In tekenfilms komen termieten dikwijls in colonnes de kamer binnen gemarcheerd om in een opwaartse spiraal, poot voor poot de houten tafel in een mum van tijd te verorberen. Zo gaat het in werkelijkheid natuurlijk niet. Allereerst gaan ze niet zo systematisch te werk. Maar vooral: termieten laten zich zelden zien. Ze wonen in de grond of in het hout dat ze van binnenuit opeten. Ze houden niet van licht. De Amerikaanse grondtermiet (Reticulitermes flavipes), die zich in Nederland op minimaal één plek heeft gevestigd, maakt daarom zelfs tunneltjes van modder naar een voedselbron, als die niet direct vanuit de grond is te bereiken. Om diezelfde reden werken ze van binnenuit en laten ze de buitenkant van het hout zo lang mogelijk intact.
Maar destructief zijn ze wel. „Een paar miljoen termieten eten makkelijk een halve kilo hout per dag”, zegt Aron Kuiper van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Termieten maken geen zichtbare gaatjes in het hout – zoals houtwormkevers – en deze soort laat ook geen boormeel achter, legt Kuiper uit: „Je zou ze op het spoor kunnen komen doordat je zo’n moddertunneltje opmerkt, maar in de regel merk je pas dat je termieten hebt, als het al te laat is. Als hout opeens heel hol klinkt, of als een houten constructie instort.” Of als de vliegende termieten het nest verlaten voor een bruidsvlucht.
Dergelijke bruidsvluchten zijn ook in Nederland waargenomen. „In het voorjaar vliegen vruchtbare mannetjes en vrouwtjes – noem ze prinsen en prinsessen – uit om te paren. Een succesvol paartje zoekt dan een plekje om een nieuwe kolonie te beginnen, waar zo’n bevruchte prinses na het leggen van het eerste eitje de titel koningin krijgt”, zegt entomoloog Jinze Noordijk van het EIS Kenniscentrum Insecten. Of die prinselijke paartjes van de Amerikaanse grondtermieten in Nederland daadwerkelijk nieuwe kolonies hebben gesticht is niet duidelijk. „Ze zijn dan maar met z’n tweeën en dus behoorlijk kwetsbaar.” Het is hier mogelijk (nu nog) niet warm genoeg.
Termieten lijken in veel opzichten – uiterlijk, sociale leefwijze, bruidsvluchten – op mieren. Maar er zijn belangrijke verschillen. Zo kunnen de werksters en soldaten in een termietenkolonie zowel vrouwelijk als mannelijk zijn. En bij mieren zorgt de koningin als enige voor de voortplanting. Zonder die koningin houdt de kolonie op te bestaan. Noordijk: „In een termietenkolonie groeit een aanzienlijk aantal individuen uit tot zogeheten neotenen, die ook bijdragen aan de voortplanting. De kolonie kan dus in principe gewoon voortbestaan en groeien, ook als de koning en koningin verloren zijn gegaan.” Dat betekent dat je een nest 100 procent moet vernietigen om ervan af te komen.
Zoiets lijkt aan de hand te zijn geweest op de vestigingslocatie in Zuid-Holland. In 2017 kwam de eerste melding binnen bij het KAD. „De bewoners zijn daar zelf met biocide aan de slag gegaan en hadden kennelijk het idee dat het probleem onder controle was. Ze hebben ze een tijd lang niet meer gezien. Het lijkt er nu op dat de termieten zich verplaatst hebben of dat niet alle termieten geraakt zijn”, vertelt Kuiper. In 2022 werden er opnieuw termieten gesignaleerd.
Het KAD en EIS brachten samen de omvang van de kolonie in kaart en schreven dit jaar op natuurnieuwssite Nature Today: „Die strekt zich uit over twee woningen, waarvan één ook een gebouwencomplex met kassen omvat. In totaal strekt de kolonie zich uit over grofweg 15.000 vierkante meter. Ter plekke is allerlei hout aangetast […].” Dan praat je over meerdere miljoenen individuen.
Het was aanleiding voor het Bureau Risicobeoordeling van de NVWA om een signaaladvies af te geven. Het KAD besloot om hun determinatiewerkzaamheden gratis aan te bieden als het gaat om vermeende termietenmonsters. Dat leverde meteen twee nieuwe ontdekkingen op, in Gelderland en in Noord-Brabant.
Termieten zijn op het oog lastig te determineren: de werkers zijn een soort bleek-witte, blinde mieren, de gevleugelde termieten iets langer en donkerder. Die in Zuid-Holland (waarbij met dna-onderzoek is vastgesteld dat het om R. flavipes gaat) zijn waarschijnlijk vanuit Mexico geïmporteerd door een bedrijf in exotische planten in de buurt.
De andere termieten zouden ook uit Zuid-Europa kunnen komen. „We vermoeden dat de termieten in Gelderland een inheemse Zuid-Europese soort zijn die in een pot met een olijfboom zijn meegereisd”, zegt Noordijk. Maar het zouden ook dezelfde Amerikaanse grondtermieten kunnen zijn. „Die zitten namelijk ook al twee eeuwen in Zuid-Frankrijk. Het komt voor ons entomologen niet als een verrassing dat die met het warmere weer naar het noorden oprukken.” Ook Kuiper vermoed dat er wel meer exotische termieten onopgemerkt succesvol in Nederland gevestigd zijn.
