N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wapenhandel Oekraïne en Rusland zoeken allebei wapentuig van Sovjetmakelij. Wie dat vindt, kan grote winsten maken. De Nederlandse tussenhandelaar ARLE was bij zo’n deal betrokken.
Een wapenhandelaar van het Estse Bristol Trust stuurt op 16 maart 2022 een factuur aan het Nederlandse ARLE. Als dit bedrijf uit Uden, handelaar in „tactische apparatuur”, 3,3 miljoen euro overmaakt, wordt het eigenaar van honderd draagbare raketwerpers en vijfduizend bijbehorende antitankraketten.
Het is een markant aanbod, zo blijkt uit onderzoek van The Investigative Desk en Lighthouse Reports. Rusland is drie weken eerder Oekraïne binnengevallen. Het lukt de Oekraïners de opmars te stuiten, maar de strijd is zo heftig dat de munitie op dreigt te raken. Om het vol te houden, is vooral behoefte aan munitie van Sovjetmakelij, die nog volop in gebruik is bij het Oekraïense leger en in veel Oost-Europese landen.
Slechts een handvol NAVO-landen produceert dit type munitie, waaronder Bulgarije, Roemenië en Tsjechië. Maar hun productiecapaciteit is onvoldoende om de Oekraïense oorlogsinspanning op gang te houden. En dus ontstaat al snel een wereldwijde zoektocht naar Sovjetmunitie. ARLE heeft succes, afgaand op de factuur. Want Bristol Trust biedt precies dat type munitie aan.
Dan ga je nadenken: welke landen kochten dertig of veertig jaar geleden draagbare luchtdoelraketten? Oké, dan gaan we daarheen.
Wapenhandelaar
Als de factuur in handen komt van NRC en zijn onderzoekspartners, begint een zoektocht die een kijkje oplevert achter de schermen van de internationale wapenhandel. Op die markt is Oekraïne wanhopig op zoek, wordt buitensporige winst gemaakt en zijn deals met schimmigheid omgeven. Een wapenhandelaar die anoniem wil blijven omdat hij bedreigd zegt te worden, vergelijkt de situatie met de zoektocht naar mondkapjes vlak na het uitbreken van de coronacrisis. Hij noemt de wapenmarkt „een verdomde chaos”.
In die chaos mist ARLE de deal toch. Niet veel later lukt een andere koop van wapens voor Oekrïane bij Bristol Trust wel. Hoeveel ARLE eraan verdient, is onduidelijk; de Esten houden er een lucratieve commissie aan over: 2 miljoen euro.
En dan te bedenken dat Oekraïne voorheen de wapens rechtstreeks bij de producenten kocht, voor aanzienlijk lagere prijzen.
Hectische situaties
In zijn zoektocht naar wapens en munitie van Sovjetmakelij krijgt Oekraïne steun van de Amerikaanse en Britse overheid, die overal ter wereld voorraden opkopen. Particuliere handelaren en bedrijven spelen hierbij een cruciale rol. Zij kennen de markt goed en hebben een uitgebreid netwerk.
Zo kochten wapenhandelaren na de Russische invasie van Oekraïne voorraden Sovjetwapens en -munitie in Koeweit, Soedan en de Filippijnen, zegt een daarbij betrokken handelaar die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven.
Hij is zelf voortdurend op zoek naar fabrikanten en landen waar hij voorraden wapens verwacht die Oekraïne nodig heeft. „Dan ga je nadenken: welke landen kochten dertig of veertig jaar geleden draagbare luchtdoelraketten? Of munitie? Was dat Mauritanië? Oké, dan gaan we daarheen.”
Rusland raakt door zijn wapens en munitie heen en is hard op zoek naar nieuwe voorraden. Dat drijft de prijs op.
