Thuistest bij pijn op borst alternatief voor ziekenhuis

Geneeskunde Ambulancemedewerkers die een bloedtest doen bij mensen met pijn op de borst, behalen hetzelfde resultaat als de eerste hulp van het ziekenhuis.

De ambulancemedewerkers stelden eerst vast of een patiënt een verhoogd risico op een hartaandoening had.
De ambulancemedewerkers stelden eerst vast of een patiënt een verhoogd risico op een hartaandoening had.

Foto: Olivier Middendorp

Patiënten met pijn op de borst hoeven lang niet altijd met de ambulance naar de eerste hulp te worden gebracht. Als er weinig risico is op een hartaanval, kunnen ambulancemedewerkers deze mensen veilig thuis behandelen. Dat wijst onderzoek van het RadboudUMC in Nijmegen uit, dat vrijdag verscheen in het European Heart Journal.

Ieder jaar rukken zo’n 200.000 ambulances uit om mensen met pijn op de borst naar de eerste hulp te rijden. Bij 8 tot 9 van de 10 van deze mensen blijkt in het ziekenhuis dat er niets met het hart aan de hand is. Gelderse cardiologen wilden uitzoeken of deze patiënten met een simpele bloedtest veilig thuis konden worden onderzocht, zodat alleen mensen die een hoog risico lopen op een hartinfarct naar het ziekenhuis worden gebracht.

Aan de studie deden ambulancediensten van vijf Nederlandse regio’s mee. Na een oproep van een patiënt met pijn op de borst, beoordeelden de toegesnelde medewerkers eerst het risico op hartproblemen op basis van de symptomen, de leeftijd, risicofactoren zoals een eerder vaatprobleem of bijvoorbeeld hoge bloeddruk, diabetes of obesitas, en op de uitslag van een electrocardiogram (ECG) oftewel een hartfilmpje.

Kosten

Als er een groot risico op een hartinfarct was, ging een patiënt direct naar het ziekenhuis. Was het risico laag (3 punten of minder op een mogelijke risicoscore van 8 punten) dan bepaalde het lot of de patiënt naar de eerste hulp werd gereden, of thuis werd getest. In totaal deden 863 van deze laag-risicopatiënten mee aan de studie.

Bij de mensen die eerst thuis werden behandeld deden de ambulancemedewerkers een bloedttest om de concentratie van tropinine T te bepalen. Dat is een eiwit dat ontstaat als er hartschade is, en de concentratie in het bloed is een indicatie voor een dreigend hartinfarct. Normaal gesproken wordt het tropininegehalte in het bloed op de eerste hulp bepaald. Het ambulancepersoneel kon de concentratie troponine T in het bloed eenvoudig meten met een teststripje dat na 12 minuten een uitslag gaf.

Als de concentratie troponine T boven een bepaalde waarde kwam, ging de patiënt alsnog naar de eerste hulp. Was de concentratie laag, dan kon de patiënt thuis blijven. Deze mensen kregen instructies over wanneer ze de huisarts moesten bellen.

De onderzoekers gingen na wie er in de dertig dagen na de ambulanceoproep alsnog een hartinfarct of ander hartprobleem kreeg of overleed. De kans daarop was erg klein en verschilde nauwelijks tussen de thuisgehouden groep (0,5 procent) en de groep bij wie op de eerste hulp een laag troponinegehalte was gemeten (1 procent). In de groep als geheel kwam het bij 17 van de 434 patiënten voor die eerst thuis waren beoordeeld (en bij hoog risico waren doorgestuurd), en bij 16 van de 429 patiënten die direct naar de eerste hulp waren gereden.

De onderzoekers berekenden ook hoeveel kosten het uitspaarde als mensen eerst thuis werden getest: ruim 600 euro per patiënt. Op jaarbasis zou het 48 miljoen euro schelen als deze aanpak in heel Nederland wordt ingevoerd, berekenden de auteurs.


Lees ook: Het gevreesde ‘zorginfarct’ is er al. Wie ermee te maken krijgt is een kwestie van toeval