Het Thaise parlement heeft woensdag ingestemd met wetgeving om het homohuwelijk te legaliseren. Dat melden internationale persbureaus. Het wetsvoorstel moet nog worden goedgekeurd door de senaat en de koning, voordat het definitief wordt aangenomen. Hiermee zou Thailand het derde land in Azië zijn dat het homohuwelijk goedkeurt.
Een grote meerderheid van het parlement stemde in met de legalisering: 400 van de 415 aanwezige parlementsleden steunden de nieuwe wet. Volgens de voorzitter van de parlementaire commissie is de wet goedgekeurd om de ongelijkheid in de samenleving te verkleinen en gelijkheid te creëren in het land. Als de koning het voorstel goedkeurt, zal de wet binnen 120 dagen in werking treden.
Thailand is een van de meest liberale samenlevingen in Azië op het gebied van homorechten, die in het land naast traditionele, conservatieve boeddhistische waarden bestaan. Maar het heeft wel meer dan tien jaar geduurd om de wet vorm te geven. Eerder erkende Taiwan in 2019 als eerste Aziatische land het homohuwelijk, waarna Nepal eind 2023 volgde.
Maar liefst vijftien keer herhaalde premier Dick Schoof op vrijdagavond laat de zorgvuldig gekozen formulering dat er „in de fracties en in het kabinet geen sprake was of is van racisme”. Zojuist was staatssecretaris van Toeslagen, Nora Achahbar (NSC), vertrokken uit het kabinet. Zij had aanstoot genomen aan de manier waarop binnen het kabinet gepraat wordt over mensen met een migratieachtergrond. Er was, vertellen bronnen, in racistische termen over Marokkaanse of islamitische Nederlanders gepraat.
Voor Nora Achahbar, het enige kabinetslid van Marokkaanse komaf, waren de gebruikte termen reden om op te stappen. Met haar viel het kabinet bijna ook. NSC’ers verklaarden zich solidair met haar. Andere kabinetsleden eisten juist dat het verwijt van racisme „van tafel” moest. Uiteindelijk slikte NSC haar bezwaren in en suste Schoof de gemoederen bij de andere fracties door iedereen vrij te pleiten van racisme.
In de brief die Achahbar kort na haar aftreden op haar – inmiddels verwijderde – Instagram-pagina plaatste, ging het niet over racisme. Die brief ging over „de polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken”. Schoof maakte dit verwijt meteen klein: hij zei dat Achahbar het had over polarisatie in de samenleving en in de Tweede Kamer. Dus niet in het kabinet. Maar bronnen rondom Achahbar bevestigen dat ze dat wel degelijk bedoelde.
‘Vijandgedreven politiek’
En daarmee raakt Achahbar de kern van de zaak. Het kabinet-Schoof wijkt af van voorgaande kabinetten, door, zoals bijzonder hoogleraar polarisatie en veerkracht Hans Boutellier (Vrije Universiteit) het noemt, aan „vijandgedreven politiek” te doen. Dat betekent, zegt hij, „dat een bepaalde groep als vijand wordt beschouwd, en onderdeel wordt gemaakt van het politieke debat. Donald Trump bedrijft deze politiek, en de PVV van nature ook, met de islam of met Marokkaanse Nederlanders als doelwit. En zodra je een groep als vijand hebt aangewezen, is de volgende vraag: hoe gaan we die vijand bestrijden? De ‘minder minder’-uitspraak van Wilders was een klassiek voorbeeld hiervan.”
Polarisatie, volgens Boutellier „gemobiliseerde vijandschap”, bestaat al geruime tijd in de samenleving. Groepen burgers beschouwen andere groepen als hun vijand. Maar nu de radicaal-rechtse PVV de grootste regeringspartij is geworden, is er volgens Boutellier een nieuwe situatie ontstaan. „De polarisatie komt niet alleen van groepen onderling, maar het openbaar bestuur doet er zelf aan mee. Ofwel: de polarisatie is niet langer horizontaal, maar verticaal: het openbaar bestuur keert zich tégen groepen burgers.”
De eerste tekenen van deze ‘verticale polarisatie’ zag Hans Boutellier in de coronacrisis. Groepen burgers richtten zich niet op elkaar, maar dachten dat de overheid tegen de bevolking aan het samenspannen was. „Er ontstond een beweging van, zoals de AIVD dat noemt, anti-institutioneel extremisme. Dit lijkt wel op de omgekeerde beweging: politiek en bestuur keren zich tegen burgers, gooien olie op het vuur. Dat is problematisch voor een samenleving die toch al onder grote spanning staat.”