Die zoektocht leidt tot hectische situaties. Om voldoende wapens te vinden, kan deze handelaar inmiddels niet meer op één leverancier terugvallen, want vrijwel alle grote voorraden zijn opgekocht. Zo’n operatie verloopt nu via tientallen kleine fabrikanten en tussenpersonen – „een logistieke nachtmerrie”.
Tussenhandelaren hebben een functie op de wapenmarkt, doordat ze partijen bij elkaar brengen en betalingen garanderen. Ze kunnen er ook voor zorgen dat kopers en verkopers die liever niet bekend worden, buiten beeld blijven. Zo weigerde Bulgarije tot december rechtstreeks aan Oekraïne te verkopen, uit angst voor repercussies van het Kremlin. Door gebruik van tussenhandelaren konden de Bulgaren in het geheim voor miljarden euro’s wapentuig verkopen aan Oekraïne.
De inzet van tussenhandelaren maakt het ook moeilijk het geldspoor in de wapenhandel te volgen. Zicht houden op de handel met Oekraïne, toch al een land met een lange geschiedenis van corruptie, is des te moeilijker geworden doordat militaire aanbestedingen er sinds de oorlog niet meer openbaar zijn. Het is nu bijna onmogelijk na te gaan hoeveel geld er in oude Sovjetwapens omgaat en waar dat terechtkomt.
Ook op de Europese markt kunnen wapenhandelaren in grote anonimiteit opereren. Informatie ligt altijd gevoelig; vanwege concurrentie tussen bedrijven, om vergunnings- of subsidieredenen, of omdat leveranciers niet publiekelijk partij willen kiezen. In Nederland kunnen parlementariërs wel op vertrouwelijke basis inzien hoeveel wapens en munitie Nederland aan Oekraïne levert, maar niet welke bedrijven of tussenhandelaren dit doen en welke prijs zij rekenen.
Militaire achtergrond
ARLE staat voor Applied Research Laboratory Europe. De oprichters komen uit de wereld van defensie en politie en zijn sinds 2004 actief op de wapenmarkt. Als een land of bedrijf wapens nodig heeft, gaat het op zoek naar een leverancier. Zo werkte ARLE voor de ministeries van Defensie van Nederland en Jordanië.
Op zoek naar raketwerpers en bijbehorende antitankraketten klopt ARLE kort na de Russische invasie aan bij Bristol Trust in Tallinn. Dat bedrijf is net als ARLE een kleine tussenhandelaar, de eigenaar heeft een militaire achtergrond.
Bristol Trust wil het wapentuig kopen in Tsjechië, bij Excalibur International, onderdeel van de industriële holding Czechoslovak Group. Excalibur International houdt zich voornamelijk bezig met productie en opknappen van materieel naar Sovjetmodel.
Afgaande op de factuur van 16 maart 2022 lijkt de deal rond. ARLE wil een kleine 7.000 dollar per raketwerper betalen, die Bristol Trust voor 3.800 dollar van Excalibur zal afnemen. Maar er komt een kink in de kabel; een andere partij biedt meer, zo weet een goed ingevoerde bron. En dat voor materieel dat voor de invasie 1.500 tot 2.000 dollar kostte.
Exploderende prijzen
Het was kort na de Russische invasie van Oekraïne „gemakkelijk om prijzen op te drijven”, zegt een Europese wapenhandelaar. Maar ook nu nog is „levertijd belangrijker dan de prijs”.
De jaarcijfers van Bristol Trust spreken wat dat betreft boekdelen. Het bedrijf kende in 2022 een groei van meer dan 300 procent. Had het in 2021 nog een omzet van 6,37 miljoen euro, in 2022 was dat 27,6 miljoen.
De prijzen voor in Bulgarije geproduceerde Sovjetwapens en -munitie liggen momenteel drie tot vier keer hoger dan een jaar geleden, zegt een wapenhandelaar uit dat land die anoniem wil blijven. „En dat is dan de prijs die tussenhandelaren betalen. Voor de eindgebruiker ligt die prijs dus nog hoger.”
