Uit de ochtendnevel boven de wateren rond Eemshaven doemt begin november een blauw-wit gevaarte op. Voorzichtig nadert de Patriot, een Amerikaans vrachtschip uit Wilmington (Delaware), de kleine Groningse haven. De kades zijn eigenlijk te kort voor het 200 meter lange schip.
Nederlandse militairen van de landmacht en marechaussee die even verderop staan te koukleumen, zwermen uit als het ‘RoRo schip’ (Roll On Roll Off) afmeert. Zij begeleiden de aankomst en het urenlang lossen van het immense schip. De stilte in de Groninger haven vult zich met gepiep en geronk als een van de twee laadkleppen opent en zicht biedt op de ‘ingewanden’ van de Patriot. In de binnenruimtes storten Amerikaanse militairen zich op de honderden kettingen waarmee het legermateriaal is vastgeketend: tientallen tanks en pantservoertuigen, vaak zandgeel geschilderd, bekend van de oorlogen die de VS in het Midden-Oosten en Afghanistan uitvochten. Maar ook jeeps en raketinstallaties, geschilderd in het nog bekendere legergroen.
Een voor een rollen en rijden de honderden voertuigen de kade op. Een deel van de colonne perst zich vervolgens via de Kwelderweg richting het zuiden. Een ander deel gaat op de trein met dieplaadwagons richting Oost-Europa, waar duizenden Europese en Amerikaanse militairen gelegerd zijn. Het legermaterieel moet hen binnen een week bereiken; of dat lukt is niet bekend omdat de evaluaties van dit soort NAVO-inspanningen geheim zijn. Een ander deel van de voertuigen en het wapentuig gaat door naar het slagveld in Oekraïne, of wordt opgeslagen als voorraad.
Tijdige en ononderbroken toevoer vanuit het ‘achterland’ naar het front is centraal onderdeel geworden van de NAVO-strategie. Zonder goede toevoer geen geloofwaardige afschrikking, is de redenatie. Moskou kan immers vanuit het immense Russische achterland materieel en manschappen aanvoeren, nodig voor een uitputtingsslag van meerdere jaren, zoals nu in Oekraïne.
Daarmee vergeleken staat de NAVO op achterstand. Het bondgenootschap heeft te maken met drie à vier verschillende landen waar transporten vanaf bijvoorbeeld Nederland en België richting ‘Oostfront‘ doorheen moeten. Dat vergt een goed gestroomlijnde infrastructuur, spoorlijnen die aansluiten, bruggen die zware diepladers kunnen dragen en afstemming van allerlei (milieu-)regels. De aankomst van een enorme lading Amerikaans materieel zoals november vorig jaar in Eemshaven, een primeur voor het Gronings gebied, gold als een zeer noodzakelijke oefening van de soepele doorvoer richting oosten.
Sinds 2021 heeft de NAVO een apart hoofdkwartier in het Duitse Ulm, nabij München. Het Joint Support and Enablement Command (JSEC) overlegt nauw met bondgenoten over de snelle aanvoer van mensen en materieel. De NAVO-planners hebben ook Nederland in het vizier. Met de havens in Rotterdam, Vlissingen en Eemshaven en luchthavens als Eindhoven en Woensdrecht speelt het land een cruciale rol bij de aanvoer van manschappen en materieel. Nederland beschikt over een dicht web van wegen, spoorlijnen en rivieren dat ons land nauw verbindt met Duitsland en voor de NAVO belangrijke havens daar, zoals die van Hamburg en Bremerhaven. Ook ligt Nederland gunstig voor de inrichting van de zogeheten Noordelijke Corridor richting de Baltische staten. Een Nederlands-Duits-Poolse werkgroep van hoge militairen moet alle obstakels op deze noordelijke route uit de weg ruimen.
Hoewel de precieze route naar het oosten onbekend is, volgt de Noordelijke Corridor voor een flink deel de zogeheten ‘Noordzee-Baltische’ route die al in de jaren negentig door de Europese Commissie werd ontwikkeld met het oog op de oostwaartse uitbreiding van de EU. Het trans-Europese netwerk bundelde wegen, spoorwegen, energievoorzieningen en andere relevante infrastructuur zoveel mogelijk.