Hier waren de afgelopen dagen veel voorbeelden van te zien. Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie, VVD) zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”. Schoof zei vorige week maandag dat „een specifieke groep jongeren met een migratieachtergrond” zich schuldig had gemaakt aan het geweld in Amsterdam, zonder dat die feiten al bekend waren, en verbond daar de conclusie aan dat Nederland „een integratieprobleem” heeft. VVD-leider Dilan Yesilgöz noemde in een ‘longread’ over de rellen „de mislukte integratie” een „bron van alles wat gaande is”. Dit gebeurde allemaal voordat kringen in en rondom het kabinet vertelden dat er dáár, achter de dichte deuren van het Catshuis, nog veel heviger woorden vallen. Woorden als „kutmarokkanen”, en „antisemitisme zit diep in het dna van moslims”. Schoof wilde die uitspraken niet bevestigen of ontkennen.
Volgens Hans Boutellier is het niet nieuw dat groepen in de samenleving meer tegenover elkaar staan, bijvoorbeeld door de oorlog in Gaza. „Wat wél nieuw is, is dat het openbaar bestuur er een flinke schep bovenop doet. En dat heeft weer effect op de samenleving. Zodra vijandgedreven politiek legitimiteit krijgt, is het ook minder problematisch de ander als vijand te benoemen. De overheid staat voor het algemeen belang en moet er voor iedereen zijn, en zou daarom die vijandigheid onder controle moeten houden en dempen.”
Veiligheid en sociale cohesie
Politici kunnen ver gaan in hun uitspraken, voor bestuurders ligt dat anders, zegt hoogleraar politiek pluralisme Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam). „Bestuurders hebben in de eerste plaats de taak de veiligheid en sociale cohesie te bewaren. Dat gaat alleen door te de-escaleren, niet door verder de tegenstellingen aan te wakkeren.”
Als bestuurders voor het laatste kiezen, zegt De Lange, „heeft dat direct een negatieve invloed op burgers”. „Politici onderschatten hun invloed. Ze zeggen vaak dat ze uitdrukken wat burgers voelen, maar het werkt vaak andersom: zij hebben een leidende, agenderende rol in het vormen van de publieke opinie.”
Het is volgens Sarah de Lange „niet heel verrassend dat het kabinet-Schoof actief polariseert”. „Dat hoort bij radicaal-rechts. Ik vind het wel verrassend dat het zo wijdverbreid is geraakt in bestuurlijk Nederland, zowel nationaal als lokaal. Na de rellen werden ook in Amsterdam stevige uitspraken gedaan voordat alle feiten bekend zijn. Pas daarna, in de gemeenteraadsvergadering van dinsdag, is een veel verzoenender toon aangeslagen.”
Ook de vorige premier, Mark Rutte, hanteerde soms buitengewoon polariserende termen. Hij zei ‘pleur op’ over Turkse Nederlanders die Nederlandse normen en waarden niet zouden onderschrijven. Maar dat gebeurde incidenteler, terwijl het volgens de wetenschappers nu voortdurend gebeurt. Zij zien daarom een groot contrast tussen de retoriek en het beleid van het kabinet-Schoof en voorgaande kabinetten. Ook de manier waarop bestuurders omgingen met heftige polariserende gebeurtenissen was anders. Denk aan de sussende, dempende manier waarop bestuurders reageerden op de moord op Theo van Gogh, in 2004, of de vluchtelingencrisis van 2015.
Rellen in Geldermalsen
Een goed voorbeeld daarvan is de toenmalige gemeente Geldermalsen (circa 25.000 inwoners). Eind 2015, midden in de vluchtelingencrisis, werd deze gemeente in de Betuwe landelijk nieuws. De gemeente wilde een asielzoekerscentrum voor 1.500 mensen openen. Bij het gemeentehuis braken vlak voor de beslissende raadsvergadering hevige rellen uit. Hekken, die bedoeld waren om de honderden woedende tegenstanders van het azc tegen te houden, vlogen door de lucht. Agenten werden bekogeld met zwaar vuurwerk of fysiek belaagd, lawinepijlen en flessen vlogen door de lucht. De politie loste waarschuwingsschoten. Opeens voelde Geldermalsen wat ‘polarisatie’ in de praktijk kan betekenen.
