Dat schade van een doorbraak van een van de grotere Nederlandse wateren nog altijd niet verzekerbaar is, is volgens bestuursvoorzitter Jos Baeten van ASR „van de zotte”. Dat zei hij op de dag van de presentatie van de halfjaarcijfers van de verzekeraar waar hij al jaren de scepter zwaait.
Het vorige kabinet maakte vlak voor de regeringsoverdracht bekend dat het Rijk niet van plan is om samen met de verzekeraars een verzekering mogelijk te maken voor schade van zogeheten ‘primaire waterkeringen’. Dat zijn bijvoorbeeld de dijken rond de grote rivieren en het IJsselmeer en de duinen langs de Noordzee heen. „Na jarenlange gesprekken met de overheid ligt er een oplossing voor het oprapen, het model is uitgewerkt en samen met herverzekeraars doorgerekend. Alles ligt er”, zegt Baeten in een videogesprek met NRC. „En dan zegt het oude kabinet: dat gaan we toch niet doen, dat is te duur.”
Hierdoor blijft de huidige praktijk bestaan, waarbij schade door een dijkdoorbraak rechtstreeks moet worden betaald vanuit de schatkist. En alleen voor een deel van de schade. „Dit is zo langzamerhand de kernkwaliteit van Nederland: we duwen problemen voor ons uit totdat ze zo groot worden, dat het twee keer zo duur wordt om het op lossen.”
Zouden de verzekeraars met herverzekeraars wel samen iets kunnen doen zonder de overheid, of kan het echt alleen maar met de overheid?
„De overheid is sowieso nodig. Als jij ergens ruim boven NAP woont, dan zou je anders je niet verzekeren: want er loopt toch geen rivier. De overheid is moet er daarom voor zorgen dat het solidariteitsprincipe gaat werken: namelijk dat je een toeslag kunt vragen aan iedereen die bij je verzekerd is, om de pot te vullen.”
„Vervolgens is de overheid ook financieel nodig voor in extreme situaties, als de overstroming zo groot is dat de balansen van de verzekeraars de schades niet meer kunnen dragen en anders om zouden vallen.” Het idee achter het plan van de verzekeraars, was dat zij de eerste 6 tot 8 miljard euro aan schade zouden dekken, en dat de overheid financieel garant zou staan voor het bedrag daarboven.
Als nu een dijkdoorbraak zou plaatsvinden, komen alle kosten bij de schatkist in het kader van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Dan moet die wet wel van toepassing worden verklaard. En als dat gebeurt – zoals bij de overstromingen in Limburg – duurt het vaak lang voordat mensen met schade daadwerkelijk een vergoeding op hun rekening hebben staan.
In de Kamerbrief schreef toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Mark Harbers er wel voor open te staan de verzekeraars een rol te geven in de uitvoering van de Wts. Zij zouden, vanwege hun ervaring met schade opnemen, beter het loket kunnen bemannen waar getroffenen zich kunnen melden met hun schade. De verzekeraars reageerden daar via hun koepel het Verbond van Verzekeraars in eerste instantie positief op. Baeten – sinds juni voorzitter van het Verbond – lijkt daar nu wat op terug te komen. „Als ik het positief frame, dan omarmen wij de handreiking die de overheid doet om samen te werken aan één loket. Maar, dan hebben we straks één loket en dan treedt de Maas buiten de oevers. Dan kunnen die mensen zich meteen melden bij dat loket. En dan moeten die mensen die dat loket bemannen zeggen: ‘ja ja ja, het is fijn dat u ons belt, maar we kunnen niks voor u betekenen, want we weten eigenlijk niet of de overheid gaat instappen en voor hoeveel ze gaat instappen’. Dus ja, het is een stap in de goede richting, maar het is te weinig. Het is niet de oplossing.”
