De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, heeft zondagavond bij monde van zijn woordvoerder gereageerd op het Israëlische leger dat diezelfde dag met tanks een VN-basis in het zuiden van Libanon binnendrong. Daarbij raakten vijftien VN-militairen gewond.
Guterres noemde de Israëlische operatie „zeer zorgwekkend” en zei dat een aanval op vredestroepen kan worden bestempeld als een oorlogsmisdaad. Israël beweert dat zich rondom de vredesbasis Hezbollah-strijders zouden bevinden.
Volgens UNIFIL, de VN-vredestroepen in Libanon, vernielden twee Israëlische tanks zondagochtend de hoofdingang van de basis en reden daarna het terrein op. Israël spreekt van een reddingsoperatie en zegt dat het twee militairen probeerde te evacueren. Zo’n vijftien UNIFIL-militairen liepen huidirritatie op door de rook die ontstond toen rookgranaten op honderd meter van de basis ontploften. Het Israëlische leger zou door middel van een rookgordijn de reddingsoperatie aan het zicht te onttrekken.
‘Partijdigheid’
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu riep UNIFIL zondag op om uit het gebied te verlaten. „Het moet nu worden gedaan, onmiddellijk”, zei hij in een videoboodschap aan Guterres, die hij een ruim een week geleden nog tot persona non grata had verklaard. Volgens Netanyahu is UNIFIL „een levend schild” voor Hezbollah. Voor die bewering is geen bewijs. Al jarenlang beschuldigt Israël UNIFIL van partijdigheid en nutteloosheid.
UNIFIL is al decennia actief in het gebied, om de vrede te bewaken. Nu er van vrede geen sprake is, monitort UNIFIL de situatie aldaar. Dat is Israël al langer een doorn in het oog. Het leger zou afgelopen week bijvoorbeeld surveillancecamera’s van de blauwhelmen hebben kapotgeschoten en een granaat hebben afgevuurd op een wachttoren bij het hoofdkwartier van UNIFIL.
Natasha Mohamed-Hoesein (47) runde in Rotterdam een advocatenkantoor en was fractievoorzitter van Denk. Sinds een jaar is ze wethouder Armoedebestrijding, schuldhulpverlening, taal en toeslagen. Ze volgde de eerste fulltime wethouder armoedebestrijding van de stad op, haar partijgenoot Enes Yigit. Die vertrok na een jaar onverwacht, te midden van kritiek dat hij inhoudelijk tekortschoot.
Armoedebestrijding is in Rotterdam hard nodig. Bewoners zijn relatief vaak laag opgeleid en hebben moeite met lezen en schrijven. Een op de zes leeft in armoede.
Hoe doet de gemeente dat eigenlijk, armoede bestrijden? Een recent artikel in NRC over Schiebroek-Zuid liet zien dat armoede en andere grotestadsproblemen neerslaan in zwakke buurten. De problemen komen er samen en versterken elkaar: het woningtekort, de schimmelhuizen, verwarde mannen die buurtkinderen angst aanjagen.
Wat dacht u na het lezen over het leven in Schiebroek-Zuid?
„Ik herken de problematiek in het artikel. De uitdagingen zijn complex en tonen aan dat armoedebestrijding heel hard nodig is.”
Wat doet u om kwetsbare buurten als deze uit de armoede te krijgen?
„Het Rotterdamse armoede- en schuldenbeleid is niet gericht op buurten of wijken, het is stadsbreed. We zetten bijvoorbeeld in op vroegsignalering. Als mensen één maand de huur of gasrekening niet betalen, krijgen ze een brief. Als het langer duurt, gaan we met ze in gesprek. We geven budgetteringslessen op scholen, hebben de trajecten voor schuldhulpverlening ingekort van drie naar anderhalf jaar. De periode van BKR-registratie, waarmee het voor de buitenwereld zichtbaar is dat je schulden hebt, is gehalveerd naar tweeënhalf jaar. En we zetten influencers in die op sociale media jongeren waarschuwen voor het kopen op afbetaling, voor dropshippen en crypto-beleggingen.”