De hevige uitbarsting van rellen was voor de gemeenschap „een traumatische gebeurtenis”, vertelt de toenmalige burgemeester Miranda de Vries (PvdA), tegenwoordig zorgbestuurder. Het stelde haar bovendien voor een politiek dilemma: ze moest krachtig optreden, maar wilde voorkomen dat burgers nog dieper verdeeld raakten. Na de rellen, toen de landelijke pers de Betuwe verlaten had en Geert Wilders (PVV) er niet meer over twitterde, begonnen politiek en bestuur in Geldermalsen een proces van ‘heling’, zoals ze dat noemt. „We moesten als gemeentebestuur beter luisteren naar burgers, en ze een kans geven hun emoties te uiten. Dat zou niet makkelijk worden, wisten we, want er was veel woede over ons, de lokale politiek.”
De gemeente plaatste een oproep in de lokale krant: burgers mochten in groepjes van zo’n zes mensen praten. Over de rellen, over politiek, over hun emoties – dit onder leiding van een neutrale gespreksleider. Ook die werden via een oproep geworven in de lokale gemeenschap. Eén raadslid, wethouder of de burgemeester zelf moest erbij zitten, zonder iets te zeggen. Miranda de Vries: „Dat was soms best moeilijk, je hoort echt niet alleen maar leuke dingen over jezelf. Maar de gesprekken werkten heel goed. De spanningen verminderden.”
Lees ook
Dick Schoof kan weer verder met zijn kabinet: met een gedeukt imago, dat wel
De gemeente koos ervoor burgers te blijven betrekken bij andere polariserende onderwerpen, zoals het plaatsen van windmolens. Overigens heeft de gemeenteraad in 2016 tegen plaatsing van het azc gestemd.
Sarah de Lange zegt dat bestuurders zich te vaak op extreme vleugels in de samenleving richten, en daarmee de grote middengroepen over het hoofd zien. „Terwijl je in iedere stroming gematigde krachten hebt, ook als het gaat om een kwestie als Gaza. Die groepen moet je aanspreken als bestuurder. Anders voelen deze mensen zich niet gehoord, en keren zij zich af van politiek. Dat gebeurt nu te weinig.”
Op het Utrechtse Domplein zingen zo’n vierduizend mensen zaterdagmiddag mee met muzikant Florian Wolff. Het lied is gericht aan het kabinet, dat de A27 langs het historische landgoed Amelisweerd aan de zuidkant van de stad wil verbreden met extra rijstroken. Zo’n achthonderd bomen en andere natuur moeten daarvoor wijken. „Ik vind het heel erg wat er gebeurt”, zegt Anne (65) uit Utrecht, „We hebben behoefte aan bos en zuurstof, niet aan asfalt.” Haar hond Rosa is ook bij het protest: „We lopen er vaak.”
Even verderop staat de 9-jarige Ine uit Zeist met haar moeder. „Ik speel soms tikkertje in het bos. En we doen wie het vaakst een dennenappel tegen de boom kan gooien.” Op haar protestbordje staat ‘Meer bomen, minder asfalt.’ Ze vindt dat auto’s „gewoon niet zo vaak moeten rijden, omdat het niet goed is voor de natuur en voor de dieren.”
Het protest tegen de verbreding van de A27 bij Amelisweerd is weer actueel. Vanaf aankomende dinsdag buigt de Raad van State zich over de verbreding van het traject in een zaak, aangespannen door omwonenden, milieu- en natuurorganisaties. Zo willen ze de kap van honderden bomen op het landgoed voorkomen.
Een recent besluit van minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) maakt de rechtszaak extra belangrijk. Hij schoof vorige maand een door de regio aangedragen alternatief voor de verbreding terzijde. Liever houdt hij vast aan het tracébesluit van zijn voorganger Mark Harbers (VVD), dat nu bij de bestuursrechter wordt aangevochten.
Vier extra rijstroken
De omstreden plannen draaien om de verbreding van de betonnen bak waarin nu nog tien rijstroken van de A27 langs Amelisweerd lopen. Om de doorstroming op het traject te verbeteren, moet deze met vier rijstroken worden uitgebreid. Daarvoor moeten aan beide zijden van de weg over een lengte van honderden meters vijftien meter aan bomen en struikgewas worden omgehakt, met daarbovenop nog eens een soortgelijke afstand om de werkzaamheden mogelijk te maken.
In 2010 presenteerde het Rijk het idee voor de verbreding. Aanpassingen zijn nodig, omdat het wegdeel jaar in, jaar uit in de file top-50 staat, vooral tijdens de avondspits. Natuurliefhebbers keerden zich vanaf het eerste moment tegen de plannen. Voor sommigen deed het voorstel meteen terugdenken aan de jaren tachtig, toen de snelweg door het natuurgebied werd aangelegd. Ook toen moesten honderden bomen worden gekapt. Activisten ketenden zich vast aan bomen en werden door de ME uit het bos gehaald.
