Tijdens de eerste onderhandelingen over de begroting hoort minister Heinen: vooral niet extra bezuinigen

De net vertrokken premier Mark Rutte vergeleek Nederland eens met een breekbaar vaasje. Zijn VVD-partijgenoot Eelco Heinen heeft als kersverse minister van Financiën de taak om het kwetsbare kabinet niet kapot te laten vallen. Heinen heeft een streng imago als het gaat om bezuinigen. Maar in de eerste week van de begrotingsgesprekken in het kabinet is vanuit coalitiepartijen het verzoek aan hem vooral: krijg de boel op de rit nu de economische vooruitzichten niet zo somber zijn als verwacht. Oftewel: geen extra bezuinigingen als het niet nodig is, en geen aanpassingen op de afspraken in het hoofdlijnenakkoord. Geef het kabinet, dat bestaat uit vier partijen en een formatieperiode van zeven maanden nodig had, de kans om rustig van start te gaan.

Voor de begroting van komend jaar lijkt Heinen aan die wens te kunnen voldoen. De economische vooruitzichten van het Centraal Planbureau (CPB) en de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week over de economische ontwikkeling vielen mee. Het gaat iets beter met de economie. En in 2025 zal het begrotingstekort van de overheid niet over de Brusselse grens van 3 procent heen gaan, is de verwachting.

Ambassades

Daarmee is niet gezegd dat Heinen deze weken achterover kan leunen. Het is in deze periode, waarin alle departementen hun begroting hebben moeten opstellen, vooral spannend waar Heinen het geld gaat vinden voor de financiële tegenvallers die zich in de afgelopen zomer opstapelden.

Afgelopen woensdag, bij het begin van het eerste officiële begrotingsoverleg, zei Heinen dat er weinig geld was en dat hij op zoek moet naar manieren om die tegenvallers te bekostigen. Dat zijn bijvoorbeeld de uitspraak van de Hoge Raad, die oordeelde dat de manier waarop vermogens werden belast onjuist was. Het is ook het niet doorgaan van de verkoop van het Duitse deel van het hoogspanningsnet van Tennet en het zijn de extra kosten voor de afhandeling van de toeslagenaffaire. Allemaal miljardenposten.


Lees ook

Voor welke problemen komt de nieuwe minister van Financiën te staan?

Eelco Heinen (rechts), minister van Financiën, op het Binnenhof.

Ook zonder tegenvallers moet er fors bezuinigd worden om de plannen van de nieuwe coalitie te financieren. Voor komend jaar al moet bijvoorbeeld duidelijk worden hoe en op welke departementen de eerste bezuiniging van 239 miljoen euro op ambtenaren komend jaar wordt gevonden. Sommige ministers hebben de stellingen al betrokken: zo onderstreepte minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) het belang van zijn ambassades in het buitenland.

Onderwijs

De echt harde discussies over bezuinigingen worden in het voorjaar gevoerd, is de verwachting in Den Haag. Dan komt de Voorjaarsnota tot stand, de bijgewerkte versie van de begroting van komend jaar. Mogelijk is tegen die tijd duidelijk hoe de afspraken in het hoofdlijnenakkoord in de praktijk uitpakken. Wie weet is dan ook bekend of het kabinet kan rekenen op coulance vanuit Brussel, of niet. Mag Den Haag bijvoorbeeld minder betalen aan Brussel dan nu het geval is, zoals dit kabinet wenst, of niet?

Een andere vraag is of het verstandig is om nu nog niet zo ver de toekomst in te kijken. Zo publiceerde het CBS vorige week cijfers over de dalende arbeidsproductiviteit. Door de vergrijzing krimpt de beroepsbevolking, waardoor er nog minder mensen zullen werken dan nu. En daar bovenop wil het kabinet de migratie fors inperken, waardoor ook op die manier de beroepsbevolking niet zal groeien.

Economen vrezen dat de dalende arbeidsproductiviteit geen goed voorteken is voor het verdienvermogen van Nederland. De verdere plannen in het hoofdlijnenakkoord lijken die dalende arbeidsproductiviteit eerder te verergeren dan te verbeteren, zegt Barbara Baarsma, hoogleraar toegepaste economie en hoofdeconoom bij PwC. „Er wordt bezuinigd op onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, onderzoek ten bate van innovatie. En de onderwijskwaliteit holt al achteruit.” Als het kabinet aan de toekomst denkt, dan zou het volgens Baarsma juist moeten investeren in onderwijs.

De ingewikkelde formatie bood weinig ruimte om echt vooruit te kijken. PVV en BBB willen laten zien dat ze burgers tegemoet komen, de VVD wil hetzelfde voor bedrijven, maar wil ook dat de boekhouding van de overheid op orde blijft. Voor minister Heinen zijn de Europese regels daarbij leidend, vooral de norm dat het saldo van inkomsten en uitgaven onder de 3 procent moet blijven.

Botte ingrepen

De harde financiële grensafspraken om te bezuinigen zodra het begrotingstekort hoger is dan 3 procent, lijken het symbool van het maximaal haalbare compromis dat vooral gericht is op het werkbaar houden van het kabinet nu. De VVD zag liever dat gestuurd werd op een kleiner begrotingstekort. Andere partijen aan tafel wilden meer financiële ruimte. Ze kregen die ruimte van de VVD, met als voorwaarde dat de minister van Financiën meteen hard aan de rem kon trekken mochten grenzen overschreden worden.

Terwijl gemoderniseerde Europese begrotingsregels, waarover Brussel dit jaar een akkoord sloot, meer ruimte bieden. Mocht een land de grens van 3 procent overschrijden, dan is het mogelijk om een plan op maat op te stellen hoe het op termijn weer op het goede pad terecht komt.

Heinen zou die harde lijn daarom meteen in de prullenbak moeten gooien, volgens Vinzenz Ziesemer, directeur van de economische denktank Instituut voor Publieke Economie (IPE). Óf het kabinet moet inderdaad koersen op een lager begrotingstekort, zegt hij. „Beter nu al wat voorzichtiger zijn en dan wel je koers vasthouden voor de lange termijn, dan straks misschien botte ingrepen doen op het verkeerde moment.”

Ziesemer zegt, net als het Centraal Planbureau in de vorige week gepubliceerde economische vooruitzichten, dat het risico aanzienlijk is dat Heinen met deze regels moet bezuinigen op een moment dat het al slecht gaat. Dat kan tot onnodig veel faillissementen en werkloosheid leiden. Pieter Hasekamp, directeur van het CPB, adviseerde om enkele lastenverlichtingen uit te stellen zodat het kabinet later meer ruimte heeft.

In die coalitie klinkt: laten we eerst dat hoofdlijnenakkoord uitvoeren en het niet nú al aanpassen. Het akkoord is nou eenmaal een compromis – en over dat compromis is lang gesproken. Ook al betekent dat straks bezuinigen op moeilijke momenten.