Tienduizenden demonstranten zijn zondag in heel Spanje de straat op gegaan uit protest tegen de plannen van waarnemend premier Pedro Sánchez om Catalaanse separatisten amnestie te verlenen. Dat melden internationale persbureaus en Spaanse media. Een akkoord voor amnestie, en daarmee ook een nieuw regeerakkoord met Sánchez als premier, lijkt er sinds deze week te komen, tot woede van veel Spanjaarden. Volgens een recente opiniepeiling is 70 procent van de bevolking tegen het verlenen van amnestie.
Over hoeveel mensen precies demonstreren, heerst onduidelijkheid. Volgens de krant El País vindt de grootste demonstratie in Madrid plaats. Volgens de autoriteiten zijn daar 80.000 demonstranten, oppositiepartij Partido Popular (PP) zegt dat het er 550.000 zijn. In Sevilla schatten de autoriteiten dat er zo’n 40.000 betogers op straat zijn, in Valencia ongeveer 24.000 en in de Catalaanse stad Barcelona 6.000.
In juli won de rechts-conservatieve PP de verkiezingen, maar kon de partij geen meerderheidscoalitie vormen. Daarop kreeg Sánchez met zijn socialistische PSOE de kans een kabinet samen te stellen. Daarvoor heeft hij steun van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen nodig, die op hun beurt amnestie eisen. Sánchez voerde daarvoor gesprekken met de voormalige regiopresident Carles Puigdemont, die sinds het illegale referendum voor Catalaanse onafhankelijkheid van 2017 in België verblijft. Hij leidt de Catalaanse onafhankelijkheidspartij Junts.
Ook eerder deze week werd gedemonstreerd, toen het erop leek dat de amnestiewet er zou komen. Een demonstratie in Madrid, voor het kantoor van Sánchez’ PSOE, werd grimmig. De politie zette rookbommen in en schoot met rubberen kogels. Ook in de rest van het land demonstreerden Spanjaarden voor lokale PSOE-partijkantoren.