
Een dag na het overlijden van de paus was er eigenlijk niets nieuws meer te vertellen. Talkshows Bar Laat en Renze hadden nog een item bedacht rond de vraag of het koningspaar naar de begrafenis zou gaan. Het Achtuurjournaal meldde echter dat die gewoon Koningsdag in Doetinchem vieren, dus dat onderwerp viel in het water.
Omroep KRO-NCRV had een heel Pausjournaal (NPO2) opgetuigd. Bij gebrek aan nieuws vertelden ze alles gewoon nog een keer. Had u al meegekregen dat de paus een „mensenmens” was die in een klein autootje rondreed? De verslaggever sprak met de vrachtwagenchauffeur die de Paasbloemen had gebracht. Hij had er ook verdriet van. Minister David van Weel (Justitie, VVD) bleek voor de wereldvrede te zijn.
Mede doordat ik net Lubach had gekeken, had ik moeite om het Pausjournaal niet als satire te zien. Zie hoe de Vaticaan-watchers enorm genieten van dit moment. Glunderend lepelen ze al hun kennis op over al die malle rituelen. Voor het vraagstuk over de komst van de koning waren ook een paar Oranje-kenners opgetrommeld, en die twee types lijken op elkaar. Ze kunnen allebei langdurig oreren over de geringste details en speculeren over de dingen die ze niet weten.
Dat de paus volgens de Vaticaanwatchers zo „gewoon” was gebleven – eenvoudige werkkleding, schaften in de kantine – deed me denken aan koningin Juliana. Die wilde ook altijd gewoon zijn, op het aanstellerige af. Zo stond ze er ooit op om vanaf het vliegveld van New York gewoon een taxi te nemen, wat voor veel stress zorgde bij haar gevolg. That’ll be fifteen bucks, ma’am. Had ze haar portemonnee wel bij zich? Wanneer een vorst gewoon gaat doen, benadrukt hij alleen maar hoe speciaal hij is. Smeltend vertelden de deskundigen dat de paus eenvoudig begraven wilde worden, gewoon in de Santa Maria Maggiore. Bent u er wel eens geweest? Niet bepaald een houten dorpskerkje. Ik denk dat die basiliek meer kunstschatten bevat dan er in heel Nederland te vinden zijn.
Ontzamelen
De documentaire Dit hoort bij ons (Het Uur van de Wolf, NPO2) had een lastig onderwerp. Het stadsmuseum van Zoetermeer ging sluiten, wat ik niet per se erg vond, en dat was wel het uitgangspunt van regisseur Barbara Makkinga. Zij volgde het „ontzamelen” van de collectie. Het volk mocht meebeslissen wat er van de kunstschatten bewaard moet blijven. Vervolgens kwam er een enorme berg bric-à-brac in beeld met opvallend veel huishoudelijke spullen uit de jaren zestig en zeventig. Een van de bezoekers verwoordde treffend mijn gevoelens: „Mijn moeder zou zeggen: gooi die rotzooi toch weg. Maar dat is mijn moeder”.
Het hielp als er een verhaal aan de voorwerpen hing. Nog beter als dat verhaal over de Tweede Wereldoorlog ging. Zo was er het gebedenboek dat de dominee aan de Joodse peuter had gegeven die bij hem zat ondergedoken. En een vliegeniersbril uit een Amerikaanse B-24 bommenwerper die in Zoetermeer was neergestort.
Een klein deel van de spullen ging naar andere musea. De rest werd onder het volk verdeeld of naar grof vuil gebracht. Dat een voorwerp werd bestempeld als belangrijk genoeg om bewaard te blijven, bleek een twijfelachtige eer: dan verdween het in een gesloten stal die dienst deed als stadsarchief. Een verzamelaar die alles wist van de neergestorte bommenwerper – hij had een tatoeage van de B-24 op zijn onderarm – ging met lege handen naar huis. De vliegeniersbril verdween in die stal.
Ik moest er een beetje inkomen, maar de documentaire had een aangenaam weemoedige, licht ironische toon. We klampen ons vast aan onze spulletjes, maar vroeg of laat komt de Grote Vuilnisman. Verdorren zal gras, verwelken een bloem, alleen het woord van onze God houdt stand in eeuwigheid.
