Door een Russisch bombardement in de Oekraïense stad Charkiv woensdagavond zijn twee doden gevallen en minstens dertig mensen gewond geraakt. Een van de dodelijke slachtoffers is een jongetje van 11 dat zwaargewond onder het puin vandaan kwam, maar niet kon worden gered door aanwezige hulpverleners. Dat melden internationale persbureaus op basis van de lokale autoriteiten.
Een Russische raket raakte een appartementencomplex in Charkiv, waarna brand uitbrak in het gebouw. Op beelden van persbureau Reuters is te zien hoe de gewonden in ambulances worden geladen terwijl de brandweer de rookontwikkeling onder controle probeert te krijgen.
De Oekraïense president Volodymyr Zelensky benadrukte in zijn reactie op de aanval de noodzaak voor militaire steun van westerse bondgenoten van Oekraïne. Via Telegram liet hij weten dat „elke beslissing die wordt uitgesteld ten minste tientallen levens kost”.
Charkiv is sinds het begin van de oorlog in 2022 in Oekraïense handen gebleven, ondanks een Russische poging om de stad in handen te krijgen in de beginfase van de invasie. Sindsdien heeft de stad te maken met herhaalde Russische luchtaanvallen.
Vorig jaar ging groenterestaurant Vannu in Bavel open en dit jaar werd het al bekroond met een groene ster van Michelin. Een groene ster betekent in de praktijk dat chefs werken met lokale en seizoensgebonden ingrediënten van ‘ecobewuste boeren en vissers en hun eigen biologische tuinen’. En, zoals Michelin verder stelt: restaurants die ‘culinaire excellentie combineren met toonaangevende milieu- en ethische normen’. Nu verschillen Michelin en ik geregeld van mening over wanneer sprake is van culinaire excellentie, maar niet in dit geval.
Vannu is gevestigd in een oude boerderij waar voorheen restaurant Van Ouds zat. In 2023 namen chef-kok Gijs Kemmeren en Iris Saaman het over en doopten het om tot Vannu (spreek uit als ‘van nu’); het is een keuken met ‘de Nederlandse (eet-)cultuur als bron van inspiratie’. Het zuurdesembrood komt van een bakkerij uit Wijk en Aalburg die alleen met Nederlandse granen werkt, het zout komt uit Zeeland, de groenten en andere ingrediënten uit de omgeving en van lokale telers. Er is ook een Nederlandse wijn, Smalle Beek, een sauvignon gris van de Brabantse wijngaard Luysterburg, die mijn tafelgenoot – aanvankelijk sceptisch, want geen fan van Nederlandse wijnen – prompt tot „de beste Nederlandse wijn tot nu” doopt.
En er is een heel Nederlandse start van de lunch: een huzarensalade met plantaardige mayonaise, die de chef persoonlijk serveert. En die smaakt precies naar huzarensalade, iets wat ik mijn hele leven heb vermeden, omdat ik het echt niet lekker vind.
Vannu werkt met een vast menu van drie (alleen tijdens de lunch op zondag) tot zes gangen (van 58 tot 79 euro), en heeft een alcoholisch, laag-alcoholisch en alcoholvrij arrangement. Gastvrouw Iris Saaman verzorgt de sappen. Ik begin met een huisgemaakt aperitief op basis van rode druiven, rozebottel en rozemarijn. Ik vind het lekker, mijn tafelgenoot vindt het naar Roosvicee smaken, nog iets dat ontbrak in mijn jeugd.
Impreesionistisch
Het aperitief lijkt even een onzichtbaarheidsdrankje, want hierna voelen we ons een tijdlang genegeerd. Personeel loopt straal langs ons heen, niemand die vraagt hoeveel gangen we willen. Maar dan komen er twee fraaie amuses op tafel: een smakelijk en kruidig worteltaartje met mayonaise gemaakt van bonenkruid en een krokantje gevuld met een mousse van tamme kastanje en een gel van hibiscus. De mousse heeft bijna iets foie-grasachtigs en is heerlijk.
Er is ook nog een amuse van verschillende rassen en structuren van pompoen, waaronder witte pompoen. Heel verfijnd en ingetogen, een impressionistische compositie van smaken. In plaats van boter krijgen we bij het brood een zalige crème van champignons.
Ik moet bekennen dat ik me na de amuse van huzarensalade even zorgen maakte over de stijl van de keuken, maar die eerste hap blijkt allerminst representatief voor de rest van de gerechten, die oogstrelend mooi zijn en vakkundig uitgevoerd. Chef Kemmeren behandelt groenten met eerbied en liefde.
Zo is er een fris, kostelijk gerecht met gepekelde en gebrande komkommer, bulgursalade, schijfjes verschillende soorten komkommers, chayote (familie van de komkommer), zeewier en een dressing van pruimen, verjus en zeesla-olie. Een boel elementen voor een verfijnd en ogenschijnlijk eenvoudig gerecht. Wat opvalt, is dat het gerecht iets ziltigs heeft waardoor de plak gepekelde komkommer bijna de illusie van een vis geeft.
Een ander bijzonder elegant gerecht is met venkel en boterzachte eigenheimer die zo voor gnocchi door kan gaan. De rauwe andijvie die er bovenop ligt, wordt overgoten met een warme saus van venkel en Nederlandse saffraan voor een lichte garing.
