Trump zet met decreet verdere stap naar opheffing ministerie van Onderwijs

Met het zoveelste decreet waarmee Donald Trump zijn presidentiële macht oprekt, tekende hij donderdag voor het ontmantelen van het ministerie van Onderwijs. Hij gaf zijn minister van Onderwijs, worstelmagnaat Linda McMahon, opdracht „te beginnen met het elimineren van het federale departement” – en uiteindelijk haar eigen baan. „We sluiten het zo snel mogelijk”, aldus Trump, die in het Witte Huis werd omringd door scholieren, activisten en Republikeinse gouverneurs.

Het toch al gedecentraliseerde openbare basis-, middelbaar en hoger onderwijs moet hiermee volledig de verantwoordelijkheid van de vijftig verschillende staten worden. Al is het Congres, dat het al bestaande departement in 1979 verhief tot ministerie, de enige autoriteit die het kan opheffen. Twee jaar geleden werd een voorstel in het Huis van Afgevaardigden daarover verworpen.

Trumps decreet is onderdeel van het Republikeinse streven om enerzijds minder te investeren in en minder toezicht te houden op de kwaliteit van het openbaar onderwijs en anderzijds meer grip te krijgen op de ideologische invulling ervan.

Hulp aan leerlingen staken

Onderwijs ‘teruggeven’ aan de staten zal in de praktijk betekenen dat die meer vrijheid krijgen om met belastinggeld religieus onderwijs te financieren en om hulp aan leerlingen die minder goed meekomen te staken. Het ministerie gaat niet alleen over, door Trump zo verafschuwd, landelijk diversiteitsbeleid, maar ook over extra financiering voor kinderen met een handicap of taalachterstand. Al benadrukte Trump donderdag dat geld voor bijzonder onderwijs en beurzen voor lage inkomens „gehandhaafd” moeten worden.


Lees ook

Universiteiten zijn in de VS al jaren een mikpunt van rechts, maar dit is een revolutie

Studenten in 1967, in de staat Wisconsin, protesteren  tegen de oorlog in Vietnam.

In totaal genieten 50 miljoen Amerikaanse kinderen openbaar onderwijs, van wie 15 procent een rugzakje heeft. Het ministerie gaat ook over beurzen aan studenten met een laag inkomen en over studieleningen. Ongeveer 10 procent van het landelijke geld voor openbaar onderwijs loopt via het ministerie, de rest is al in handen van de staten en lokale schoolbesturen.

Eerder deze maand ontsloeg McMahon al bijna de helft van het personeel van het ministerie, waarbij toezicht op burgerrechten en het verzamelen van data over de kwaliteit van scholen werden geschrapt. De eerste rechtszaken tegen de ontmanteling zijn al aangekondigd.

Of Trump het ministerie door het Congres kan laten opheffen is de vraag, maar hij kan het waarschijnlijk genoeg uitkleden om te voldoen aan een campagnebelofte en een lang gekoesterde wens van sommige Republikeinen. Rechtse moederactivisten voeren sinds de schoolsluitingen tijdens de coronapandemie campagne tegen het ministerie en zien het als drijvende kracht achter toegenomen aandacht voor lhbti’ers op scholen.

Terwijl Trump de grip van Washington op lagere en middelbare scholen lijkt los te laten, vergroot hij die op (private) universiteiten, door die beurzen te ontzeggen en studenten en medewerkers het land uit te zetten.