Zelfgebouwde boomhutten
Jos Kloppenborg was er toen ook al bij, vertelt hij tijdens een wandeling door Amelisweerd. In zelfgebouwde boomhutten bewaakten hij en zijn mede-actievoerders het bos, tot het in september 1982 werd ontruimd. Zijn band met Amelisweerd bleef en groeide met de tijd: „het geeft kracht en rust om hier te wandelen”. Als voorzitter van Vrienden van Amelisweerd en de Kerngroep Ring Utrecht, waarin meerdere actiegroepen verenigd zijn, zet hij zich al jaren in voor het behoud van het bos.
Ook nu zullen activisten zich, indien nodig, vasthangen in de bomen, zegt Kloppenborg. Maar zover is het nog niet. Tot nu toe voeren de actiegroepen hun strijd met demonstraties en in de rechtszaal. Daarbij boekten ze ook succes: in 2019 legde de Raad van State de plannen stil, omdat de gevolgen van de stikstofuitstoot voor het milieu onvoldoende onderbouwd waren.
Een jaar na die uitspraak kwam het kabinet met een nieuw tracébesluit, dat in 2022 nog eens moest worden herzien vanwege een nieuwe berekeningsmethodes voor stikstofneerslag op beschermde natuurgebieden. Ondertussen gloorde voor tegenstanders van de verbreding hoop uit onverwachte hoek. Het kabinet Rutte-IV gaf in het coalitieakkoord de regio-Utrecht de kans om met een alternatief plan te komen. Als dat plan gelijkwaardig of beter zou zijn dan het tracébesluit, dan zou de minister het overnemen.
„We mogen trots zijn op dit resultaat”, zei de Utrechtse verkeerswethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) eind 2023 bij de presentatie van het alternatief. Door de snelheid te verlagen van 100 naar 80 kilometer per uur zouden in de huidige betonbak twee extra rijbanen kunnen worden gecreëerd. Bovendien zagen stad en provincie mogelijkheden om het autoverkeer in 2040 met 10 procent terug te brengen, onder meer door in te zetten op thuiswerken, buiten de spits te reizen en gebruik te maken van de fiets of het openbaar vervoer.
Niet alleen zou het de kap van een groot aantal bomen voorkomen, ook zou het Rijk honderden miljoenen euro’s goedkoper uit zijn, berekende ingenieursbureau Arcadis. Een gelijkwaardig alternatief, concludeerde Henk Meurs, hoogleraar ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit aan de Radboud Universiteit, destijds als voorzitter van een door de regio geconsulteerde expertgroep.
Tegenvaller
Voor de tegenstanders van verbreding kwam de afwijzing van minister Madlener eind oktober dan ook als een verrassing. Volgens de PVV’er is de doorstroming bij het tracébesluit beter en scoort het Alternatief Ring Utrecht minder goed op verkeersveiligheid. Verder zou er te weinig tijd zijn om het alternatief nog verder uit te werken, omdat dan een nieuw tracébesluit moet worden genomen. Dat zou woningbouwplannen in de weg staan.
Ondanks de kritiek houden gedeputeerde André van Schie (Mobiliteit, VVD) en wethouder Van Hooijdonk vast aan het alternatief, vertellen ze in een café vlakbij de manifestatie. „Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het ministerie heeft toegeredeneerd naar het tracébesluit”, zegt Van Schie. Zo laat het alternatieve plan een groot deel van het tracébesluit ongemoeid en is het bovendien technisch en juridisch gemakkelijker uit te voeren, waardoor er geen tijd verloren gaat, zegt Van Hooijdonk. Ook gaat de minister volgens haar voorbij aan het politieke belang van draagvlak in de samenleving, en worden andere voordelen van het plan, zoals bereikbaarheid met de fiets en het ov en een verbeterde luchtkwaliteit, niet meegewogen.
De twee stellen „herhaaldelijk” het ministerie te hebben gevraagd een door Rijkswaterstaat opgesteld rapport van het alternatieve plan met de provincie en de gemeente te delen, zonder succes. „Ik heb er begrip voor dat het demissionair kabinet dat niet deed”, zegt Van Schie. „Maar de verwachting was toch dat we nu in gesprek konden over de plussen en minnen.”
De minister ziet dat anders. „Om het alternatief goed te doorgronden, is er wel degelijk gesproken met de regio. Het rapport is de basis geweest voor die gesprekken”, laat zijn woordvoerder weten. Dat de uitkomst „teleurstellend” is voor de regio „realiseert de minister zich absoluut, maar op basis van de inhoud kan geen andere conclusie getrokken worden.”
