Trans persoon heeft niet altijd behoefte aan hormonen of operaties, maar aan praktische of mentale ondersteuning

Transgenderzorg Langverwacht onderzoek naar de sterk gestegen vraag naar transgenderzorg geeft geen simpele antwoorden.

Geschat wordt dat 1 procent van de Nederlandse bevolking transgender is: zo’n 180.000 personen.
Geschat wordt dat 1 procent van de Nederlandse bevolking transgender is: zo’n 180.000 personen. Foto Joris van Gennip / ANP

Het is dé grote vraag binnen de transgenderzorg: waar komt de explosieve stijging van het aantal aanmeldingen bij de genderpoli vandaan? Die deed zich met name de laatste tien jaar voor in binnen- en buitenland. Het gevolg: lange wachtlijsten, grote druk op zorgverleners, veel ongelukkige wachtenden.

Verklaringen werden gezocht in toegenomen acceptatie en een betere zorgkwaliteit. Maar goed onderzoek ontbrak. Ook voor de theorie dat jongeren elkaar ‘aansteken’ ontbreekt bewijs. De onzekerheid heeft sommige West-Europese landen en Amerikaanse staten ertoe gebracht de toegankelijkheid van transgenderzorg te beperken, vooral voor jongeren.

Lees ook dit interview met Enny Das en Chris Verhaak: ‘Transgenderzorg is een taak voor de hele maatschappij, niet alleen voor de genderpoli’ (2022)

Daarbij speelt mee dat de populatie verandert: sinds 2014 melden zich meer jongeren die in een meisjeslichaam zijn geboren, dan in een jongenslichaam. Dit was andersom. Hebben zij andere zorg nodig? En een steeds grotere groep identificeert zich als non-binair, noch man noch vrouw. In 2021 besloot het ministerie van Volksgezondheid de toenemende vraag te laten onderzoeken.

Reikhalzend werd uitgekeken naar het woensdag gepresenteerde rapport van de Radboud Universiteit. In een tweede rapport berekende adviesbureau Strategies in Regulated Markets (SiRM) de omvang van de zorgvraag, inclusief toekomstscenario’s. SiRM schat dat 1 procent van de Nederlandse bevolking transgender is: mensen die hun gender anders beleven dan het geslacht dat zij bij de geboorte toegekend kregen: zo’n 180.000 personen. Een relatief groot deel van hen is onder de 18 jaar.

Zij hebben niet allemaal behoefte aan transgenderzorg. Op dit moment wachten zo’n 7.000 mensen op zorg, ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Van de mensen die specifiek psychologische zorg nodig hebben, is de man-vrouwverdeling schever: dan is zo’n 60 procent als meisje geboren, onder de 18 jaar zelfs 65 procent.

Geen nieuwe verklaringen

In het rapport zijn geen heel nieuwe verklaringen te lezen, maar theorieën over identiteitsvorming gecombineerd met focusgroepen met zo’n 100 deelnemers, van wie 70 transgender zijn, en een media-analyse over de afgelopen tien jaar. Zo blijkt uit de focusgroepen dat mensen zich eerder niet veilig voelden of de woorden niet kenden om zich te uiten. Door de complexiteit komt op de hamvraag, wat verklaart de toename in de vraag naar transgenderzorg, geen eenduidig antwoord. Duidelijk is wel dat het aanbod ook de vraag beïnvloedt: vroeger was een transitie wellicht minder bevredigend. Er is meer maatwerk mogelijk, zodat ook non-binaire personen worden bediend.

Onderzoekers verwijzen ook naar de transgenderzorg zelf, waarin nu specialistische centra (genderpoli’s) een ‘fuik’ zijn waar alle zorgvragen samenkomen. Terwijl trans personen op meer plekken terecht moeten kunnen, bij de huisarts of reguliere psycholoog, zeiden onderzoekers Enny Das en Chris Verhaak vorig jaar tegen NRC. Lang niet alle trans personen hebben behoefte aan hormonen of operaties, maar bijvoorbeeld alleen aan mentale of praktische ondersteuning. Nu verwijzen huisartsen bij gendervragen snel door naar de genderpoli.

