N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Federale aanklacht Veel intensiever dan hij tot nu toe wilde toegeven bemoeide oud-president Trump zich met de uit het Witte Huis illegaal meegenomen geheime documenten. „Staan we er niet beter voor als we zeggen dat er geen documenten zijn?”
Als één feit opvalt in de aanklacht tegen Donald Trump, dan is het hoe intensief de Amerikaanse oud-president zich bemoeide met de dozen vol staatsstukken die hij niet wilde overdragen aan het Nationaal Archief, zoals de wet voorschrijft. Uit de tenlastelegging, bestaande uit 37 aanklachten, die speciaal aanklager Jack Smith vrijdag openbaar maakte, valt op te maken dat de president voortdurend wilde beschikken over „zijn papieren”, zoals een van zijn medewerkers ze noemt. Hij liet ze versjouwen van het podium van de balzaal in zijn golfresort Mar-a-Lago naar een badkamertje met wc en later naar een opslagplaats. Al die plaatsen waren niet toegerust voor het herbergen van staatsgeheimen en de dozen kiepten om, waarbij de vertrouwelijke stukken op de grond vielen.
Het gaat om stukken die Trump had meegenomen uit het Witte Huis, na de verloren verkiezingen van 2020 en de mislukte poging om de bekrachtiging van Joe Bidens overwinning te torpederen. De stukken zijn afkomstig van Amerikaanse inlichtingendiensten en ministeries en waren gekwalificeerd als ‘top-geheim’, ‘geheim’ of ‘vertrouwelijk’. Dat betekent dat onthulling van de inhoud ervan gevaar kan opleveren, in verschillende gradaties, voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten. Desondanks heeft Trump ze volgens de aanklacht zeker tweemaal besproken met personen die geen zogenoemde security clearance hadden.
In één geval ging het om een document waarin een Amerikaanse aanval op Iran werd besproken. Trump wilde koste wat kost bewijzen dat niet híj met dit idee was gekomen, zoals „een hoge militair” zou hebben beweerd, maar de defensietop in samenwerking met die militair – volgens Amerikaanse media de hoogste commandant van het Amerikaanse leger, generaal Mark Milley. Op 21 juli 2021, zeven maanden na zijn vertrek uit het Witte Huis, gaf Trump een interview op zijn golfclub in Bedminster, New York. Daar sprak hij met een schrijver – volgens Amerikaanse media van een boek over Trumps laatste stafchef Mark Meadows – en een uitgever, en met twee van zijn eigen medewerkers. Het gesprek is met goedkeuring van Trump opgenomen en het openbaar ministerie beschikt over de opname.
‘Hoogst vertrouwelijk’
„Hij was het die dit heeft gemaakt, niet ik”, zegt Trump op de opname. „Van alles, pagina’s lang, moet je kijken.” Mmm, zegt een van zijn medewerkers volgens het transcript. „Wacht even, laten we eens kijken”, zegt Trump weer. „Dit heb ik net gevonden, geweldig toch? Hiermee krijg ik helemaal gelijk.” Mmmm, zegt de medewerker weer. „Het is alleen hoogst vertrouwelijk. Geheim. Dit is geheime informatie. Kijk hier eens, hier. Je valt aan en…”
Even later in hetzelfde gesprek komt ter sprake dat het stuk nog als geheim is geclassificeerd. „Zie je, als president had ik de vertrouwelijkheid kunnen opheffen.” Ja, lacht de medewerker. „Nu kan het niet meer”, zegt Trump. „Het is nog altijd geheim.” Ja, lacht zijn medewerker weer, „dan hebben we een probleem.”
De passage is niet alleen saillant omdat Trump willens en wetens een geheim staatsdocument bespreekt met mensen die niet bevoegd zijn om van de inhoud kennis te nemen, maar ook omdat hij zich ervan bewust is dat hij het betreffende document niet heeft ‘gedeclassificeerd’, zoals hij zelf steeds beweert dat hij heeft gedaan – desnoods door alleen maar te „denken” dat hij de vertrouwelijkheid opheft.
Belemmeren van de rechtsgang
Trump, die zich komende dinsdag bij de rechtbank in Miami moet melden voor de voorgeleiding, wordt ruwweg van drie misdrijven verdacht: het wederrechtelijk in bezit hebben van staatsstukken – uitlopend op overtreding van de spionagewet uit 1917 – van het afleggen van valse verklaringen en van het belemmeren van de rechtsgang. Die laatste aantijging, voldoende onderbouwd volgens een grand jury van burgers in Miami, gaat over de periode vanaf maart 2022, wanneer de FBI een onderzoek naar de dozen opent. Het Nationaal Archief heeft dan al 10 maanden geprobeerd de staatsdocumenten van Trump terug te krijgen.
Vanaf het moment dat Trump een dagvaarding krijgt waarin hij wordt gesommeerd de stukken aan het archief over te dragen, op 11 mei 2022, verandert het feitenrelaas in de aanklacht van vrijdag in een lange opsomming van alle verplaatsingen van de dozen. Daarmee houdt Trump ook zijn eigen advocaten in het ongewisse over de stukken die in zijn bezit zijn. Zijn advocaten beloven namelijk naar ze op zoek te gaan in Trumps woonhuis in Mar-a-Lago, Florida. Maar Trump heeft zijn naaste medewerker, die ook in de aanklacht als verdachte wordt aangemerkt, de dozen buiten het zicht van zijn advocaten te houden.
Op 23 mei 2022 houdt Trump een bespreking met twee advocaten in Mar-a-Lago, om te bedenken wat hun reactie moet zijn op de dagvaarding van 11 mei. Een van de advocaten herinnert zich dat Trump de volgende opmerkingen maakte:
-„Ik wil niet dat iemand in mijn dozen kijkt. Ik wil niet dat jij in mijn dozen rommelt.”
-„Hee, en wat zou er gebeuren als we ze gewoon geen antwoord gaven? Helemaal niet meespelen?”
-„Zou het niet beter zijn als we ze zouden zeggen dat we hier niets hebben?”
-„Staan we er niet beter voor als we zeggen dat er geen documenten zijn?”
Medewerker van Hillary Clinton
Volgens de advocaat prees Trump in dat gesprek ook de medewerker van Hillary Clinton, die had verklaard dat hij de e-mails van de omstreden privéserver van Clinton had gewist. In de campagne om het presidentschap in 2016 had Trump voortdurend nadruk gelegd op de handelwijze van Clinton, zijn Democratische tegenstander in de verkiezingen. Als minister had Clinton werkmails ontvangen en verzonden op een privéserver in haar huis. Toen de FBI onderzoek deed naar de mate van gevoeligheid van die mails, bleek een groot deel grondig te zijn gewist. Trump maakte daar op zijn verkiezingsbijeenkomsten een vast nummer van, door te zeggen dat hij er als president voor zou zorgen dat Clinton naar de gevangenis zou gaan. Voor zijn aanhangers was dat het teken om „Lock her up”, te scanderen. „Sluit haar op!”
In het gesprek van 23 mei 2022 spreekt Trump goedkeurend over die medewerker van Clinton. Doordat die had gezegd dat híj en niet zíj de mails had gewist, „kwam zij niet in de problemen”, zei Trump.