Waarom vangt de gemeente kwetsbare groepen zoals verwarde mensen juist in kwetsbare buurten op?
„Bij het zoeken naar opvanglocaties doen we zorgvuldig onderzoek. We praten met de wijkmanager en kijken of er voorzieningen zijn voor de groepen die we opvangen. Maar vooral kijken we naar het wijkprofiel. Kan deze wijk de opvang dragen?”
Het profiel waar de gemeente voor Schiebroek-Zuid naar kijkt is dat van de hele wijk Schiebroek. Dat líjkt goed door het rijkere noorden. Maar de opvang vindt plaats in het kwetsbare zuiden. Is dat eerlijk?
„Het is geen kwestie van eerlijk. We kijken nu eenmaal naar de wijkprofielen, in alle wijken.”
Lees ook
Ja, de frikandel kan een goeie keuze zijn, zegt Tim ’S Jongers, die opgroeide in armoede
Bewoners zeggen geholpen te zijn met een buurthuis, een simpele oplossing. Zo kunnen ze elkaar ontmoeten en helpen. In Schiebroek-Zuid is er geen. Hoe kan dat?
„Er is een Huis van de Wijk, twee zelfs.”
Dat zijn kantoortjes van de welzijnsorganisatie.
„Bewoners kunnen altijd vragen om een eigen of grotere ruimte. Die verzoeken moeten neergelegd worden bij de Huizen van de Wijk. Van zo’n verzoek is mij niets bekend. Mijn collega-wethouder Ronald Buijt houdt zich hier actief mee bezig.”
Bewoners in arme wijken betalen elk jaar meer huur voor hun steeds slechter wordende woningen met schimmel en asbest. Sommige woningen worden pas over tien jaar aangepakt. Wat doet de gemeente?
„We willen Rotterdammers niet in schimmelhuizen hebben, maar het bouwen en renoveren van woningen is een enorme opgave. Dus zetten we in op wat we wél kunnen doen. Zo vragen we de woningbouwverenigingen bewoners te adviseren hoe ze schimmel kunnen aanpakken.”
Gemeentelijke subsidies gaan vaak naar nieuwe, grote partijen. Voor initiatieven van mensen die zich al jaren inzetten voor de buurt is geen vaste financiering. Waarom niet?
„Rotterdam gelooft niet in vaste subsidies of vaste financiering. Subsidies zijn bedoeld om initiatieven tot wasdom te brengen en dan laat je ze los. Zo houd je ook ruimte voor nieuwe partijen. We vergeven sinds kort wel tweejarige subsidies, in plaats van alleen voor een jaar.”
Voor kleine organisaties is het telkens aanvragen van subsidies onmogelijk veel werk.
„Dat hebben we vereenvoudigd, met eenvoudiger taalgebruik en de mogelijkheid om de gemeente om hulp te vragen bij het invullen van de formulieren.”
We willen Rotterdammers niet in schimmelhuizen hebben, maar het bouwen en renoveren is een enorme opgave
Is het daardoor ook minder werk voor aanvragers?
„Nee dat niet, nee. We waarderen de kleinere initiatieven wel. Ze doen belangrijk werk en het is belangrijk dat ze zich gezien voelen. Daarom reik ik eens in de drie maanden een cheque van 250 euro uit aan een mooi initiatief dat zich inzet voor medebewoners. Een pluim, zeg maar.”
Weten mensen met financiële problemen waar ze hulp kunnen krijgen?
„Vaak niet. Nieuw Vaarwater bijvoorbeeld kan Rotterdammers met problemen helpen om snel uit de schulden te komen, vaak al binnen een paar maanden. Het project wordt gefinancierd door particuliere weldoeners, de stichting Verre Bergen van de familie Van der Vorm. Honderd gezinnen hebben zich dit jaar aangemeld, terwijl er plek is voor ruim duizend. Ik hoop dat mensen zich alsnog aanmelden.”
Het college wil armoederegelingen vereenvoudigen en de bekendheid ervan vergroten. Lukt dat?
