Nieuwsuur (NPO 2) had een wonderlijk interview met Sven Koopmans, de EU-gezant die werkt aan een tweestatenoplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict. „Dat lijkt me een ingewikkelde baan, vrede in het Midden-Oosten bewerkstelligen”, opende presentator Jeroen Wollaars. De diplomaat repliceerde: „Het is niet makkelijk, maar niemand verwacht van mij dat het lukt, dus de druk is minder.” Je moet er eigenlijk zijn olijke blonde VVD-hoofd bij zien, toen hij dit zei. Nou ja, een opgeruimd karakter is waarschijnlijk een voordeel in zijn werk.
Wollaars vond het vreemd, werken aan een aparte, volwaardige staat voor de Palestijnen, terwijl die oplossing met de Israëlische aanvallen op Gaza en Libanon verder weg lijkt dan ooit. De animo in Israël is nihil, die onder Palestijnen zou slinken. Maar Koopmans vond dit juist een goed moment: „Nu kijkt iedereen, nu ziet iedereen dat het nodig is.”
Na Nieuwsuur volgde een schokkende Britse documentaire die elk sprankje hoop de grond in trapte. In Israel – Gaza: Into the Abyss (NPO 2) concentreert regisseur Robin Barnwell zich op de slachtoffers van de oorlog tussen Hamas en Israël. Hij toont hun verhalen, hun videobeelden, over hoe ze de aanvallen overleefden, kinderen en andere familieleden verloren, hoe ze ontvoerd werden.
De Israëlische Gali en haar gezin woonden in de kibboets Nahal Oz, vlak bij de grens met Gaza. Op 7 oktober 2023 werden zij overvallen door Palestijnse Hamasstrijders die de tienerdochter doodschoten en de vader ontvoerden. Opmerkelijk is dat de overvallers een livestream ervan maakten. Je ziet tergend lang het gezin op de grond in de huiskamer zitten, verpletterd en doodsbang. De vader zit onder het bloed van zijn dochter. Waarom filmden ze dit? Waarom beleefden ze zoveel trots en plezier aan het kapotmaken van een onschuldig gezin, dat ze dit aan de wereld wilden tonen?
Bekende valkuil
De diepe haat aan beide kanten is misschien wel het moeilijkste om te aanschouwen. Je ziet de bevolking van Gaza juichen op 7 oktober om het bloedbad dat Hamas aanrichtte. Je ziet Israëlische soldaten onder het genot van een waterpijp juichen terwijl ze de nachtelijke bommenregen op Gaza aanschouwen. „Er zijn geen onschuldige mensen in Gaza”, zegt een Israëlische vrouw. Hoofdchirurg El-Ran van het vernietigde Indonesische Ziekenhuis in Gaza zegt: „Zij hebben ervoor gekozen om monsters te worden. Daarom zijn ze dood voor mij.”
Barnwells inzet is om de oorlog van Israëlische én Palestijnse zijde te laten zien. De documentaire bevat verhalen van Israëlische slachtoffers van de terreuraanslag op 7 oktober en van Palestijnse slachtoffers van de genocide in Gaza die hierop volgde. De wens om beide kanten te laten zien is een bekende valkuil in de journalistiek. False balance of bothsideism kan een verslag gebalanceerd en neutraal doen overkomen terwijl het de enorme machtsongelijkheid tussen Israëli’s en Palestijnen, en het schaalverschil tussen de Hamas-aanval van 7 oktober en de hierop volgende Israëlische aanval op Gaza en Libanon, buiten beschouwing laat.
Dat dreigt ook in deze documentaire, vooral omdat Barnwell bewust minimale context geeft. Hij wil een gezicht geven aan de slachtoffers en laat daarom de politiek en de geschiedenis zoveel mogelijk erbuiten. Hier en daar zit een tekstbord met wat feiten. Als dit het enige verslag is wat je over Gaza zou zien, dan zou dat een probleem zijn. Dan zou bijvoorbeeld die aanslag van 7 oktober uit de lucht komen vallen.
Maar als aanvulling is Israel – Gaza: Into the Abyss zeker waardevol, omdat je de burgers zelf aan het woord hoort. Omdat je kunt meeleven met een dochter die in een kledingstalletje naar de resten van haar vader zoekt, met een moeder die haar dochter vermoord ziet worden. Dat raakt – los van waar je staat in het conflict.
Tien jaar geleden werd hij in één klap wereldberoemd met zijn boek Sapiens (meer dan veertig miljoen verkochte exemplaren). Het maakte de – tot dan toe onbekende – historicus Yuval Noah Harari tot bestsellerauteur. Zijn thema: de mensheid. In zijn nieuwste boek Nexus waarschuwt hij diezelfde mensheid voor een groot gevaar: AI.