Goed half jaar
ASR rapporteerde deze woensdag positieve cijfers over het eerste halfjaar. De verzekeraar boekte met 677 miljoen euro een bijna 60 procent hogere operationele winst ten opzichte van een jaar eerder. De verzekeraar profiteerde er ook van dat Aegon Nederland, dat in 2022 werd overgenomen, voor het eerst volledig in de boeken zit. Baeten: „We hebben een goed half jaar achter de rug, we zijn mooi gegroeid en het samenbrengen van de twee bedrijven is goed gegaan. Dus alle reden om tevreden te zijn.”
ASR wist de inkomsten uit schadeverzekeringen, ondanks gestegen herstelkosten, op peil te houden door hogere premies te vragen. De verzekeraar verhoogde die aan het eind van het eerste halfjaar nog eens, met soms wel 20 procent.
Is daar discussie over binnen ASR, of dat wel zoveel omhoog kan?
„Je wilt jezelf nooit uit de markt prijzen en het moet betaalbaar blijven. Maar je hebt ook de plicht om gezond te blijven als verzekeraar. Als verzekeraars onverantwoord beleid voeren, dan vallen ze om en daar is ook niemand bij gebaat.”
Waardoor zijn die hogere premies nodig?
„De schadelast stijgt op dit moment door een paar oorzaken. Er zit steeds meer technologie in auto’s, zoals rijhulpsystemen. Daardoor is het aantal aanrijdingen wellicht wat minder, maar als er dan een aanrijding is, dan gaat het om veel geld omdat dat geavanceerde technologie is.”
En wat wij als een enorme impact zien op de kosten, is dat de doorlooptijd van een grote reparatie van veertig naar tachtig dagen is gegaan. En dat betekent dat je ook gedurende tachtig dagen een huurauto moet vergoeden. Daar kan een consument niks aan doen. Maar het is denk ik wel belangrijk dat consumenten zich daarvan bewust zijn.”
Risico AI
Baeten maakt zich zorgen over technologie op een ander vlak: het gebruiken van kunstmatige intelligentie om risico’s in te schatten. „Onze maatschappelijke rol is het bij elkaar brengen van risico’s en dat op een zodanige manier beprijzen dat iedereen het zich kan permitteren om dat risico af te dekken. Ik maak me er zorgen over dat als je kijkt naar technologie in de verzekeringswereld je nu voor een individu zoveel informatie tot je beschikking hebt dat je een premie kan berekenen die heel exact past bij het risico dat gelopen wordt.”
„Maar als we dat gaan doen creëren we een enorm verdeelde samenleving. Want dan krijg je drie groepen: de groep die zich niet hoeft te verzekeren voor een risico, omdat ze weten dat ze dat risico eigenlijk niet lopen. De groep die zich niet meer kan verzekeren omdat het te duur wordt. En daar tussenin de groep die zich nog wel zou moeten en willen verzekeren maar, waar geen verzekeraars meer voor zijn omdat de te verzekeren groep te klein geworden is.”
„Als Nederlandse verzekeraars hebben we een ethisch kader afgesproken om dit te voorkomen. Maar buitenlandse partijen zoals grote techbedrijven die niks te maken hebben met die afspraken, kunnen zo op de Nederlandse markt komen. Daardoor zou de solidariteit in het Nederlandse verzekeringssysteem wel eens doorbroken kunnen worden.”
Wat moet hier tegen gebeuren?
„Ik ben geen grote voorstander van meer wet- en regelgeving, maar ik denk toch dat het enige is dat de regelgever ervoor zorgt dat we daar niet in door kunnen slaan. Door bijvoorbeeld te regelen wat je wat betreft gegevens wel en niet mee kunt nemen bij het bepalen van de hoogte van de premie.”
Consumenten helpen ook niet mee in het solidair houden van het systeem, door vrijwel altijd voor de laagste prijs te gaan. Is wel voldoende bekend dat verzekeren een solidair systeem is?
„De meeste consumenten weten dat wel. Maar de vraag is of ze er naar handelen. We weten allemaal dat te vet eten niet goed is. Maar als er dan een gebakje langskomt, zeggen we toch niet snel nee. Daarom zeg ik: uiteindelijk is een overheidsregeling nodig om het solidariteitssysteem zo goed en zo kwaad mogelijk overeind te houden.”