Eva Jinek moeten we in de gaten blijven houden – die had op de tweede dag van haar nieuwe talkshow de boel alweer compleet omgegooid. Een vage rubriek bleek na één dag in de wieg gesmoord, en ze had de volgorde omgegooid: eerst politiek, dan de zanger, dan de massazaaddonor, en op het eind pas het liedje. Om die donor ging het natuurlijk: Jonathan Meijer, de goudgelokte vader van minstens 550 kinderen. Tussendoor verscheen hij steeds alvast in beeld (blijf kijken!). Daar schrok ik dan van. Ik begon op te zien tegen het interview.
Jinek had deze man een jaar geleden ook al in haar show, maar nu is er een Netflix-documentaire, The Man with a 1000 Kids, dus wilde zij hem nog een keer onder handen nemen. Meijer probeert die documentaire via de rechter te verbieden want volgens hem is het een „sensationeel filmpje” dat de waarheid geweld aandoet. Zo berekenden de makers dat Meijer minstens drieduizend kinderen moet hebben, wat volgens hem niet klopt. Jinek wilde van hem weten waarom hij aanstaande moeders niet heeft verteld over zijn omvangrijke nageslacht. Vorig jaar verbood de rechter Meijer om zaad te doneren wegens het gevaar op incest tussen de nakomelingen.
Je vraagt je af wat zo’n man bezielt om toch weer naar de studio te komen; Jinek liet geen spaan van hem heel. Scherp, vasthoudend en net genoeg geëmotioneerd ondervroeg ze de serial donor. Vuurwerk! Jinek op haar best. Veel leverde het verder niet op: zijn mogelijke zaak tegen Netflix is volgens de juristen kansloos, en Meijer blijft gewoon doorgaan met kinderen verwekken, zij het op een lager pitje.
Een Ruysdael!
Mensen met een hobby. Snel naar een héél beschaafde documentaire. Oeke Hoogendijk, bekend van Het Nieuwe Rijks en andere documentaires over de kunstwereld, portretteert in Made in Holland – De Grote Gift (Het Uur van de Wolf, NPO 2) twee Amerikaanse echtparen die 17de-eeuwse Nederlandse schilderijen verzamelen. De film begint sterk: gewoon twee oudere mensen die scharrelen in hun grote huis, maar de camera laat en passant zien wat er aan de muren hangt. Hé, is dat geen Ravesteyn in de hal? Is dat stilleven in de keuken soms van Pieter Claesz.? Hé, een Ruysdael! Blijkt dat het Nederlands-Amerikaanse echtpaar De Mol van Otterloo voor miljoenen aan Hollandse meesters aan de muur heeft hangen – de grootste particuliere verzameling ter wereld.
De schilderijen zijn hun kinderen, zeggen ze. Ze praten erover als dierbare familieleden. Zo ziet de man de oude Aeltje (Rembrandt, 1632) als de moeder is die hij nooit had. De vrouw van het andere verzamelaarspaar zegt over de stoere Cunera (Frans Hals, 1625) die boven de bank hangt: „Ze heeft een geweldige karakter, ik vraag haar elke avond om advies.” Schuin tegenover Cunera hangt een gezicht op Haarlem van Ruysdael, zodat de zeventiende-eeuwse bruid naar de schoorsteen van haar eigen huis kan kijken.
De camera gaat ook mee als de Otterlootjes gaan shoppen in Engeland. In een landhuis van een kunsthandelaar hangt een Netscher die ze begeren. Als het schilderij in een museum zou hangen, zou je eerbiedig afstand houden, anders gaat het alarm af. Maar hier tillen ze het gewoon van de muur, halen het uit de lijst, zetten het in de zon op een tuinbankje. O, krasje erbij in het vernis – geeft niets.
De twist die in de titel is aangekondigd komt na 38 minuten: de echtparen zijn op leeftijd dus ze denken eraan de collectie aan een museum te schenken. Het Rijksmuseum komt even hoopvol in beeld, maar nee, die hebben al zo veel. Dus wordt Boston de gelukkige. In één klap wordt het museum daar het toonaangevende Amerikaanse instituut van Nederlandse 17de-eeuwse schilderkunst. En de verzamelaars zitten thuis tegen lege muren aan te kijken, wachtend op een nieuwe hobby.