Met Pieter van der Wielen praat hij over zijn gewoonte iedere dag twee uur te mediteren, om ruimte in zijn hoofd te maken en de realiteit te blijven zien. Hij legt uit dat geschiedenis voor hem niet de studie van het verleden is, maar van verandering. AI is het eerste ‘door de mens gemaakte voorwerp’ dat zélf ideeën en concepten kan maken. Dat heeft voordelen, zoals betere medicijnen, maar is ook bedreigend: het kan zelf wapens maken en politieke ideologieën bedenken. Waarom dat gevaarlijk is? “AI is intelligenter dan de mens, maar heeft geen ‘consiousness’, het voelt geen verschil tussen liefde en haat.” Over het geweld en de grote conflicten van deze tijd zegt hij dat we als mensheid periodes van veel conflict gehad, en van minder conflict. “De mensheid ís in staat om in meer vrede te leven. Het is belangrijk dat we daarin blijven geloven, en weten dat vrede óók een realiteit is.”
Mediabedrijf DPG is volledig eigenaar geworden van het audioplatform Fluister. Dat heeft het platform voor podcasts, e-books en luisterboeken donderdag per mail gemeld aan haar abonnees. Twee jaar geleden werd Fluister opgericht door enkele grote boekenuitgeverijen, boekhandels en DPG.
Het van oorsprong Vlaamse DPG is in Nederland het grootste mediabedrijf, met onder meer het AD, de Volkskrant, Trouw, NU.nl, tal van regionale kranten, radiostations (Qmusic en Joe), tijdschriften (waaronder Libelle, Margriet en de Donald Duck) en met Fluister ook een eigen audioplatform. Eind vorig jaar deed DPG bovendien een bod van 1,1 miljard euro op RTL Nederland, waarmee het bedrijf ook televisie en streaming aan zijn portefeuille toevoegt, als althans de Autoriteit Consument en Markt toestemming voor de overname geeft.
Met de toenemende belangstelling voor podcasts is het voor uitgevers belangrijk om een eigen platform met een app te hebben, waarop de podcasts beluisterd kunnen worden. Als podcasts via ándere apps zoals Spotify of Podimo beluisterd worden, profiteren die ook van eventuele reclame-inkomsten en beschikken die over de data van de luisteraars. Uitgevers houden de contacten met hun klanten liever exclusief, met een eigen luister-app zoals Fluister.
Toegevoegde waarde
„DPG Media gelooft in audio (podcasts/luisterboeken) en ziet de toegevoegde waarde van het hebben van een eigen audioplatform in ons portfolio”, aldus een woordvoerder van DPG. „Daarnaast geeft deze uitbreiding ons meer flexibiliteit om hierin een eigen koers te varen.” Over die koers wil DPG alleen zeggen „dat we vooral zoeken naar mooie combinaties met onze magazines en nieuwstitels”. Over het aantal abonnees van Fluister en de overnameprijs doet DPG geen uitspraken.
Paulien Loerts, directeur van Singel Uitgeverijen (onder andere Querido en De Arbeiderspers) zegt dat extra investeringen nodig zijn om het platform optimaal te laten draaien. Voor de uitgevers (naast Singel ook VBK en WPG) en boekhandels (Libris) waren die kosten te hoog. „Er moest te veel geld bij”, zegt Loerts.
Wel blijven deze bedrijven in elk geval de komende vijf jaar als strategisch partner aan Fluister verbonden – bijvoorbeeld om boeken op het platform voor te stellen. Het platform heeft lang gekampt met opstartproblemen, omdat de software-ontwikkelaars uit Oekraïne door de grootscheepse Russische inval in 2022 niet op tijd konden leveren.
Lees ook
De podcastmarkt is in beweging. Wie wordt dominant?
Jochen Mierau is toevallig net de biografie over Samuel van Houten aan het lezen, de liberale politicus van het Kinderwetje uit 1874, tegen ‘overmatigen arbeid van kinderen’. „In die tijd zeiden mensen ook al: gezondheid is een randvoorwaarde voor economische ontwikkeling.” 150 jaar later is dat niet anders. Om te produceren zijn mensen en machines nodig, maar ook gezondheidskapitaal. „Je kunt een goede opleiding en een laptop hebben, maar als je ziek thuis zit, heb je er niets aan.”
Jochen Mierau is hoogleraar economie van de volksgezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en wetenschappelijk directeur van Lifelines, de biobank met de grootste Nederlandse populatie. De overheid moet grenzen stellen aan industrieën die de volksgezondheid schaden, stelt Mierau, die er deze maand ook in het economisch vakblad ESB over schrijft. Hij pleit bovendien voor preventie, terwijl zorgminister Fleur Agema (PVV) deze week nog een bezuiniging van 252 miljoen euro uitwerkte onder meer op preventie.