Milieu-impact
En dus is nu de Raad van State aan zet. Net als in 2019 is de milieu-impact het belangrijkste discussiepunt voor de eisers. Ook zijn de opvattingen achter het tracébesluit achterhaald, zegt Kloppenborg: „De grootste groeifactor in mobiliteit in Utrecht is de combinatie van trein en fiets. Het verkeer over de A27 is nog niet eens op het niveau van voor corona.” Er is, kortom, een alternatief voor handen, geen dwingende noodzaak en onvoldoende natuurcompensatie, aldus Kloppenborg.
Tegelijk vestigt hij zijn hoop op de Tweede Kamer, die het tracébesluit eveneens kan tegenhouden. „Nieuw Sociaal Contract had in het verkiezingsprogramma staan dat voor het alternatief moet worden gekozen, mits geschikt. En de BBB is ook interessant. De strijd om stikstofruimte gaat tussen wegen en landbouw.” Ook het kostenplaatje kan volgens hem een rol spelen in de opvatting van de Kamer: met het geld dat een keus voor het alternatief bespaart, zou volgens zijn berekening de aanleg van de Nedersaksenlijn grotendeels worden bekostigd.
Lees ook
Minister zet streep door alternatief plan voor verbreding A27
Ook Van Schie en Van Hooijdonk richten zich op het informeren van Kamerleden over het Utrechtse alternatief. Van Schie reisde de afgelopen weken „vijf keer” naar Den Haag en merkt veel interesse. Madlener heeft hen inmiddels toegezegd over het alternatief in gesprek te gaan.
Op het Domplein loopt het protest na anderhalf uur op een einde. Nog één keer zingen de demonstranten uit volle borst mee met de muzikant op het podium.
Topambtenaren en de personeelsvakbond van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag betwijfelen of het onderzoek naar vermeend seksueel wangedrag van de Britse hoofdaanklager Karim Khan (54) eerlijk wordt uitgevoerd. Dat meldt The Guardian zaterdag.
De beschuldigingen tegen Khan werden afgelopen mei al onderzocht door het Onafhankelijk Toezichtmechanisme (IOM), maar de interne waakhond concludeerde na vijf dagen dat er geen sprake was van wangedrag. Het vermeende slachtoffer diende ook geen klacht in. Vermoedelijk omdat ze de onderzoekers niet vertrouwde.
Afgelopen maandag besloot het bestuursorgaan van het Internationaal Strafhof om nogmaals een onderzoek in te stellen, maar ditmaal krijgt een externe partij de zaak toebedeeld om „mogelijke en toekomstige belangenconflicten” te vermijden.
Khan wordt ervan verdacht dat hij meer dan een jaar lang zijn assistente zou hebben betast. Ook zou hij dwingend gedrag hebben vertoond en zijn macht hebben misbruikt. Khan ontkent alle beschuldigingen en „kijkt ernaar uit” om volledig mee te werken, zeggen zijn 54 advocaten. Volgens The Guardian wil het vermeende slachtoffer meewerken aan een onderzoek als het voldoende onafhankelijk is, maar betwijfelt ze of dit bij OIOS het geval is.
Arbeidsverleden
Interne bronnen melden aan de Britse krant dat het VN-bureau voor Intern Toezicht (OIOS) is gevraagd om het nieuwe onderzoek naar Khan te leiden. Dat vinden betrokkenen problematisch omdat de OIOS-hoofdonderzoeker als topambtenaar zou hebben gewerkt onder Khan bij de Verenigde Naties van 2018 tot en met 2021. Bovendien was Khans vrouw Dato Shyamala Alagendra vier jaar geleden nog werkzaam bij OIOS, waardoor ze nog veel onderzoekers zou kennen. Khan stelt dat hij al jaren geen contact meer heeft met zijn oud-werknemer of OIOS.
Het onderzoek komt op een gevoelig moment voor Khan, omdat rechters van het Internationaal Strafhof zich buigen over zijn arrestatiebevelen voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, de ontslagen Defensieminister Yoav Gallant en drie Hamas-leiders. Ze worden verdacht van het plegen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in of vanuit Gaza.
Medewerkers van het Internationaal Strafhof zouden het besluit van Khan hekelen om geen verlof te nemen tot het onderzoek naar seksueel wangedrag is afgerond. Door het negeren van het advies van topambtenaren zouden eventuele getuigen ontmoedigd worden om zich te melden. „Het personeel kookt dat hij eenzijdig heeft besloten om aan te blijven”, meldt een bron aan The Guardian.
Lees ook
Karim Khan: angstaanjagend slim en bijzonder principieel