is het moeilijk zo’n app op te geven: het algoritme is erop gericht je aan het swipen te houden. Klinisch psycholoog Elisabeth Timmermans vergeleek het graag met een spel kaarten en gooide voor de vorm een half pakje op de grond. Eerst een deel naar rechts: „Vind ik leuk, vind ik leuk….” Toen naar links: „Vind ik niet leuk, vind ik niet leuk… Maar je krijgt natuurlijk het idee: er zijn heel veel kaarten. Dus het wekt de illusie dat we oneindig lang verder kunnen swipen.”

Probeer dat toch maar niet te doen, zei universitair hoofddocent sociale psychologie Tila Pronk. Volgens Pronk beoordelen datingappgebruikers gemiddeld 140 profielen per sessie. Een stuk of tien is beter, en die moet je dan heel rustig bekijken. En ze had nóg een tip voor mensen die toch hopen al swipend De Liefde te vinden: „We zien dat mensen heel snel op zoek gaan naar afknappers. Probeer ook eens stil te staan bij de dingen die je wél aanspreken aan een foto of profiel.”

Strijders

Nu moet ik bekennen dat ik bij het zappen (wat toch neerkomt op swipen met een afstandsbediening) niet altijd deze sympathieke methode toepas. Na twee of drie flinke aknappers in een programma is de volgende zender nooit ver weg. Maar nu besloot ik, à la Pronk, te blijven speuren naar aspecten die me wél aanspraken. Om het extra uitdagend te maken koos ik voor de eerste aflevering van Strijders (AvroTros), een spin-off van Kamp Van Koningsbrugge. Over dat laatste programma, waarin deelnemers „de loodzware Special Forces training ondergaan”, zal ik verder niks onaardigs zeggen omdat ik eerder al eens heb geschreven dat het me zo op de zenuwen werkte dat ik aardappels naar mijn tv wilde gooien.

Over Strijders, waarin de kandidaten meedoen aan „een ultiem militair kampioenschap”, zal ik ook niks onaardigs zeggen, want ik zou me niet focussen op afknappers. Ik zwijg daarom over de pompende muziek, Van Koningsbrugges onaanvaardbare metamorfose van De Lama’s-man naar machoman en de verstikkende walm van militaire propaganda. Ik had oog voor wat ik wél leuk vond: een man die op slippers kwam opdagen voor zijn militaire training. Helaas mocht hij niet mee naar de volgende ronde. Misschien zegt dat genoeg.

*Wat me hier nog het meest aan stoort: in dit scenario eet maar één iemand Nutella, en ik ben het duidelijk niet. Volstrekt egoïstisch voorstel. Do better.