Het gesprek in Utrecht, waar Mierau eerder die dag een bijeenkomst had met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, gaat net zoveel kanten op als het werk van de hoogleraar. Maar met één rode draad: de markt schaadt de volksgezondheid en de overheid moet ingrijpen.
Als het over volksgezondheid gaat, haalt u nogal eens Marx aan. Waarom?
„Het kapitalisme, zei Marx, buit mens en natuur uit. Dat is niet zozeer een waardeoordeel, eerder een vaststelling. Bedrijven moeten de productiekosten zo laag mogelijk houden om te kunnen concurreren, en één manier om dat te doen is door je medewerkers uit te buiten. Maar zodra de overheid probeert uitbuiting tegen te gaan met wetgeving, zullen bedrijven daar meteen omheen werken. De dagloners werden afgeschaft, maar met de komst van uitzendbureaus in de jaren zeventig en daarna de zzp’ers konden bedrijven mensen toch weer uitbuiten.
„Het is een kat-en-muisspel waarbij bedrijven vaak sneller zijn dan de wetgever kan bijbenen. De overheid loopt er de hele tijd achteraan te reguleren. Je moet goed kijken: welke innovatie is positief en wat is een poging om regels te omzeilen? Kapitalisme is niet slecht, maar je moet uitbuiting wel aanpakken.”
Dit voorjaar hebben we eens uitgerekend wat een daling van obesitas zou doen met de economische groei
U trekt dat door naar de ongezonde producten die bedrijven maken.
„Er zijn allerlei cynische voorbeelden. Fabrikanten die zuivel in hun frisdrank doen om een suikertaks te ontlopen bijvoorbeeld. Bedrijven mogen heel veel ongezond voedsel verkopen en daar reclame voor maken. En aan de andere kant is er een sterke lobby van bedrijven die mensen als ze eenmaal ziek zijn weer beter maken. Ik noem dat het dubbele verdienmodel van ziekte. Philip Morris belichaamt beide kanten: enerzijds maken ze mensen ziek met tabak, maar ze kochten ook een bedrijf dat puffers voor astmapatiënten maakt.
„We verwachten van dokters dat ze mensen beter maken. Maar op bevolkingsniveau is daar nauwelijks gezondheidswinst te halen. Dan moet je kijken naar ongezonde producten, schimmelwoningen of arbeidsomstandigheden. Allemaal kwesties die samenhangen met armoede.
„Het verband tussen armoede en ziekte is duidelijk. Maar Nederland wil nog steeds een lagelonenland zijn. In plaats van armoede aan te pakken en mensen een inkomen te garanderen waarvan ze behoorlijk kunnen rondkomen, hebben we een enorm toeslagenstelsel opgetuigd. Eigenlijk is dat ongeoorloofde staatssteun voor bedrijven die daarmee de lonen laag kunnen houden: Albert Heijn kan zijn medewerkers minder betalen dan ze nodig hebben om rond te komen, omdat de overheid het lage loon aanvult. Dat winstmotief is overal aanwezig.”
Maar bedrijven hebben toch ook baat bij een gezonde bevolking?
„Zeker, als medewerkers ziek worden moeten ze de eerste twee jaar het loon doorbetalen, bedrijven staan wel degelijk aan de lat. De krapte op de arbeidsmarkt maakt de noodzaak om mensen gezond te houden bovendien alleen maar groter. Dus bedrijven beginnen elkaar nu ook aan te spreken: mijn medewerkers worden ziek, doordat ze de rotzooi eten waarvoor jullie reclame maken. Maar ze vragen wel een gelijk speelveld: er moeten duidelijke regels komen die voor iedereen gelden.
„Dit voorjaar hebben we eens uitgerekend wat een daling van obesitas zou doen met de economische groei. Deze vingeroefening liet zien dat als het percentage mensen met overgewicht tegen de trend in niet verder groeit, dat twee miljard euro per jaar winst oplevert, omdat meer mensen blijven werken en ze daarbij productiever zijn.”
De maatschappelijke baten van preventie blijven vaak buiten beeld, terwijl die voor medicijnen wel berekend worden
U hebt aan een model gesleuteld om zorgstelsels in verschillende landen te beoordelen. Wat viel daarbij op?
„Wij hebben de gangbare kijk op zorgstelsels uitgebreid met de vraag hoe het in verschillende landen gaat met volksgezondheid en preventie. Dan zie je dat weinig rekening wordt gehouden met die commerciële determinanten van gezondheid, dat kat-en-muisspel tussen industrie en overheid.
