De regering-Trump zet een streep door een plan van de regering Biden om de export van Amerikaanse AI-chips te beteugelen.De AI Diffusion Act was een laatste stuiptrekking van de regering-Biden en werd gepubliceerd in de week voordat Trump aantrad. De maatregelen moesten de export van geavanceerde AI-chips naar maar liefst 120 landen beperken en zo Amerika’s technologische voorsprong op het gebied van kunstmatige intelligentie garanderen.
Een woordvoerder van het handelsministerie maakte deze week bekend dat de Diffusion Act in de prullenbak belandt. De complexe wet zou een hoop rompslomp opleveren en onmogelijk te controleren zijn door het Bureau of Industry and Security, dat voor het Amerikaanse ministerie van Handel toezicht houdt op de exportvergunningen. Deze organisatie moet juist flink inkrimpen, onder Trump 2.0.
Exportbeperkingen op chips blijken tot nu toe weinig effectief, want China ligt in AI-technologie amper achter op de VS. Smokkel van chips is moeilijk te voorkomen, omdat afnemers ze kunnen aankopen of leasen via tussenpersonen. Daarnaast ontwikkelt China ook op eigen kracht AI-processors, met name van Huawei. De chips van dat bedrijf verbruiken wel meer energie en zijn duurder om te produceren. Dat komt omdat Chinese chipfabrieken geen toegang hebben tot de EUV-chipmachines van ASML – die vallen onder Nederlandse exportrestricties.
Amerikaanse chipbedrijven en AI-aanbieders hadden een hard hoofd in Bidens Diffusion Act: exportrestricties spelen hun Chinese concurrentie in de kaart. Maar wat Trump dan wel gaat doen om de export van Amerikaanse rekenkracht te reguleren, is nog niet bekend. De techindustrie vraagt om duidelijkheid en voorspelbaarheid – daar ontbreekt het tot nu toe aan.
Onlangs legde de regering-Trump exportrestricties op aan Nvidia, dat voor de Chinese markt een speciale gekortwiekte AI-chip had gefabriceerd (de H20). Dat leidde tot een zeperd van 5,5 miljard dollar voor Nvidia, gevolgd door een forse koersdaling. Van tevoren had Nvidia’s topman Jensen Huang bij Trump gelobbyd om toegang te houden tot China. Huang doneerde een miljoen dollar aan Trumps inauguratiefeestje en beloofde supercomputers in de VS te gaan bouwen, voor honderden miljarden dollars. Huangs lobby leek succesvol, totdat Trump toch weer van mening veranderde.
Tienduizenden beleggers komen elk jaar in de lente naar de aandeelhoudersvergadering van Berkshire Hathaway, het beleggingsvehikel van Warren Buffett. In een stadion in Omaha, Nebraska luisteren ze – onder meer – naar Buffetts urenlange toespraken over zijn vele investeringsbeslissingen. Fans en aandeelhouders hangen aan zijn lippen, want de multimiljardair bouwde in zes decennia aan het roer van Berkshire Hathaway een legendarische status op.
Weinig beleggers zijn zo succesvol en zo beroemd als Buffett (94). In zestig jaar bouwde hij een kleine textielfabriek uit tot een conglomeraat met een marktwaarde van meer dan 1.000 miljard dollar. Zijn handelsmerk, in het kort: hypes wantrouwen, een bedrijf tot de bodem doorgronden en op het juiste moment erin stappen voor de echt lange termijn: eerder tien jaar dan tien maanden.
Het was voor fans dan ook even schrikken vorig weekend, toen Buffett bij de jaarvergadering van Berkshire Hathaway zijn pensioen aankondigde. Goeroe Buffett wordt door investeerders over de hele wereld op handen gedragen. De financiële oneliners van de gevatte Amerikaan worden over het internet verspreid als de spreuken van een oude wijsgeer – maar dan een kapitalistische, geen confuciaanse.
Wat maakt Buffett zo bijzonder, volgens beleggers? Welke lessen trekken zij uit zijn talrijke uitspraken?
Ryan van der Veer (24) | Student technische bestuurskunde ‘Het is uniek dat Buffett zoveel van zijn strategie uit de doeken doet’
‘Ik begon op m’n achttiende met beleggen, ik opende tegelijk met een vriend een rekening. In het begin ben je nog samen aan het uitvinden hoe het werkt, alle puzzelstukjes aan het verzamelen.” Daarin werd Buffett een inspiratie. „De filosofie van Warren Buffett is een belangrijke basis. Ik ben het steeds structureler gaan aanpakken en ben best tevreden over wat ik in zes jaar heb kunnen neerzetten.