„We werken aan één digitaal loket. Dat komt er in 2025. Daarin kun je je persoonlijke omstandigheden aanvinken en krijgt dan met één druk op de knop zicht op regelingen waarvoor je in aanmerking komt.”
Juist mensen in armoede zijn vaker laaggeletterd en niet digitaal vaardig. Gaan zij dat loket vinden?
„Welzijnsorganisaties en andere partners in de wijk wijzen hen op de Vraagwijzer. Daar kunnen medewerkers helpen met het invullen van formulieren.”
Soms stopt de gemeente succesvolle projecten, zoals het Jongeren Perspectief Fonds waar jongeren met schulden effectief hulp kregen voor een tegenprestatie. Waarom?
„We hebben nu iets anders, dat heet Jongeren en Schulden. Het is een korter traject en meer op maat. Het heeft standaard minder persoonlijke contactmomenten en is voor een specifiekere groep.”
Een bezuinigingsmaatregel?
„Nee dat is het niet. Als een jongere dat wil, kan die ook juist méér gesprekken hebben.”
Christoffel Columbus, de man die in 1492 Amerika ‘ontdekte’, was een Sefardische Jood afkomstig uit Spanje. Deze opmerkelijke claim deed José Antonio Lorente, een medisch-forensisch expert van de Universiteit van Granada, afgelopen zaterdag in de documentaire Colón ADN. Su verdadero origen (Het dna van Columbus. Zijn echte afkomst) op de Spaanse zender RTVE. In het tv-programma presenteerde Lorente het resultaat van twintig jaar onderzoekswerk.
Over de afkomst van Columbus vindt al lange tijd discussie plaats. De zeeman zou misschien wel afkomstig zijn uit Spanje, Griekenland, Frankrijk of zelfs Schotland. De wetenschappelijke consensus is echter dat hij rond 1450 geboren werd in de Italiaanse havenstad Genua. Lorente meent nu bewijs gevonden te hebben dat de wieg van Columbus verplaatst naar Spanje.
Genetische code
Voor zijn onderzoek gebruikte hij botmateriaal uit het praalgraf van Columbus in de Catedral de Santa María de la Sede in Sevilla. Het was niet zeker of de botten in dit graf daadwerkelijk van Columbus waren, maar Lorente concludeerde na vergelijking met dna uit botmateriaal van Columbus’ broer en zoon dat het skelet in Sevilla inderdaad van de ontdekkingsreiziger is. Hierna kon hij op zoek naar diens voorouders.
Hoe gaat zulk onderzoek in zijn werk? De genetische code van ieder mens ligt opgeslagen in zijn dna. Dit pakket is niet statisch: het muteert van voortplanting op voortplanting. Wie uit archeologisch materiaal – botten of tanden – dna weet te isoleren en dat vergelijkt met een database met de genetische codes van andere mensen (dood en levend) kan terug rekenen wat de stamboom van de stoffelijke resten in kwestie is.
Volgens Lorente bevat het dna van Columbus’ zoon – en dús dat van Columbus zelf – duidelijke aanwijzingen voor een Joodse komaf. Ook suggereert het dna een familieverleden in het westelijk deel van het Middellandse-Zeegebied.
Omdat er in die regio vooral in Spanje Joden voorkwamen – en niet in Italië – komt Lorente tot de conclusie dat Columbus een Sefardische Jood was. (Sefarad is de Hebreeuwse aanduiding voor het Iberisch schiereiland). Pikant: in 1492, het jaar dat Columbus aan wal ging op de Bahama’s, verdreven koning Ferdinand en koningin Isabella alle joden uit Spanje.
Geheim
Collega’s begroetten de ontdekking van Lorente met stevige scepsis, omdat zijn data geheim blijven. In een artikel in de krant El Pais spreekt Rodrigo Barquera, werkzaam bij het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig – hét centrum voor de bestudering van historisch dna, zijn verbazing uit over deze gang van zaken. „Het is normaal dat je een artikel naar een tijdschrift opstuurt, waar een redacteur het naar drie onafhankelijke reviewers doorstuurt die bekijken of het wetenschappelijk valide is. Als dat zo is, wordt het gepubliceerd en kan de rest van de wetenschappelijke gemeenschap beoordelen of ze het ermee eens zijn. Dat is hier allemaal niet gebeurd.”
