Tv-recensie | Gijs Groenteman en het organisme waar zijdeuren uit groeien

Ik heb eigenlijk nog geen idee wat het gaat worden, zei maker Gijs Groenteman van tevoren tegen de VARAgids over zijn nieuwe cultuurprogramma Groenteman op zondag. Altijd bescheiden blijven in Nederland, tenslotte, als het om cultuur gaat. Vooral niet te hoog van de toren blazen. Cultuur? We zien wel, jongens. In NRC herhaalde hij het zaterdag , net zo laconiek: „Meestal weet ik pas na een paar afleveringen wat ik precies aan het maken ben.”

Maar halverwege de eerste aflevering zondag wist ik eerlijk gezegd ook niet precies wat hij nu aan het maken was – en dat is niet per se kritiek. Een gezellige stamtafel, een muzikale show, opera buffa, theater? Groenteman is een veteraan van laid back humor in tandem met Marcel van Roosmalen, met wie hij te zien is in Media Inside (2021), Van Roosmalen & Groenteman (2023) en Marcel & Gijs (2023). Dat zijn programma’s waarin het format dienstknecht is van de improvisatie. Kan dat ook in een cultuurprogramma, dat papieren, gevouwen scheepje in de Hilversumse branding?

De muzikale aftrap in de Lichtfabriek te Haarlem mocht er wat mij (1960) betreft in elk geval zijn: die was voor Corry Konings, bekend van De Rekels en de hit Huilen is voor jou te laat (1970). Zij mocht de show campy openen met: „Mooi was die tijd, toen wij verliefd en samen waren.” Zeg het ze, Corry. En er was meer muziek, van de 22-jarige Froukje Veenstra (met haar eerste album Noodzakelijk verdriet hoog in de hitlijsten – pluggen hoort er bij), die aantrad voor twee nummers en een sloom meanderend gesprek. Aangevuld met een video-item over tapdansen en twee gesproken recensies.

Maar de ster van de avond was de 91-jarige actrice Annemarie Prins, die in het theater staat met een in NRC lovend besproken monoloog. Aan tafel bij Groenteman wandelde ze ook een monoloog in, een absurdistische, toen hij vroeg naar haar favoriete liedje („Ik ben aan het lullen, maar ik weet niet waarover”). Het mondde uit in een onnavolgbare metafoor over „organismen en daar ontstaan zijdeuren uit” – en zij was dan zo’n zijdeur. Ik verwachtte dat op dat moment Marcel van Roosmalen uit een zijdeur de studiovloer op zou springen, met confetti, maar helaas. Gekeken – en gegoogeld – werd er wel, op nrc.nl dook de recensie van Prins’ voorstelling subiet op bij de ‘Meest Gelezen’ stukken.

Fragiele kunstenaars

Hoe serieus moet je een cultuurprogramma nemen dat zichzelf – de eerste keer – nou niet bloedserieus neemt? Ook dat is niet per se kritiek. Een diep-ernstige aanpak heeft zo zijn risico’s voor fragiele kunstenaars. Neem het gereputeerde Zeeman met Boeken, dat Joost Zwagerman een literair trauma bezorgde omdat de gastheer zijn roman vol afschuw van zich afwierp. Of De Plantage, waar Joost Zwagerman een literair trauma opliep omdat Hanneke (de moeder van Gijs) Groenteman hem vermanend aanspoorde nu eens échte karakters te gaan schrijven.

Toen kwam – minder ernstig, maar in een strak corset – de doorgedraaide wereld van ‘Matthijs’, een man van wie je vermoedt dat hij het spreektempo op televisie – en wie weet van de halve bevolking – eigenhandig een paar tandjes heeft opgevoerd. Zijn veel geprezen, uiteindelijk in ongenade gevallen DWDD was de ultieme viering van middle brow, een publieksvriendelijke brug tussen lage, hoge en modale cultuur. Een altijd jubelende stamtafel waar – opluchting – Joost Zwagerman aanschoof en eindelijk eens niet werd gekleineerd of gekapitteld door zijn gelijken, maar als docent voor alle leeftijden andermans kunst mocht aanprijzen met een tempo dat niet onderdeed voor dat van de gastheer.

En Groenteman? Niet te snel oordelen, ik heb als invaller in deze rubriek ook een paar keer nodig om erin te komen, zeker als iemand wiens tv-paspoort is gestempeld door Bonanza en Wie van de drie. Volgende week dus maar weer kijken.