„Het internet staat vol met oneliners van Buffett, maar vaak gaat wat hij bedoelt verloren. Zijn dominante filosofie is dat het veel tijd en moeite kost om een goede belegging te doen. Hij leest zelf ook de hele dag door. Buffett koopt weinig verschillende aandelen, maar hij doet veel eigen onderzoek, in plaats van dat hij de markttrends volgt.
„Ik ben nu selectief en doe grondig onderzoek als ik ergens aandelen in wil hebben. Dat betekent ook actief naar aandeelhoudersvergaderingen gaan en in de gaten houden hoe een bedrijf het doet. ‘Leg al je eieren in één mandje [beleg in één bedrijf], maar hou dat mandje goed in de gaten’ is een bekende uitspraak van Buffett. Dus ervoor zorgen dat je tot in grondig detail weet wat je in je portfolio hebt.”
Jonge, beginnende investeerders kunnen leren van Buffetts adviezen, denkt van der Veer. „YouTube staat vol met finfluencers [financiële influencers] die beweren te weten hoe je met beleggen snel rijk kan worden. Het is verleidelijk om daar in te trappen. Buffetts filosofie draait juist om de lange termijn. Ik haal uit mijn favoriete quote dat je geen dingen moet doen waarmee je snel veel geld kan verliezen, hoe goed je het ook gedaan hebt in het verleden.
„Eigenlijk is Buffet de eerste finfluencer, want het is uniek dat hij zoveel van zijn strategie uit de doeken doet en daarmee zo’n grote schare volgelingen heeft weten te verzamelen.”
Martine Hafkamp (57) | directeur Fintessa vermogensbeheer‘Er zijn altijd hypes op de beurs en die pakken altijd slecht uit’
‘Buffett zegt ook wel: ‘Mijn ideale houdperiode voor een aandelenportefeuille is voor eeuwig.’ Daarin zijn vermogenbeheerders zoals ik hetzelfde als hij, ook al beleg ik voor anderen, niet voor mezelf. Ik beleg nooit in bedrijven die nog geen cent winst hebben gemaakt, of bedrijven waar het nog moet blijken of het businessmodel gaat werken. Er zijn altijd hypes op de beurs en die pakken altijd slecht uit. Dat is ook iets waar Buffett voor staat: ‘Je moet alleen beleggen in dingen die je begrijpt’. Ik beheer een portefeuille voor cliënten en moet wel kunnen uitleggen waar de beleggingen over gaan.
„Als je je aandelen gewoon heel lang houdt, zoals Buffett, dan wordt dividend het belangrijkste.” Dan verdient een aandeelhouder vooral aan de winst van een bedrijf, in plaats van de beurswaarde ervan bij de aandelenverkoop. „Buffett werd in zijn gezicht uitgelachen tijdens de dotcomboom,” toen in de jaren negentig internetbedrijven razendsnel opkwamen, „omdat die aan hem voorbij was gegaan. Hij zat alleen in Apple. Maar tijdens die ‘bubbel’ dacht men dat je alles wat met internet te maken had wel blind kon kopen – dat was natuurlijk niet zo. Op de korte termijn kon je veel winnen, maar ook veel verliezen.” Veel jonge internetbedrijven bleken geen solide plan van aanpak te hebben en toen de bubbel rond de eeuwwisseling barstte, gingen veel bedrijven failliet en verdampte de waarde van de aandelen. „Buffett heeft bewezen dat grote successen te behalen zijn zonder mee te gaan in dat soort bubbels. Als het dan plots minder wordt op de beurs, blijkt pas of je een echte belegger bent of in paniek raakt omdat je niet weet waarin je hebt belegd. Dat is weer zo’n uitspraak van Buffett: ‘Als het water zakt, zie je wie zwemt zonder zwembroekje aan.’”
Harm Vogel (28) | Hobbybelegger, beleggersclub Carpe Divitias‘Buffett doet het niet voor het geld, maar voor het spel van beleggen zelf’
‘Veel mensen beleggen om geld te verdienen, Buffett niet. Hij doet het voor het spel van beleggen zelf. Daarom is het denk ik zo moeilijk voor beleggers om Buffett na te doen. Hij heeft geen dure auto, geen groot huis, gaat niet vroeg met pensioen. Hij heeft best een stoïcijnse, sobere levensstijl en houdt zijn geld ‘in de markt’. Ik zeg niet dat ik een soort Buffett ben, maar ik ben tevreden met wat ik heb en begon in 2020 om het beleggen zelf, omdat het gaat om de passie ervoor, en niet om het geld verdienen. Sommige mensen doen het om vroeg met pensioen te gaan, maar dat is ook gek, want dan doe je dus eigenlijk iets waar je op dat moment niet gelukkig mee bent.”