De ingewikkelde weg die oorlogsmaterieel vaak aflegt, drijft de prijs ervan op. „Verzending vanuit Koeweit, Soedan of Kenia betekent meer papierwerk, meer tussenpersonen”, zegt een andere wapenhandelaar.
Wat ook een rol speelt: Rusland raakt door zijn wapens en munitie heen en is hard op zoek naar nieuwe voorraden, zegt weer een ander. Ook dat drijft prijzen op.
Commissie
De ‘deal’ van 16 maart mag dan zijn misgelopen, ARLE geeft niet op. Op 25 maart maakt het bedrijf uit Uden 2 miljoen euro over naar Bristol Trust, een aanbetaling voor een nieuwe transactie. Twee dagen later ontvangt ARLE een nieuwe factuur, voor 12.500 antitankraketten. Bristol Trust brengt ARLE daarvoor in totaal 7,5 miljoen dollar (6,9 miljoen euro) in rekening – 598 dollar per raket. Excalibur International verkocht ze twee dagen eerder aan Bristol Trust voor 5,3 miljoen dollar, 422 dollar per stuk. Vóór de Russische aanval kostte dit type antitankraket rond de 250 dollar per stuk, stellen ingewijden.
Nu de deal rond is, betaalt ARLE het resterende bedrag niet aan Bristol Trust, maar direct aan Excalibur International. Het is niet duidelijk waarom. Beide partijen willen dit desgevraagd niet uitleggen.
De antitankraketten gaan niet via Estland en Nederland naar Oekraïne, maar worden per vrachtwagen vanuit Tsjechië direct naar een militaire basis in Polen gebracht. Daar zijn ze overgedragen aan Oekraïense functionarissen, zegt een bron die nauw was betrokken bij de deal. ARLE wil niet zeggen wie de Oekraïense ontvanger is, noch wat voor de zending is betaald.
Op basis van de facturen lijkt Bristol Trust voor zijn rol als intermediair 2,2 miljoen dollar te hebben ontvangen. Dat is een provisie van 30 procent. Onder normale omstandigheden is dat extreem veel voor zo’n transactie, zeggen experts. Buiten oorlogstijd is een gangbare marge 5 tot 10 procent, soms is het zelfs maar 3 tot 5 procent. Maar als schaarste en tijdsdruk een grotere rol spelen, kunnen de marges flink oplopen.
„In de wapenhandel is dit een ongebruikelijk hoge marge”, zegt Hlib Kanev-sky, voorzitter van de Oekraïense non-profitorganisatie StateWatch, die probeert corruptie in het land in kaart te brengen, onder meer in de wapenindustrie.
Frustratie
„Het is zeer frustrerend dat Bristol Trust – nota bene een ingezetene van een NAVO-land – over de rug van Oekraïners exorbitante bedragen opstrijkt”, zegt Peter Valstar, Tweede Kamerlid voor de VVD en lid van de Kamercommissie voor Defensie. „In iedere normale situatie zou je ervoor kiezen een deurtje verder te gaan, maar aangezien in Oekraïne meer munitie wordt verschoten dan wordt geproduceerd, is die luxe er niet. De tussenhandelaren zouden wat ons betreft aangepakt moeten worden, maar we willen tegelijkertijd niet dat de leveranties naar Oekraïne stokken.”
Ook SP-Kamerlid Jasper van Dijk plaatst vraagtekens bij de gang van zaken: „Dit onderzoek laat zien hoe West-Europese bedrijven binnenlopen en enorme marges pakken – het gebrek aan transparantie maakt het heel moeilijk om dat te stoppen. Ik wil een reactie van de minister. Uiteindelijk zijn ook overheden slachtoffer van deze schimmige tussenhandel. Donderdag is er een debat, laat de minister met een notitie komen hoe ze dit wil blootleggen.”