Ecologische schade is nog geen grote zorg. In theorie zouden termieten kunnen concurreren met inheemse insectensoorten of andere ongewervelden die leven van dood hout. Maar de kans dat de warmteminnende Amerikaanse grondtermiet vanuit stedelijk gebied de natuur in trekt, is vrij klein.
De economische gevolgen van een plaag in stedelijk gebied kunnen enorm zijn. In Amerika is het bestrijden en voorkomen van termieten een miljoenenbusiness. De schade in de VS loopt jaarlijks op tot 5 miljard dollar, schrijft Forbes. „Ook in Parijs en andere delen van Frankrijk moet je kunnen aantonen dat je huis termietvrij is voordat je het kan verkopen – het is een verborgen gebrek dat je heel makkelijk mist”, vertelt Kuiper.
Het is heel lastig er definitief af te komen. Kuijper noemt het Engelse Devon, waar ze eind jaren negentig twee jaar bezig zijn geweest met de bestrijding. Dat leek succesvol, totdat in 2009 en 2010 weer termieten werden aangetroffen. Pas na opnieuw tien jaar monitoren durfden de verantwoordelijke instanties de county termietenvrij te verklaren.
Voor huiseigenaren zijn termieten niet alleen praktisch een nachtmerrie – houten constructies kunnen instorten, meubels en andere houten objecten kunnen worden afgeschreven – ze zijn vooral bang dat het een enorme invloed kan hebben op de waarde van hun huis. Verzekeraars en makelaars in Nederland hebben geen ervaring met deze problematiek. Vandaar dat de betrokken partijen de exacte locatie van de termietenvestigingen strikt geheimhouden.
Het bestrijden van termieten is een intensief en langdurig proces. Sterker nog: in Nederland mág het op dit moment niet eens.
Omdat de vestiging van termieten in Nederland zo recent is, bestaat er nog geen wetgeving rondom de toelating van bestrijdingsmiddelen. „Er komen weleens vaker termieten mee ons land in, in houten standbeelden of caravans. Maar losse objecten als meubels, caravans of zelfs zeilboten kun je heel goed behandelen: vergassen, bevriezen, verhitten, zuurstof onttrekken. Dat zijn methoden die ook gebruikt worden voor de bestrijding van andere plaagdieren, en dus wel al toegestaan”, legt Kuiper uit.
„De beste manier om termieten die in de grond nestelen te bestrijden is houtstaven geïmpregneerd met biocide in de grond steken. Daar eten de termieten dan van en omdat ze elkaar voeren verspreiden ze het middel, wat ervoor zorgt dat ze niet meer kunnen vervellen, door de hele kolonie. Er zijn biociden die slecht oplossen in water en dus niet uitspoelen naar het grondwater. Daarnaast komen alleen dieren die van hout eten in contact met de biocide, waardoor het risico op ongewenste effecten op andere dieren minimaal is.”
Wat in ieder geval niet helpt bij de bestrijding is termieten opeten. Daarmee krijg je zo’n kolonie nooit weg. Maar zo lang we er niets anders aan mogen doen, zouden we van de nood een deugd kunnen maken. Want ze zijn ontzettend lekker.
Termieten smaken anders dan mieren. Mieren zijn zuur, dat komt door het mierenzuur dat ze aanmaken als verdedigingsmechanisme. Dat mierenzuur kan ook allerlei aromatische kwaliteiten hebben. Zo smaken de grote rode bladsnijdersmieren uit de Amazone, waarmee de Braziliaanse chef Alex Atala bekend werd, naar gember en citroengras. Termieten hebben geen chemische afweer, ze komen zelden buiten en hoeven dus geen predatoren af te schrikken. Termieten zijn minder ‘fruitig’, maar wel ontzettend bevredigend, vol met eiwit en vet. „Heerlijk notig als geroosterde pinda’s”, zegt Ben Reade.
Deze Schotse chef-onderzoeker maakte een wereldreis om oude en inheemse recepten en traditionele bereidingswijze van insecten te documenteren. Hij legde dat vast in zijn documentairefilm BUGS en was in 2014 op een festival in Amsterdam, waar hij geroosterde termieten serveerde (die hij had meegesmokkeld uit Kenia). Ik noteerde toen dat ze inderdaad smakelijk waren, rijk aan umami, met notige en paddenstoelachtige tonen.
„Termieten worden vooral in Oost-Afrika veel gegeten. Ze zijn ontzettend voedzaam. De volvette koninginnen – bij sommige soorten vingergrote worsten – worden traditioneel aan ondervoede baby’s gevoerd om aan te sterken”, vertelt Reade aan de telefoon. „Maar de koningin eten is als de koe doodmaken in plaats van de melk te drinken.” Het zijn over het algemeen de uitvliegende ‘prinsen en prinsessen’ die worden gegeten. In zijn docu is te zien hoe Afrikaanse mannen pijpleidingen van klei maken rondom de nesten die uitkomen in afgesloten bakjes. Door al trommelend op boomstammen regen na te bootsen lokken ze de termieten naar buiten.
De vleugeltjes zijn niet lekker in je mond. Het is dus zaak ze goed te roosteren. Dan verdwijnen de vliesvleugeltjes, een beetje zoals de velletjes rond de pinda’s. Daarna hou je een pan vol vette toasty, notige eiwitbommetjes over. Heerlijk als snack of op een sandwich. Na honingmieren zijn het Reade’s favoriete insecten.