„Beleggen wordt altijd veel moeilijker voorgesteld dan het is. Daarom slaat mijn favoriete uitspraak er ook op dat je niet heel intelligent hoeft te zijn om succesvol te beleggen, maar het juiste karakter moet hebben. Dat is ook weer toepasbaar op de gevolgen van de Amerikaanse handelstarieven nu. De markt gaat omhoog en naar beneden, maar als je gewoon in een kwalitatief goed bedrijf hebt belegd, als je daar vertrouwen in hebt, maakt dat niets uit. Ingewikkeld is niet altijd beter, en meer bedrijven is ook niet altijd beter. De belangrijkste les is misschien nog wel dat je altijd optimistisch moet zijn over de toekomst, omdat huidige problemen in de toekomst vaak wel meevallen.”
Toch zijn sommige tips van Buffett op papier heel rechtdoorzee, maar in de praktijk toch lastiger, merkt Vogel. „Voor zijn strategie heb je wel echt veel geduld nodig, dat heeft niet iedereen. Soms moet je wel vijf jaar op je koopkans wachten. Dan vereist het ook nog veel lef om daar op het juiste moment vol voor te gaan. Dat gaat niet zomaar, dat moet je leren.”
Claudia Carreiro (28) wilde haar master communicatie- en informatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam zo snel en goed mogelijk afronden. „Ik was niet de typische student die alleen maar ging feesten. Ik ging vol voor mijn studie.” Ze liep ook geen stage; dat zou alleen maar vertraging opleveren.
Nadat ze in 2019 was afgestudeerd, solliciteerde Carreiro bij allerlei marketingbureaus. Ze wilde graag socialemediastrategieën ontwikkelen voor verschillende soorten bedrijven. „Steeds verdiepte ik me volledig in een bureau, zodat ik concrete ideeën kon noemen. Toch kreeg ik dan weer een standaardreactie: ik was het niet geworden.” De afwijzingen vanwege een gebrek aan ervaring stapelden zich op. „Ik werd telkens onzekerder. Hoe groot was mijn kans eigenlijk?”
Het verhaal van Carreiro staat niet op zichzelf. Bijna 40 procent van de bedrijven in ‘kraptebranches’ selecteert puur op werkervaring of diploma’s, blijkt uit onderzoek van het uitkeringsorganisatie UWV. En dat terwijl volgens het CBS 71 procent van de ondernemers halverwege 2024 kampt met een personeelstekort. Sociaal werk en de gezondheidszorg zijn van deze sectoren het strengst: respectievelijk 50 procent en 58 procent blijft volgens het UWV een strikte eisenlijst hanteren, waar werkervaring een belangrijk onderdeel van is.
Sommige organisaties laten een vacature liever open dan dat ze iemand uitnodigen die niet precies in het profiel past
„Organisaties vinden het spannend om risico te nemen”, vertelt Pascale Peters, hoogleraar human resource management aan Nyenrode Business University. „Sommige zijn zelfs zó risicomijdend dat ze een vacature liever open laten dan dat ze iemand uitnodigen die niet precies in het profiel past.” En dat geldt niet alleen in populaire sectoren, maar ook in sectoren waar krapte heerst.
Nicole van Kuilenburg: „Na al die afwijzingen stond ik op het punt mijn oude baas te bellen”Foto Olivier Middendorp
‘Vijftig brieven verstuurd’
Nicole van Kuilenburg (34) behaalde in 2018 haar diploma pedagogiek aan Hogeschool Windesheim en ontdekte tijdens de opleiding wat haar droomberoep zou zijn. „Toen iemand van jeugdreclassering een presentatie gaf, wist ik dat ik met hun doelgroep wilde werken: jongeren vanaf twaalf jaar die in de problemen zijn gekomen.” Hoewel ze de juiste papieren had, lukte het haar niet om na haar afstuderen een voet tussen de deur te krijgen.