„Ook zagen we dat preventie in de begrotingen van landen wordt gezien als een kostenpost en niet als een investering in gezondheidskapitaal. Terwijl veel preventiemaatregelen helemaal niet duur hoeven te zijn: een suikerbelasting levert meer geld op dan die kost.
„De maatschappelijke baten van preventie blijven vaak buiten beeld, terwijl die voor medicijnen wel berekend worden. Bij medicijnen kijken we of de kosten opwegen tegen de quality-adjusted life years, de extra gezonde levensjaren. Bij preventie is vaak de enige vraag: gaan de zorgkosten omlaag als we die maatregelen nemen? Je zou dezelfde vraag moeten stellen als bij medicijnen: zijn de kosten te billijken door de extra gezonde levensjaren voor de bevolking? Dan kan het goed zijn dat een deel van het zorgbudget verhuist naar preventie, omdat een euro daar meer oplevert.”
Toch is er weinig bewijs dat mensen afvallen van leefstijlbegeleiding of een lage btw op fruit, terwijl de effectiviteit van een medicijn als Wegovy duidelijk is aangetoond.
„Waarom hebben we zoveel bewijs voor medicijnen? Farmaceutische bedrijven zijn bereid te investeren in het onderzoek, omdat ze weten hoeveel geld er met dat bewijs te verdienen is. Maar waar haal je 400 miljoen vandaan als je wilt aantonen dat elke dag 10.000 stappen zetten gezond is?
„Er is een verschil tussen klinische geneeskunde en publieke gezondheid. Medicijnen en operaties hebben een groot effect bij een kleine groep. Bij preventie gaat het om kleine effecten bij een grote groep, die moeilijk bij individuen te bewijzen zijn. Als we allemaal één biertje minder drinken, en er zit minder zout in ons brood, zijn de baten voor de hele bevolking groter dan wanneer we een kleine groep alcoholisten of nierpatiënten behandelen. Natuurlijk moet iemand met longkanker behandeld worden, maar de grootste daling in longkankersterfte die we in Nederland zagen, kwam door preventie: het rookverbod en hogere accijns.”
Mensen komen in het ziekenhuis met longklachten, terwijl ze al tien jaar in een schimmelwoning zitten
We worden steeds ouder en tegelijk nemen de gezondheidsverschillen toe. Hoe kan dat?
„Dat heeft ook met welvaart te maken. De armste mensen werden in de vorige eeuw niet zozeer ongezonder, maar de rijkere groep werd sneller gezond. De hoop was de armen die achterstand wel zouden inhalen, maar de kloof is groter geworden.
„Ultrabewerkt voedsel, slechte arbeidsomstandigheden aan de onderkant van de arbeidsmarkt, de sociale woningbouw… Mensen komen in het ziekenhuis met longklachten, terwijl ze al tien jaar in een schimmelwoning zitten. Als je basisvoorzieningen zoals volkshuisvesting verwaarloost, gebeurt dat soort dingen. Die problemen lost de zorg niet op. De overheid heeft als doel gesteld om het verschil in levensverwachting 30 procent te laten dalen, maar als het puntje bij paaltje komt, is er eigenlijk niemand verantwoordelijk.”
Lees ook
‘De overheid moet de vrijheid waarborgen om gezonde keuzes te kunnen maken’
De rechter houdt de staat wel aan klimaatdoelen, waarom is er geen Urgenda voor de volksgezondheid?
„Ik denk wel dat zo’n zaak kans maakt, we onderzoeken in Groningen hoe we internationale verdragen kunnen aangrijpen om de gezondheid te beschermen. Het is ook niet zo dat er niets gebeurt, maar de maatregelen die écht schuren, waar de industrie niet mee kan leven, die komen er niet.”
De link tussen armoede en gezondheid is inmiddels duidelijk aangetoond, onder meer in het Lifelines-onderzoek, dat u leidt. Wat valt er nog onderzoeken?
„Poverty is not destiny, is wat de Britse epidemioloog Michael Marmot zei. Het interessante is dat de verschillen binnen sociaal-economische groepen groot zijn, misschien wel groter dan de verschillen tussen die groepen. Er zijn veel rijke mensen die ongezond zijn. Maar heel veel arme mensen zijn hartstikke gezond, en er zijn arme wijken waar mensen gemiddeld heel gezond zijn. Waar komt dat door?
„Waarschijnlijk levert het ook betere wetenschap op als je mensen met die vraag laat participeren in het onderzoek. Bovendien doorbreekt die benadering het politiek wenselijke verhaal dat het allemaal wel goed komt als iedereen rijk is.”