Ik ben lang niet altijd fan van de programma’s van Ewout Genemans. Hij heeft nogal een neus voor sensatie en mag die voorkeur graag breed uitmeten op tv. Maar eerlijk is eerlijk, zijn reeks over de Nederlandse politie is boeiend en inzichtelijk. Ja, een tikje sensatie zit er wel bij, maar dat kun je hem bij dit onderwerp moeilijk kwalijk nemen. Eerder volgde hij agenten tijdens hun werk in Amsterdam en Eindhoven, Den Haag en Arnhem. Dit seizoen heet het programma Bureau Rotterdam en wordt dinsdags uitgezonden bij RTL4 en is te zien op Videoland. Ruim een half jaar volgde hij Rotterdamse politieduo’s. Zijn eigen rol blijft bescheiden. Op afstand volgt hij wat er gebeurt, voor zover dat mogelijk is in alle tumult. Zich ermee bemoeien doet hij sporadisch en na afloop doet hij een soort debriefing van de agenten.
Hoofdagenten Brian en Keashia kalmeren in één vrijdagavonddienst een opgefokte man op de Nieuwe Binnenweg, beslechten een ruzie tussen twee mannen in de nachtopvang en rijden met spoed door naar een vechtpartij tussen twee vrouwen bij een metrostation bij de McDonald’s. Ze praten met mensen die schreeuwen, ze ruiken of er alcohol in het spel is, ze controleren of er meer wapens zijn dan vuisten en schoenen. En ondertussen proberen ze chocola te maken van wat de ene partij de andere verwijt en nemen stante pede een beslissing. De opgefokte man wordt heengezonden, de dakloze die in z’n buurmans oor beet wordt meegenomen naar het bureau, de ene vechtende vrouw wordt aangehouden wegens vechterij, de ander krijgt een bekeuring voor openbare dronkenschap. Onder invloed was trouwens iedereen voor wie de agenten die avond uitrukten, was het niet van drank dan wel van iets anders.
Wat je bij Bureau Rotterdam ziet, las je vorige week uitgebreid in NRC. Politiemensen van alle elf eenheden in Nederland vertelden dat ze het „werkaanbod” niet meer aankonden. Een onbedoeld grappige manier om te zeggen dat ze het veel te druk hebben. Ze hielden zich te veel bezig met „incidenten”, hadden „te weinig ogen en oren in de wijken” en moesten, noodgedwongen, criminelen laten lopen. Eén opmerking, van politiechef Wilbert Paulissen van Eenheid Noord-Brabant, was me bijgebleven: „We schieten vaker op verwarde personen dan op criminelen.”
Lopen en plassen combineren
De man met z’n geslachtsdeel uit zijn broek, die agenten Robin en Anouk op klaarlichte dag aantreffen. Is dat een crimineel? Tuurlijk niet. Het is een oudere, wat verwarde man die lopen en plassen combineerde. Pak je die op? Nee, zeg, want waar laat je hem dan? Die twee mannen in het park dan, waar niet één duo, maar drie duo’s politie omheen staan, plus nog twee ambulance-verpleegkundigen. Boeven? Zo klonk het wel. De melding betrof een ‘opengesneden nek’. De man blijkt door een ‘vriend’ op z’n hoofd geslagen met een fles. Ze hadden ruzie. Hij zit, bloedend en woedend, briefjes geld doormidden te scheuren. Acht mensen zijn er nodig om zijn hoofd verbonden te krijgen. En dan? Dan niks. Voor aanhouding is geen reden, en hij is bovendien te dronken om aangifte te doen. De man die stampij maakt in de supermarkt houdt ook zes agenten van hun werk. Agent Nadia incasseert zijn bedreigingen, beledigingen en spuugspetters en commandeert hem naar de overkant van de straat. Zo, zegt haar collega Joyce als hij eindelijk uit zicht is. „Ik ga liever een echte boef vangen.”
Diezelfde Nadia en Joyce stuiten op een scooter dwars over de weg. Zoon reed, vader zat achterop en die ligt nu in de kreukels. De agenten stelpen zijn wonden. De zoon krijgt een „boos ambtelijk gesprek”. Hij is stomdronken, maar hoeft niet mee naar het bureau. „Sneu om hem nu aan te houden”, zegt Joyce. „Je moet wel menselijk blijven.” En praktisch bovendien.