Lorente laat in een reactie weten dat hij niet van plan is zijn data te delen voordat hij zijn onderzoek naar de familie van Columbus helemaal heeft afgerond.
Willemijn Francissen stopt per 1 september 2025 als mediadirecteur van de taakomroep NTR. Dat heeft de Raad van Toezicht maandag aangekondigd in een interne e-mail aan de hele organisatie die in handen is van NRC. „Willemijn heeft aan de Raad van Toezicht laten weten dat ze 1 september 2025 een goed moment vindt om, na acht jaar, plaats te maken voor een nieuwe bestuurder, in lijn met de aanbevelingen van het rapport van Van Rijn”, schrijft de raad, die zelf overvallen zegt te zijn door het besluit.
Francissen is in juli al tijdelijk teruggetreden als mediadirecteur in verband met twee onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag bij de NTR die waren ingesteld naar aanleiding van het kritische rapport van de commissie-Van Rijn over de werkcultuur bij de publieke omroep. De onderzoeken – één naar een omstreden reorganisatie in 2019- 2020 en één naar de huidige werkcultuur – werden uitgevoerd door het CAOP, een in Den Haag gevestigd kenniscentrum op het gebied van arbeidszaken, dat ook technische ondersteuning verleende aan de commissie-Van Rijn. Maar de raad van toezicht heeft die in de zomer weer stopgezet omdat de beveiliging van de digitale vragenlijsten niet op orde was.
Francissen wordt door een deel van de medewerkers gezien als een belangrijke aanstichter van het grensoverschrijdende gedrag bij de NTR. Haar functioneren maakt deel uit van de lopende onderzoeken.
Nieuw onderzoeksbureau
In de e-mail van maandag kondigt de Raad van Toezicht niet alleen het vertrek van Francissen aan, maar ook de keuze voor een nieuw bureau aan dat het onderzoek van het CAOP moet overnemen: Decoz & Co. „Dit bureau is onder meer gespecialiseerd in onderzoeken naar de interne werkcultuur. De Raad van Toezicht werkt met Decoz & Co aan een onderzoeksvoorstel, en in dat proces kijkt de Ondernemingsraad kritisch mee en adviseert over de opzet. Vanzelfsprekend willen we geen tijd verliezen en gaan we jullie dus zo spoedig mogelijk informeren over inhoud, scope en start van het onderzoek.”
De Raad van Toezicht heeft met Francissen afgesproken dat zij in lijn met de eerdere afspraak, voor de duur van het onderzoek teruggetreden blijft. „Willemijn doet dit in belang van de NTR omdat zij het onverminderd belangrijk vindt dat elke mogelijke schijn van inmenging is weggenomen voor álle betrokken partijen”, schrijft de Raad van Toezicht. Opmerkelijk genoeg voegt de raad daaraan toe dat Francissen toch enkele maanden tijdelijk kan terugkeren. Vanaf 1 december dit jaar zal zij terugkeren in haar functie. De reden voor dit besluit wordt niet duidelijk uit de interne mail van de Raad van Toezicht.
„Wij benadrukken hierbij wederom dat puur en alleen het streven naar een zuiver proces de reden is voor de verlenging van haar tijdelijke terugtreden en dat wij hiermee op geen enkele manier vooruitlopen op de onderzoeksresultaten”, schrijft de Raad van Toezicht. „De afwezigheid van de mediadirecteur heeft grote impact op lopende projecten en processen bij de NTR.”
Daarmee lijkt de Raad van Toezicht tegemoet te komen aan de wens van een deel van leidinggevenden binnen de NTR om Francissen zo snel mogelijk te laten terugkeren omdat de NTR dringend een mediadirecteur nodig heeft. Niet alleen vanwege alle lopende zaken, die momenteel door zakelijk directeur Lucas Goes worden afgehandeld, maar ook vanwege de 100 miljoen aan bezuinigingen op de publieke omroep waarover op dit moment wordt gesproken in Hilversum en Den Haag.