Slijtage aan viaducten
In Nederland is luitenant-kolonel Pieter-Bas Groen de leider van het defensie-programma dat buitenlands militair materieel zo snel en soepel mogelijk oostwaarts moet dirigeren De zogeheten Host Nation Support waaraan hij leiding geeft, moet minstens twee keer per jaar operaties in Eemshaven en Vlissingen goed laten verlopen; de Rotterdamse haven komt daar waarschijnlijk nog bij.
Groen en zijn mensen kijken bijvoorbeeld of de wegen en bruggen waarover materieel richting het buitenland wordt vervoerd pakweg 30 ton aan gewicht aankunnen, en waar spoorwegen moeten worden aangepast. Hoe ernstig dit probleem kan zijn, bleek vorige week toen minister Barry Madlener (Infrastructuur, PVV) meldde dat bijna honderd viaducten door constructiefouten veel sneller slijten dan bekend was. De kans is groot dat daar viaducten bij zijn waar diepladers van defensie overheen moeten. En dan zijn er nog de vele werkzaamheden aan de belangrijkste spoorwegroutes richting het oosten, zoals de Betuweroute, die voor veel oponthoud zorgen.
De enorme invloed die infrastructuur kan hebben op militaire prestaties, werd overduidelijk in maart 2022. Een colonne met tientallen Russische tanks kwam in de beginfase van de oorlog vast te staan ten noorden van Kyiv als gevolg van slechte wegen en ernstige bevoorradingsproblemen. De stilstaande colonne werd grotendeels vernietigd door Oekraine, en ontwikkelde zich tot symbool van de slechte Russische voorbereiding van de aanval.
Om de infrastructuur in Nederland op orde te houden voor defensie, spreekt luitenant-kolonel Groen met partners, varierend van ProRail en Rijkswaterstaat tot milieudiensten en veiligheidsregio’s. Ook het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen komt voorbij. Dat moest begin dit jaar haar toetsen voor het theorie-examen aanpassen qua herkenning van de vlaginstructie van de militaire colonnes (Niet doorsnijden als weggebruiker!). Sinds 1 januari voeren alle colonnes van de NAVO op de weg een blauwe vlag links voor bij het voorste voertuig, en een groene vlag links bij het achterste voertuig.
Groen roemt de „publiek-private samenwerking” met bedrijven die een „intrinsieke motivatie voor het versterken van onze nationale veiligheid” hebben. Verbrugge Zeeland Terminals in Vlissingen werkt bijvoorbeeld al enkele jaren intensief met defensie samen, vertelt Groen, ook afgelopen november. Voor zijn aankomst in Eemshaven meerde de Patriot eerst vrij lang af in de Zeeuwse haven om daar materieel uit te laden, maar ook vanwege motorpech. Nederlandse milieuregels verhinderden de doorvaart met een zwaar rokende motor door beschermd Natura 2000-gebied in de Waddenzee boven Eemshaven, vertelt Groen. Door de onvoorziene vertraging moest defensie langere tijd kades en ruimtes huren en werd het speciale militaire regime dat dan geldt – waarbij burgers bijvoorbeeld alleen met speciale toestemming naar binnen mogen – verlengd.
Verbrugge Terminals bewoog soepel mee om een langer verblijf van de Patriot te faciliteren, vertelt Groen. Dat gebeurde tegen ruime betaling door defensie. Eveneens vorig jaar wist Verbrugge Terminals, samen met spoorwegbeheerder ProRail, meer dan 50 miljoen euro aan Brusselse subsidie binnen te halen. Dat gaat besteed worden aan de aanleg van spoorlijnen in onder meer het Zeeuwse havengebied. Een van de gebruikers wordt defensie.
Meer naar het noorden is de firma Wagenborg vooral bekend van de veerdiensten naar de Waddeneilanden. Ze is ook eigenaar van een grote terminal met hijskranen aan de Eemshaven. Daarvan kan defensie, alweer tegen ruime betaling, gebruikmaken als een giga-vrachtschip uit de VS aanmeert en zeshonderd stuks aan materieel snel van boord moeten worden gehaald.