Ze ging daarom eerst aan de slag als woongroepbegeleider voor mensen met psychiatrische problemen. Het betekende werken met een heel andere doelgroep: dertigplussers. Ze hield het drie jaar vol. Na verschillende andere banen die niet helemaal bij haar pasten, kwam Van Kuilenburg thuis te zitten. Doelbewust: ze zou solliciteren tot ze passend werk vond.
„Ik heb denk ik wel vijftig brieven gestuurd, en steeds kreeg ik te horen: ‘Je hebt te weinig ervaring’. Dat vind ik geen reden voor een afwijzing. Iedereen moet ergens beginnen, en je hebt nog altijd een proefperiode. Hoe kun je ervaring opdoen als niemand je een kans geeft?”
Nagelstylist in de vliegtuigindustrie
Deze rigiditeit is terug te zien in vacatureteksten, blijkt uit een korte rondgang. In een online advertentie voor een verzorgende in de individuele gezondheidszorg wordt minstens een jaar werkervaring gevraagd, terwijl een pas afgestudeerde dit werk mag doen. Hetzelfde geldt voor een monteur installatietechniek: in een oproep op NL-techniek.nl wordt voor die functie „een aantal jaren werkervaring in eenzelfde functie” gevraagd.
Het zijn geen uitzonderingen, weet Steven Hubeek van werkgeversorganisatie AWVN. „We zien nog steeds heel klassieke eisen terugkomen. Iedereen is het erover eens dat een vrachtwagenchauffeur een rijbewijs moet hebben, maar er zijn ook eisen die niet écht nodig zijn. Ervaring in letterlijk eenzelfde werkomgeving is lang niet de enige manier om iets in de vingers te krijgen.”
Ervaring in letterlijk eenzelfde werkomgeving is lang niet de enige manier om iets in de vingers te krijgen
„Werkgevers moeten outside the box gaan denken, vanuit vaardigheden”, vervolgt Hubeek. „Het waren geen grote aantallen, maar een goed voorbeeld is dat van nagellakspecialisten die in coronatijd gingen werken in de vliegtuigindustrie. Bij het aanbrengen van coatings komt het op dezelfde manier aan op heel precies lakken.”
Dat voorbeeld sluit aan bij de visie van TNO. De onderzoeksorganisatie pleit al langer voor een „skills-georiënteerde” arbeidsmarkt. Een automonteur kan bijvoorbeeld prima aan de slag als installateur van zonnepanelen, schreven de onderzoekers in een rapport uit 2021.
Het aannemen van mensen met verschillende achtergronden is niet alleen fijn voor de sollicitant, maar ook goed voor de werkgever, zegt AWVN-adviseur Hubeek. „Diversere teams zijn volgens internationale onderzoeken productiever en ze weten personeel langer vast te houden.”
„Veel functies veranderen op de lange termijn en de ideale kandidaat dus ook. Het is belangrijker of iemand zich kan ontwikkelen”, aldus hoogleraar Peters. Een sollicitant die op papier niet perfect lijkt, kan juist interessant zijn, stelt ze. „Als iemand verschillende soorten werk heeft gedaan en dus van vele markten thuis is, blijkt daaruit dat diegene uitdagingen aangaat en makkelijk nieuwe dingen leert.”
‘Ja, dat kan ik’
Deze blik op werk moeten sollicitanten zich ook aanwennen, adviseert sollicitatie-expert Aaltje Vincent. Als je niet de gevraagde, specifieke ervaring hebt, draait het om de juiste presentatie van wat je wél hebt gedaan. Zo moet je wat haar betreft vooral ook de werkzaamheden benoemen die je uitvoerde terwijl ze eigenlijk buiten je takenpakket vielen, of vaardigheden die je in je vrije tijd hebt opgedaan. Dat gebeurt nog te weinig, stelt Vincent. „Mensen vinden het heel gewoon wat ze kunnen en maken zichzelf klein.”
Ze ziet dat werkzoekenden hierdoor vaak weglaten wat er het meest toe doet. „Als ik iemand begeleid die steeds wordt afgewezen, vraag ik die het hemd van het lijf. Bij zo’n gesprek krijg ik gemakkelijk vier relevante vaardigheden boven tafel die iemand zelf over het hoofd ziet. Als je stevige bijscholing gedaan hebt, of vaardigheden bezit die vaak worden gevraagd in het vakgebied waarin je wil werken, moet je die overal noemen: op je cv, in je brief en op LinkedIn.”