Bedrijven over de hele wereld hebben buitensporige winsten opgestreken door de oorlog in Oekraïne
Fedir Venyslavsky Parlementslid Oekraïne
De militair attaché van de Oekraïense ambassade in Brussel wil niet reageren op „acties van collega’s” die ook op zoek zijn naar wapens voor zijn land. Wel wijst hij erop dat Oekraïne en bondgenoten door de stijgende prijzen minder wapens kunnen inkopen om de Russische agressie te weerstaan. „De hoge prijzen zijn een frustratie voor het leger van Oekraïne”, bevestigt een Europese wapenhandelaar die vaak in dat land is.
„Bedrijven over de hele wereld hebben buitensporige winsten opgestreken door de oorlog in Oekraïne”, zegt Fedir Venyslavsky, parlementslid voor de Oekraïense regeringspartij Dienaar van het Volk en lid van de parlementaire commissie voor nationale veiligheid.
De dure wapens zorgen ook voor politieke spanningen in Europa. Zo vindt Polen, goed voor meer dan de helft van de Europese militaire hulp aan Oekraïne, dat de zogenoemde Europese Vredesfaciliteit te weinig uitkeert. Dit EU-fonds voor militaire ondersteuning betaalt slechts de helft van de verleende steun. Het percentage was voorheen hoger, maar door de huidige hoge prijzen raakt het Europese budget uitgeput.
Schimmigheid
De Tsjechisch-Ests-Nederlandse driehoeksdeal roept de vraag op waarom Excalibur International niet rechtstreeks heeft geleverd aan Oekraïne. In het verleden leverde dochterbedrijf Excalibur Army immers wel direct aan het Oekraïense staatsbedrijf Ukrspecexport. Zo ontving Ukrspecexport in 2020 en 2021 munitie voor houwitsers en mortieren van Excalibur Army, blijkt uit de Amerikaanse databank Importgenius. De Tsjechen willen echter niet ingaan op „individuele transacties”.
Ukrspecexport is een dochteronderneming van de Oekraïense staatswapenholding Ukroboronprom. Samen met het Oekraïense ministerie van Defensie is ze verantwoordelijk voor het overgrote deel van de import van wapens. Beide zeggen niet te zijn betrokken bij de aanschaf van de 12.500 antitankraketten. De militaire attaché in Brussel zegt ook van niets te weten. Het ministerie van Defensie in Nederland, dat vorig jaar twee keer zaken deed met ARLE, is evenmin bekend met de deal.
Papierwerk
Maar de raketten zijn nu wel in Oekraïne, bevestigt een van de eigenaren van ARLE, die anoniem wil blijven. Wie de afnemer was, wil hij niet zeggen. Ook Excalibur International zwijgt.
De schimmigheid waarmee de driehoeksdeal is omgeven, roept de vraag op of alles volgens de regels is gegaan. In een statistiek van de Estse import en export van militaire goederen over april 2022 zijn de bedragen terug te vinden die met de transactie waren gemoeid. Volgens die gegevens is het wapentuig die maand vanuit Estland naar Nederland geëxporteerd.
Maar in Nederland lijkt die invoer niet geregistreerd. En dat had wel gemoeten, ook al zijn de wapens waarschijnlijk nooit fysiek in Nederland geweest. Want als een Nederlands bedrijf strategische goederen exporteert, zoals wapens en munitie, heeft het toestemming nodig van Buitenlandse Zaken. Ook was in dit geval een Oekraïens eindgebruikerscertificaat nodig geweest. En voor tussenhandel in wapens is een vergunning nodig van de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer van de Douane.
Net als Bristol Trust stelt ARLE dat alle regels zijn nageleefd. Maar in Nederland is hier bij de verantwoordelijke instanties niets over te vinden. De douane heeft NRC om meer informatie gevraagd.
Bronnen bevestigen dat Nederlandse douanerechercheurs inmiddels naar de zaak kijken en bij ARLE zijn langsgeweest. Een officiële bevestiging hiervan is er niet.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.