Legervoertuigen in de spits
Groen blijft tamelijk stoïcijns onder de reeks voorstellen van politici om defensie nog meer ruim baan te geven. Diverse partijen zoals het CDA bepleitten meer vervoersbewegingen van de krijgsmacht overdag op de weg, om het gevoel van urgentie bij het publiek te vergroten. Andere politici, zoals oud-NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer en Europarlementariër Bart Groothuis (VVD), wilden luchtdoelraketten in de Rotterdamse haven als afweer tegen mogelijke Russische aanvallen.
„Misschien dat zulke maatregelen op den duur nodig zijn”, reageert Groen. „Maar voor nu heeft het geen zin om bijvoorbeeld de spits te ontwrichten met massieve vervoersbewegingen van onze kant. We kunnen nu goed ons werk doen in de avond, nacht en vroege ochtend.” Over de wenselijkheid van luchtafweerraketten zegt Groen „Je veiligheidsmaatregelen moeten in overeenstemming zijn met het dreigingsbeeld. En wat dat betreft gaat het momenteel over heel andere gevaren.”
Die zijn er genoeg. Meer dan zeven jaar geleden al, in juni 2017, kwam een groot deel van de Rotterdamse haven stil te liggen nadat een zeer schadelijk computervirus (Non Petya) tienduizenden bedrijven over de hele wereld had platgelegd. Het Westen beschuldigde Moskou, mede omdat Oekraïense bedrijven de eerste slachtoffers werden van de cyberaanval. Rusland ontkende.
In maart 2022 was het opnieuw raak. Toen werden internet-routers van honderden kleinere bedrijven, ook in en rond de Rotterdamse haven, het doelwit van een zeer schadelijke hack. De MIVD wees een bekende Russische militaire hackersgroep aan als schuldige. Sindsdien is de ‘digitale afweer’ opgeschroefd in en rond havens waar militair materieel wordt doorgevoerd.
Westerse inlichtendiensten vermoeden dat de onbemande vliegtuigjes kwetsbare plekken in de Europese infrastructuur in kaart brengen.
Inmiddels doemt een ander gevaar op. Op meerdere plekken in Europa verschenen mysterieuze drones boven strategisch belangrijke plekken. Hun herkomst was onduidelijk, bestuurders werden zelden getraceerd. Ramstein Air Base, de belangrijkste Amerikaanse basis in Duitsland, had er last van, net als de Duitse wapenfabrikant Rheinmetall in Düsseldorf en chemie-gigant BASF in Ludwigshafen. Ook verschenen de onbemande vliegtuigjes boven een terminal voor vloeibaar aardgas (LNG) in het Duitse Brunsbüttel ten noordwesten van Hamburg. In het Verenigd Koninkrijk vlogen drones boven luchtmachtbases in Mildenhall (Suffolk) en Feltwell (Norfolk). Westerse inlichtendiensten vermoeden dat de onbemande vliegtuigjes kwetsbare plekken in de Europese infrastructuur in kaart brengen.
Neerhalen van drones
Nederland is druk bezig zich te wapenen tegen dit soort nieuwe spionage-acties, zegt Groen, die als voorbereiding kunnen dienen voor sabotage van delen van de route en tussenstops. Tot dusver zijn dergelijke drones niet boven belangrijke doorvoerhavens in Nederland gesignaleerd, maar dat kan volgens Groen veranderen. Inmiddels zijn installaties opgesteld voor „elektronische verstorings-maatregelen”. „Die kunnen drones desnoods uit de lucht halen”, aldus de officier.
De ‘wat als-vraag’ blijft over: wat als Donald Trump en Vladimir Poetin het op een akkoordje gooien inzake Oekraïne, en de VS zich minder met Europa gaan bemoeien waardoor er aanzienlijk minder Amerikaanse schepen aanmeren in Nederlandse havens? Luitenant-kolonel Groen haalt – opnieuw – zijn schouders op. „Als wij nu aan vrede kunnen bijdragen met een goed aanvoersysteem dat helpt bij de afschrikking, dan doen wij ons werk niet slecht.”