Trumps juridische vertragingstactiek begint te werken

Niet de rechter, maar de Amerikaanse kiezer krijgt hoogstwaarschijnlijk het lot van Donald Trump in handen. De meest brisante federale strafzaak tegen de ex-president – over zijn veronderstelde samenzwering tegen de verkiezingsuitslag van 2020 en rol bij de Capitoolbestorming van begin 2021 – loopt maanden vertraging op na een besluit van het Hooggerechtshof. Dit uitstel doet de kans fors slinken dat de Republikeinse kandidaat terecht zal hebben kunnen staan vóór de stembusgang van 5 november, als hij naast het Witte Huis hoopt ook zijn presidentiële immuniteit te heroveren.

Het negenkoppige Hof maakte woensdag bekend dat het zich zal buigen over de vraag of Trump ook als ex-president immuniteit voor strafvervolging geniet. Een hof van beroep in Washington D.C. wees Trumps claim hierop begin dit jaar unaniem af. Het Hooggerechtshof had die uitspraak kunnen laten staan, maar zal de kwestie op verzoek van Trump toch zelf behandelen, maakte het in een kort en ongetekend besluit bekend. In april houden de hoge rechters zitting om nog voor het slot van hun termijn, meestal eind juni, uitspraak te doen.

Het Hof spreekt van een ‘versnelde behandeling’, maar de verkiezingszaak tegen Trump loopt hiermee minstens enkele maanden vertraging op. De door het ministerie van Justitie aangestelde speciale aanklager Jack Smith had het proces oorspronkelijk op 4 maart willen beginnen, maar moest die datum al loslaten hangende de beroepszaak rond Trumps immuniteitsclaim. Eind vorig jaar had Smith het Hooggerechtshof al verzocht om de immuniteitskwestie versneld te behandelen, maar dat stelde toen dat eerst de beroepsrechters in D.C. aan de beurt waren.


Lees ook
over de voortgang van alle strafzaken tegen Trump in dit overzichtsartikel

Oud-president Donald Trump zal zich in vier strafzaken moeten verdedigen tegen beschuldigen van misdrijven die hij voor, tijdens en na zijn presidentschap zou hebben gepleegd.

De hoge rechters – van wie er drie onder Trump werden voorgedragen aan het Hof – waren zo instrumenteel in de vertragingstactiek die de ex-president steevast kiest in de rechtszaal. Trump is in nog drie andere strafzaken verdachte: wegens het achterhouden van staatsgeheimen, wegens zijn bemoeienis met de verkiezingsuitslag in de staat Georgia, en wegens het wegmoffelen van een zwijggeldbetaling aan een minnares, voorafgaand aan de verkiezingen van 2016. Die laatste zaak moet op 25 maart beginnen in New York, maar wordt als veruit de zwakste van de vier strafzaken gezien.

Trump hoopt vroeg in maart bovendien definitief de Republikeinse presidentskandidatuur binnen te slepen. Met die nominatie formeel op zak, is de verwachting, zou hij rechters kunnen vragen hem niet naar de rechtbank te dwingen in een verkiezingsjaar. Dit omdat hij als politicus ongehinderd campagne moet kunnen voeren.

Wel/niet op het stembiljet

Vooralsnog blijven Trumps juridische perikelen zijn campagnepad echter kruisen. Woensdag besloot een lagere rechter in Illinois bijvoorbeeld dat de ex-president niet op het stembiljet mag staan bij de voorverkiezingen die de mid-westelijke staat half maart houdt. Trump zou moeten worden uitgesloten wegens zijn rol in opmaat naar de Capitool-rellen van 6 januari 2021. Dit op basis van paragraaf 3 van het 14de Amendement op de Grondwet, dat ‘opstandelingen’ weert uit een publiek ambt.

De staten Maine en Colorado kwamen eerder tot die conclusie, terwijl in andere staten zulke bezwaren tegen Trump werden afgewezen. Ook hierover zal het Hooggerechtshof het laatste woord krijgen. De uitspraak hierover komt mogelijk al deze vrijdag, omdat komende dinsdag op Super Tuesday in vijftien staten Republikeinse voorverkiezingen zijn, waaronder Maine en Colorado. Begin deze maand hoorden de hoge rechters al de voorstanders van uitsluiting en het verweer van Trumps advocaten hiertegen. In hun vraagstelling lieten ze toen doorschemeren niet erg overtuigd te zijn dat het ‘14de’ op Trump van toepassing is.