De Amerikaanse oud-president Donald Trump moet ongeveer 355 miljoen dollar (ongeveer 329 miljoen euro) betalen als straf voor fraude die zijn vastgoedbedrijf jarenlang pleegde door de waarde van zijn bezittingen te hoog voor te stellen, om zakelijke partners als banken te misleiden. Dat heeft een rechter in New York vrijdag bepaald na een spraakmakend civiel fraudeproces.
Rechter Arthur Engoron van het hooggerechtshof van de staat New York oordeelde daarnaast dat Trump, de koploper bij de race om de Republikeinse nominatie voor de presidentsverkiezingen in november, voor drie jaar niet kan werken als functionaris of directeur van een bedrijf in de staat New York, waar zijn privébedrijf, de Trump Organization, is gevestigd. Zijn volwassen zoons Don Jr. en Eric, die ook waren aangeklaagd, mogen dat niet voor twee jaar.
Het vastgoedbedrijf, dat belangen in meerdere grote panden in Manhattan omvat, waaronder de Trump Tower aan Fifth Avenue in New York, moet nog zeker drie jaar onder toezicht blijven van een onafhankelijke bewindvoerder die in 2022 is aangesteld, de voormalige federale rechter Barbara S. Jones – een gevoelige klap voor het familiebedrijf van de ex-president, die naam maakte als vastgoedmagnaat in New York voordat hij de politiek in ging. Het concern hoeft echter niet te worden ontbonden, zoals de rechter aanvankelijk gelastte.
‘Onthutsende’ fraude
De uitspraak is een overwinning voor Letitia James, de hoofdaanklager van de staat New York. Zij spande in 2022 het civiele proces aan op beschuldiging van „onthutsende” fraude door Trump en zijn bedrijf, na een langdurig onderzoek naar de financiële praktijken van het concern. Uit dat onderzoek, dat begon na een getuigenis van Trumps voormalige fixer Michael Cohen tegenover het Amerikaanse Congres in 2019, bleek dat de waarde van bezittingen consequent te hoog werd voorgesteld om leningen tegen gunstige tarieven te verkrijgen van banken.
Lees ook
Fraude kan Trump duur komen te staan bij ontknoping civiel proces in New York
een schadevergoeding van 83,3 miljoen dollar moet betalen aan de schrijfster E. Jean Carroll wegens smaad. Trump noemde haar in 2019 een leugenaar en besmeurde haar reputatie, nadat zij hem beschuldigde van seksueel misbruik in een warenhuis in New York, medio jaren negentig. Een jury achtte aanranding vorig jaar bewezen.
Kostbare maand
Trump, die de aanklachten met kracht heeft ontkend, heeft de zaak van de hand gewezen als een „heksenjacht” door zijn politieke tegenstanders, om hem te belemmeren bij zijn campagne om opnieuw president te worden. Hij wijst erop dat er geen slachtoffers zijn: de banken deden vrijwillig zaken met hem en verdienden daar geld aan. Op zijn sociale netwerk Truth Social noemde hij het vonnis woensdag op voorhand „oneerlijk” en sprak hij van „een donkere en droevige dag voor het rechtsstelsel in de staat New York.” Hij gaat tegen de uitspraak in beroep.
De presidentskandidaat heeft een kostbare maand achter de rug als gevolg van zijn civiele juridische perikelen: in combinatie met de schadevergoeding voor Carroll beloopt de schade ruim 438 miljoen dollar. Hoewel dat nog kan veranderen in hoger beroep, moet hij de bedragen waarschijnlijk als borg overdragen, binnen dertig dagen na elk van de twee vonnissen. Het is onduidelijk of Trump, wiens vermogen door Amerikaanse media wordt geraamd op 2,6 tot 3,1 miljard dollar, over dat geld beschikt.
De uitspraak van Engoron volgt op een intensieve juridische week voor Trump, die ook vier strafzaken boven het hoofd hangen op beschuldiging van misdrijven die hij voor, tijdens en na zijn ambtstermijn zou hebben gepleegd. Donderdag bepaalde een andere rechter in New York dat het proces tegen de oud-president rond zwijggeld dat hij in 2016 zou hebben betaald aan pornoster Stormy Daniels, op 25 maart begint. Die datum stond al in potlood op de agenda.
Lees ook
Trump in de beklaagdenbank: zo staan zijn strafzaken ervoor
Daarmee wordt het proces van die zaak van de staat New York, waarbij Trump is aangeklaagd wegens valsheid in geschrifte, de eerste van de vier strafzaken waarbij de oud-president in de beklaagdenbank komt te zitten. Een federale zaak rond Trumps pogingen de verkiezingsuitslag van 2020 ongedaan te maken en zijn rol bij de bestorming van het Capitool door zijn aanhangers op 6 januari 2021, die eerder gepland stond voor begin maart, is begin deze maand voor onbepaalde tijd uitgesteld. Oorzaak van dat uitstel is een procedure over de vraag of Trump als president immuniteit genoot en daarom niet kan worden vervolgd, zoals Trump en zijn advocaten stellen. Een Hof van Beroep in Washington heeft dat afgewezen; Trump is daarop naar het Amerikaanse Hooggerechtshof gestapt. Dat moet eerdaags beslissen of het een beroep tegen die uitspraak aanvaardt, en op welke termijn.
Lees ook
Strafzaken leveren Trump mediaspektakel en slachtofferschap, de twee pijlers van zijn politieke carrière