Toezichthouder: veiligheidsdiensten gaan onzorgvuldig om met inzet virtuele agenten

De online inzet van agenten door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) vertoont onrechtmatigheden en onzorgvuldigheden op het gebied van veiligheid en privacy. Dat staat in een maandag gepubliceerd rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).

Zogeheten virtuele agenten worden ingezet voor de bestrijding van terrorisme en extremisme. Ze verzamelen onder meer anoniem gegevens op chatdiensten, internetfora en sociale media. De methode is wettelijk toegestaan, maar wel onder strikte voorwaarden.

De CTIVD stelt vast dat in sommige gevallen de vereiste toestemmingsaanvragen voor de inzet van virtuele agenten niet of onvoldoende worden onderbouwd. Zo bleef de MIVD eens strafbare feiten plegen, terwijl de toestemming daarvoor niet op tijd was verlengd. Onder bepaalde voorwaarden mogen agenten strafbare feiten plegen om geloofwaardig over te komen.


Lees ook

NCTV volgt heimelijk burgers op sociale media

NCTV volgt heimelijk burgers op sociale media

Dataminimalisatie

Uit het rapport blijkt verder dat de diensten hun aanpak van dataminimalisatie — het zoveel mogelijk beperken van het gebruik van niet noodzakelijke gegevens —  onvoldoende documenteren. Daardoor dreigen gegevensverzamelingen, de zogeheten bulkdatasets, privacygevoelige informatie te bevatten van mensen die niet direct onderwerp van onderzoek zijn.

De AIVD en MIVD zouden wel voldoende maatregelen nemen om de veiligheid van hun virtuele agenten te waarborgen. Ook verloopt de verslaglegging van online operaties grotendeels goed. „De diensten handelen over het algemeen rechtmatig,” aldus de CTIVD, „maar er blijft ruimte voor verbetering, vooral op het gebied van transparantie en proportionaliteit.”