Mensen vinden het heel gewoon wat ze kunnen en maken zichzelf klein
Als er iets in de functieomschrijving staat wat je nog niet kan, mag je zelfs daar soepel mee omgaan, vindt Vincent. „Als je vooraf goed hebt uitgezocht dat je dat computerprogramma makkelijk kan leren, kun je wat mij betreft gewoon: ‘Ja, dat kan ik…’ zeggen. En dan denk je er achteraan: ‘…over een maand’. Dat vind ik niet bluffen, dat is snel actuele vakkennis opdoen.”
Hoogleraar Peters is kritisch op dat laatste advies. „Ik vind dat niet eerlijk. En wat als ze er tijdens het sollicitatiegesprek doorheen prikken?” Wel onderschrijft ze het belang van presentatie. „‘Bring your whole self’, zeg ik vaak. Noem bijvoorbeeld je hobby’s; die tonen wat jou uniek maakt. Als je muziek maakt en je wilt met jongeren werken, kun je die skill gebruiken. En als je sportief bent, ben je beter in sportschoenen verkopen.”
Iets wat als negatief kan worden opgevat, kun je volgens Peters positief framen. „Als je er een jaar tussenuit bent geweest, kun je vertellen welke inzichten je in die tijd hebt opgedaan. Noem die taalcursus, of het lef dat je hebt getoond door je baan op te zeggen. Het glas is dan niet halfvol, maar juist voller dan ooit. Diploma’s zijn aan inflatie onderhevig, maar het verhaal dat je over jezelf vertelt niet.”
Onrealistische eisen
Vier jaar geleden veranderde de pas afgestudeerde Carreiro haar aanpak. Als marketingbureaus haar geen ervaring lieten opdoen binnen hun bedrijf, zou ze het wel op een andere manier proberen. „Ik wilde niet niets doen, dus meldde ik me aan als vrijwilliger bij Voedselbank Rotterdam. Daar mocht ik de online marketing doen. Zo kreeg ik weer zelfvertrouwen.”
Die ervaring als marketingvrijwilliger bleek alsnog niet genoeg om werkgevers te overtuigen; de deuren bij bureaus bleven gesloten. „Ze stelden onrealistische eisen, jaren ervaring en een hele waslijst van programma’s waar je mee moest kunnen werken. Alles valt te leren, en inmiddels kan ik dat ook allemaal. Toen alleen nog niet, en misschien was ik daarin te eerlijk.”
Carreiro besloot voor zichzelf te beginnen. Als zzp’er lukt het haar wél opdrachtgevers te vinden. „Nu help ik met veel plezier andere kleine ondernemers online zichtbaar worden. Hier kan ik echt mijn creativiteit in kwijt. Inmiddels denk ik: het heeft zo moeten zijn.”
Leger des Heils
Bij hulpverlener Van Kuilenburg kwam de oplossing uiteindelijk toch van een werkgever, op een moment dat ze de wanhoop nabij was. „Na al die afwijzingen stond ik op het punt mijn oude baas te bellen”, vertelt ze. Daarmee zou ze terugkeren naar het werk waar ze was weggegaan omdat ze het niet langer volhield. „Gelukkig werd ik toen bij het Leger des Heils uitgenodigd. Tijdens het gesprek had ik meteen een klik met de leidinggevende.”
„Nu heb ik eindelijk de baan die ik wilde. Als ambulant jeugdbegeleider help ik zes gezinnen”, vertelt Van Kuilenburg enthousiast. Een andere tactiek om nu wel aangenomen te worden, had ze niet. Het was eerder andersom, zegt ze. „Ze gaven me hun vertrouwen.”
„Mensen willen en kunnen iets, als ze de kans maar krijgen”, zegt AWVN-adviseur Hubeek. Volgens hem zijn werkgevers aan zet. „Er is voor iedereen heel veel winst te behalen.”
Voor wie niet genoeg kan krijgen van economie (dat geldt natuurlijk voor jullie allemaal): de rubriek ‘Zo simpel is het niet’ van econoom, NRC-redacteur en podcastmaker Marike Stellinga wordt nu wekelijks ook als nieuwsbrief verstuurd.
In deze rubriek onderzoekt Stellinga hoe de economie invloed heeft op de maatschappij en de politiek. En waar politieke wensen botsen met de economische werkelijkheid. Nooit meer een aflevering missen? Inschrijven voor de wekelijkse nieuwsbrief doe je hier.
Liveblog Economieblog
Ranglijst welvaart in Europa: Nederland op vierde plek