Toch bezuiniging op ouderenzorg

De ouderenzorg dreigt opnieuw met grote bezuinigingen te worden geconfronteerd. Dit jaar gaat het om 310 miljoen euro, vanaf volgend jaar om structureel zo’n 700 miljoen euro. Dat blijkt uit de maandag gepresenteerde voorjaarsnota.

Het gaat om bezuinigingen op de Wet langdurige zorg (Wlz), die bedoeld is voor mensen die blijvend en intensief zorg nodig hebben. Geld daarvoor weghalen ligt politiek zeer gevoelig.

Het demissionaire kabinet wilde vanaf 2024 honderden miljoenen besparen op de langdurige zorg. Dat leidde tot veel politieke discussie. Na de val van het kabinet vorig jaar zomer verklaarde de Tweede Kamer de omstreden bezuinigingen controversieel: ze werden niet meer behandeld.

Een deel van de bezuinigingen voor 2024 verschenen niet meer in de begroting, een ander deel nog wel – maar die werden onlangs door een amendement van de SP alsnog uit de begroting gehaald. Het amendement waarschuwde voor „de penibele financiële situatie van veel zorgorganisaties” en vroeg de bezuinigingen definitief niet te laten terugkeren.


Lees ook
Deel van de bezuinigingen ouderenzorg in 2024 van de baan

Conny Helder, minister voor Langdurige Zorg. In de begroting wordt duidelijk dat een deel van de geplande bezuinigingen op de ouderenzorg niet doorgaan.

Nieuwe bezuinigingen

In de deze week gepresenteerde voorjaarsnota staat wel een nieuwe bezuiniging voor 2024. Het gaat om 310 miljoen euro, afkomstig uit een ‘reservepotje’ bedoeld om onvoorziene groei in de Wlz op te vangen. Zo’n 190.000 ouderen maken gebruik van de Wlz: 122.000 van hen wonen in een verpleeghuis, 68.000 krijgen thuis intensieve zorg. Van de thuiswonenden staan zo’n 22.000 mensen op een wachtlijst voor een plek in een verpleeghuis. Naast ouderen maken gehandicapten en mensen in de ggz gebruik van deze wet.

In een technische briefing donderdag in de Tweede Kamer stelde Joep Deckers, manager toezicht zorgaanbieders bij de Nederlandse Zorgautoriteit, dat de nieuwe bezuiniging van 310 miljoen gezien de wachtlijsten voor verpleeghuizen „vragen oproept. Als het aanbod al zo schaars is, moet je daar niet op beknibbelen.”

Daarnaast heeft het demissionaire kabinet vanaf volgend jaar bijna 700 miljoen euro aan bezuinigingen ingeboekt, en vanaf 2026 structureel bijna 750 miljoen. Dat wil het kabinet onder meer bereiken door zorgaanbieders en zorgkantoren meerjarige contracten met strakke financiële afspraken te laten afsluiten zodat dat minder kost. Daarnaast wordt de reservepot verkleind.

Ook het loslaten van de norm van twee verzorgenden op acht bewoners in verpleeghuizen moet geld opleveren – dan hoeft er minder salaris betaald te worden. In 2017, na een manifest van columnist en schrijver Hugo Borst en zorgactivist Carin Gaemers, werd juist extra geld beschikbaar gesteld om die ‘twee-op-acht-norm’ in te voeren.

Lastig parket

De bezuinigingen brengen de formerende partijen in een lastig parket, vooral de PVV. Jarenlang hield die partij het ene na het andere vurige pleidooi voor meer geld naar de zorg. Zeker voor ouderen, bijvoorbeeld door de terugkeer van de bejaardenhuizen. Een eventueel nieuw kabinet met PVV, VVD, NSC en BBB zal elders geld moeten vinden om de nieuwe bezuinigingen op de ouderenzorg, nota bene van VVD-minister Conny Helder (Langdurige zorg), te kunnen terugdraaien.


Lees ook
Als het aan de PVV en BBB ligt, keert het bejaardenhuis terug: ‘60-plussers denken: wat gebeurt er in 2040?’

Een recreatieruimtes van  een bejaardenhuis.