Wachtlijsten groeien door toegenomen acceptatie en door een gebrek daaraan

Zo kan het dat zowel door een toegenomen acceptatie als een gebrek eraan de wachtlijsten groeien, legt Das uit in Den Haag. „Trans personen uiten zich nu eerder dan vroeger, maar de integratie in de maatschappij loopt nog achter. Je zou willen dat die op een meer fluïde manier naar gender kijkt.” Het maatschappelijke debat polariseert en verhardt, blijkt uit de media-analyse. Kennis over hoe om te gaan met de ‘minderheidsstress’ die dit veroorzaakt, ontbreekt thuis, op school en in reguliere zorg.

In een deel van de samenleving speelt de angst juist dat jongeren te snél transgenderzorg krijgen. Maar het is niet zo dat de drempel moet worden verlaagd voor onomkeerbare ingrepen, verhelderen Chris Verhaak en Enny Das na de bijeenkomst. „De specialistische centra moeten zich blijven concentreren op medische zorg, waaronder hormoonbehandelingen.”

Voor de vraag waarom zich nu meer jongeren aanmelden die als meisje zijn geboren verwijzen de onderzoekers naar heersende opvattingen over gender: „Het vrouwelijke wordt lager gewaardeerd dan het mannelijke.” Daardoor zou het makkelijker zijn voor meisjes te experimenteren met mannelijkheid dan andersom. Zij zouden zich daardoor eerder als transgender durven uiten. Vroeger zouden zich meer geboren jongens aanmelden, omdat transgender vrouwen zichtbaarder waren in de media. Maar, benadrukt Verhaak woensdag, dat is een „mogelijke hypothese”. Ze hebben het zelf niet onderzocht; in hun focusgroepen zaten om juridische redenen geen jongeren.

Lees ook: Er zijn twijfels over puberteitsremmers voor transgender jongeren. Is dat terecht?

Invloed sociale media

‘Simpele’ theorieën dat genderdysforie plotseling ontstaat door sociale media of vrienden, die ook in de Tweede Kamer klonken, wijzen de onderzoekers af. Maar hoe sociale media van invloed zijn op het herkennen en verkennen van de genderidentiteit, daar is meer onderzoek naar nodig, aldus de Radboud-onderzoekers. Ze zien in literatuur een verband tussen socialemediagebruik en genderdysforie, maar niet wat eerder was.

De onderzoeken maken ook duidelijk dat het grootste probleem van de transgenderzorg, de wachtlijsten, voorlopig blijft. Adviesbureau SiRM beschreef, in samenspraak met een klankbordgroep van specialisten, trans personen en beleidsmakers, vier toekomstscenario’s. In alle scenario’s is er een sterke (tijdelijke) toename van het zorgaanbod nodig, om de wachtlijsten op te lossen.

Opvallend is dat de zorgverzekeraars zich in de laatste fase van het onderzoek terugtrokken uit de klankbordgroep. Deze opstelling noemt ZonMw, dat de onderzoeken faciliteerde, „zorgelijk”. Fons Strijbosch van SiRM zegt dat de verzekeraars zich niet konden vinden in de uitkomsten. „Ze maakten zich zorgen of de kwaliteit behouden bleef als de capaciteit werd uitgebreid, en of je later niet zit met overcapaciteit.”

In het toekomstscenario ‘grotere maatschappelijke acceptatie’ verdubbelt het aantal personen dat zich openlijk als trans uit tot 360.000. Per individu is dan weliswaar minder psychologische zorg nodig, vanwege diezelfde acceptatie, maar zelfs met grote investeringen in de genderzorg zal het aantal wachtenden pieken op 24.000. Dat is meer dan drie keer zoveel als nu.