Tijjani Reijnders was niet bang toen hij bij AC Milan kwam: ‘Ik wilde mezelf laten zien, schijt hebben’

Tijjani Reijnders (m) tijdens de training van het Nederlands elftal. Vrijdag wacht Frankrijk, maandag Griekenland.

Tijjani Reijnders (m) tijdens de training van het Nederlands elftal. Vrijdag wacht Frankrijk, maandag Griekenland.

Foto Koen van Weel/ANP

Interview

Nederlands elftal Hij maakte afgelopen zomer de overstap van AZ naar de Italiaanse grootmacht AC Milan en kwam daar meteen in het basiselftal. Tijjani Reijnders heeft nu uitzicht op zijn basisdebuut in het Nederlands elftal. „De intensiteit is hoger.”

Het is de machinekamer van AC Milan, de plek waar het kapitaal wordt gesmeed. Het Milanello Sports Center ligt op een 300 meter hoge heuvel, 50 kilometer ten noorden van Milaan. Geopend in 1964, aangepast aan de moderne tijd. Er is een kamertje voor de barbier, een enorme keuken, fitness-apparatuur, zwembaden, gastenverblijven voor spelers en een handvol strakgroene voetbalvelden.

Tijjani Reijnders knikt, hij gaat fluitend naar zijn werk. Hij geniet van zijn autoritjes van Milaan naar het trainingscomplex. „Als ik naar Milanello rijd, zie ik al die bergen op de achtergrond, dat is een mooi plaatje.” Daar, in het hart van het Italiaanse voetbal, heeft Reijnders – een 25-jarige middenvelder uit Zwolle die lang onder de radar bleef van topclubs – zijn plek gevonden.

Nadat hij afgelopen zomer voor ruim 20 miljoen euro de overstap maakte van AZ naar AC Milan veroverde hij direct een basisplaats bij de huidige koploper in de Serie A. Langs het trainingsveld bij de KNVB in Zeist, in gesprek met drie journalisten, vertelt Reijnders dat hij in zijn eerste dagen niet deed alsof hij ‘nieuw’ was bij AC Milan. Hij eiste gelijk ballen op, net als bij AZ. „Dat was wat ik in gedachten had: gewoon mezelf laten zien. Schijt hebben, eigenlijk.”

Verwachting: basisdebuut

Het is die houding die hem nu ook kan lanceren bij het Nederlands elftal. Dat mist veel spelers door blessures, onder wie spelverdeler Frenkie de Jong. De verwachting is dat Reijnders vrijdag zijn basisdebuut maakt tegen Frankrijk in het kwalificatieduel voor het EK voetbal volgend jaar zomer.

Bij sommige nieuwe internationals – zoals Feyenoorder Mats Wieffer – ziet bondscoach Ronald Koeman dat zij moeite hebben om net zo bepalend te zijn als bij hun club. „Als speler moet je wel jezelf zijn en doen wat je bij je club doet”, zei Koeman maandag. „Dat kost soms een beetje tijd. Maar het ligt wel aan het karakter van spelers.” Reijnders lijkt die zelfverzekerdheid te hebben. In september viel hij al twee keer goed in, tegen Griekenland en Ierland.

Lees ook: een analyse van Oranje’s laatste wedstrijd in de EK-kwalificatiecyclus, tegen Ierland. De ploeg van Ronald Koeman won, maar wel met moeite

Het duurde even voor hij doorbrak. In Alkmaar kregen Teun Koopmeiners en Fredrik Midtsjø lang de voorkeur. Pas vorig seizoen groeide hij bij AZ – dat hem in 2017 op negentienjarige leeftijd weghaalde bij PEC Zwolle – uit tot een onbetwiste basiskracht. De club bereikte de halve finale van de Conference League, waarna hij in beeld kwam bij de Europese top. „In mijn optiek heb ik soms te lang moeten wachten. Misschien had ik er ook wel eerder kunnen staan. Het moest blijkbaar zo zijn. Het geduld is beloond.”

Naast AC Milan meldde ook FC Barcelona zich deze zomer. Thuis werden de opties besproken, vader en oud-prof Martin Reijnders is zijn zaakwaarnemer. „Barcelona was op zoek naar een nummer zes”, vertelt Reijnders – een verdedigende middenvelder dus. „Dat ben ik niet.”

Daar waar de technische leiding van AC Milan hem overtuigde met een in zijn woorden „perfect plan” voor een rol als aanvallende middenvelder. Reijnders moet voor diepgang en dynamiek zorgen, waar hij bij AZ als ‘verbindingsspeler’ ook betrokken was bij de opbouw.

In die nieuwe rol ontwikkelde hij zich de afgelopen maanden. „Er wordt bij Milan veel gehamerd op meer beweging zonder bal in de diepte.” Precies vanuit zo’n diepteloopactie gaf Reijnders in het eerste competitieduel vanaf de achterlijn een fraaie assist op spits Olivier Giroud, uit bij Bologna. Wel is het nog wachten op zijn eerste doelpunt.

Eerder zei hij dat verdedigend voetbal bij een club in de „onderste regionen” van een topcompetitie niet bij hem past. Hij wil kunnen domineren. „Ik denk dat je het meest aan mij hebt als ik op de helft van de tegenstander speel.”

Hij heeft zich in korte tijd aangepast aan het hoge niveau bij AC Milan, „met spelers van wereldklasse”, zoals hij ze noemt. „In de wedstrijden en trainingen voel je dat de intensiteit ook hoger is.” Al is het aantal gelopen kilometers per wedstrijd „ongeveer hetzelfde” als bij AZ. „Wat ik in Italië heb gemerkt is dat het vooral op het einde op en neer kan gaan, dat was in Nederland minder.”

Zeven jaar geleden speelde hij nog bij de Zwolse amateurclub CSV’28 in de vierde klasse

Bijzondere route

Hij legde een bijzondere route af naar de top. Zeven jaar geleden speelde hij nog bij de Zwolse amateurclub CSV’28 in de vierde klasse. Reijnders zou dat seizoen met zijn broertje Eliano eigenlijk de overstap maken van de jeugd van FC Twente naar PEC Zwolle, maar die club kon de opleidingskosten niet betalen, zegt hij. De oplossing: ze trainden bij Zwolle en speelden duels bij CSV’28, destijds onder leiding van hun vader. „Dat was mooi.”

Zijn vader, oud-prof bij Zwolle, heeft hij altijd als zijn „trainer” gezien. „Hij had vroeger een voetbalschool, daar waren we ook altijd bij. Hij gaf ons veel techniektraining.” Zijn vader stond erom bekend dat hij regelmatig het Zwolse nachtleven in dook tijdens zijn carrière. „Hij zegt altijd: het is goed dat ik dat heb gedaan, zodat mijn zoons niet die fouten gaan maken. Gelukkig doen we dat ook niet. Daar zat hij vroeger heel kort op.”

Bij Milan, de club waar Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard grote successen vierden, bouwt hij nu aan zijn eigen loopbaan. Hij lacht veel, geniet met zijn vrouw van het Italiaanse leven, waarin voetbal cultureel zo bepalend is. Hij gaat niet vaak het centrum van Milaan in, helemaal niet na de 5-1 nederlaag in de derby tegen Internazionale. Op de club was het de dag erna „heel stil”. Met een grijns: „Maar gelukkig is dat tot nu toe onze enige nederlaag.”