Het hoofdgerecht heeft als titel ‘Snijboon’. Klinkt weinig opwindend, maar het bestaat uit gebakken gierst samengeperst in een rechthoekige vorm met een jus van cantharellen en gebarbecuede groenten, waaronder bimi en snijboon. Erbij zit een fijne crème van palmkool. De gierst had wat presentatie betreft zo door kunnen gaan voor een stuk wagyu, maar de structuur heeft meer weg van tempeh. De smaak krijgt versterking door de bekoorlijke cantharellen, wat zijn die toch altijd lekker. Het is heel knap wat de chef doet: het beste uit de groenten halen door ze intact te houden. Zelfs de saaie snijboon is op dit bord een aantrekkelijk onderdeel van het sexy geheel.
Over sexy gesproken: toch altijd wat gaapverwekkende bloemkool komt in het dessert vermomd, maar onmiskenbaar herkenbaar, als lichtzoete mousse bij rode williamsperen, walnootcrumble, venkel en ijs van Nederlandse vanille en grapefruit. Het ijs is verrukkelijk, door die warme, volle, onweerstaanbare smaak van echte vanille.
Het is fantastisch allemaal. Nieuw, verrassend en creatief. Uitstekend eten, mooie wijnen, bijzondere non-alcoholische sappen (alleen het sap van venkel vond ik te flets en waterig). Het tartelletje van rood fruit bij de koffie en thee is volmaakt, net als de hazelnootbonbon met perfect vloeibare kern en het krokantje van lavendel bij de rekening.
In een culinair landschap waarin er vooral trends gevolgd worden en iedereen elkaar nadoet, is het altijd weer een genot een chef te vinden die origineel is. Origineel durft te zijn, want het vergt lef om af te wijken, maar juist dat loont: waarom zou ik stad en land afreizen voor een keuken die je ook om de hoek kunt krijgen?
„Er wordt bij het Utrechtsch Studenten Corps (USC) naar buiten toe mooi weer gespeeld, maar intern gebeuren er de ergste dingen”, zegt de Utrechtse oud-advocaat Bernard Tomlow donderdag tijdens een kort geding in de rechtbank in Utrecht.
In het halfuur daarvoor heeft hij een beklemmende opsomming gegeven van een reeks recente incidenten bij de oudste studentenvereniging van Utrecht, waarvan alleen mannen lid kunnen worden.
De opsomming gaat veel verder dan de vorig jaar breed uitgemeten rel rond de zogeheten ‘bangalijst’, een door USC-studenten gefabriceerde lijst van 30 leden van het gelieerde Utrechtse vrouwencorps (UVSV), compleet met foto’s, telefoonnummers en seksuele commentaren.
Tomlow voert het woord namens Gerard Schuiringa, die in een strak gesneden blauw pak naast hem zit. Schuiringa, van huis uit apotheker, is al vijftig jaar gerespecteerd USC-lid en onder meer oprichter van de reünistenvereniging in de provincie Utrecht. De reünist zegt zich ernstige zorgen te maken over „zijn vereniging”, waar vroeger „alcohol voor vertier zorgde” maar inmiddels „drugsgebruik net zo gewoon is als het bestellen van een pizza”.
‘Grenzeloos’
Tomlow en Schuiringa vragen zich af of er een verband is tussen het drugsgebruik en de vier zelfmoorden van USC-studenten de afgelopen jaren. En hoe zit het met een aantal recente verkrachtingen en aanrandingen door corpsleden? De cultuur op USC is grenzeloos, betogen ze.
Bijkomend probleem volgens Schuiringa en Tomlow is het wegkijken van ouders en oud-USC’ers die de misstanden zouden vergoeilijken. „Elite – prima”, zegt Tomlow, „maar dan wel in woord en daad.”
Aan de andere kant van de rechtszaal zit de 60-jarige investeerder René Kuijten zich zichtbaar te verbijten. Kuijten vervult allerlei rollen binnen het corps. Hij is reünist, zijn kinderen zijn lid, hij is bemiddelaar bij interne problemen, voorzitter van de Raad van Advies, betrokken bij het Corpsmuseum en diverse corpshuizen in Utrecht, ook als investeerder. Er is hem veel aan gelegen om de goede naam van het USC hoog te houden. Net als zijn eigen goede naam.
Vandaar zijn kort geding tegen Schuiringa, die volgens hem een lastercampagne voert tegen het USC, tegen „heel veel jonge mensen”, maar vooral tegen Kuijten zelf.
De brief
Centraal in het conflict tussen Kuijten en Schuiringa staat een brief van vier kantjes, die begin september bij tientallen studentenhuizen en verenigingen in Utrecht werd bezorgd. De brief ging vervolgens in appgroepen van corpsleden, ouders en andere corpora heel Nederland door.
De brief beschrijft het volledig uit de hand gelopen conflict tussen René Kuijten en een vrouwelijke tandarts (tevens UVSV-lid) uit Baarn. Schuiringa wordt in de brief genoemd als insider die „alles kan bevestigen” en als „de enige reünist” die de vrouw heeft geholpen.
Kuijten en de tandarts kennen elkaar uit hun „prachtige studententijd” bij het Utrechtse corps, werden buren en later „intieme vrienden” in hun nieuwe woonplaats Baarn, aldus de brief. „Ze waren vaak in ons zwembad, gingen mee eten” en vierden „verjaardagsfeestjes”.
Er was niets aan de hand totdat de zoon van de tandarts in Utrecht ging studeren, lid werd van USC en zijn moeder – na overleg met „huisvriend” Kuijten – besloot een woning voor hem te kopen. Dat moest, vond ze, niet zomaar een studentenhok worden, maar een „prominent corpshuis”. Kuijten dacht mee en stuurde een voorbeeld van een huurcontract toe. Hij probeerde ook te bemiddelen toen de elf USC-leden in de woning een jaar later enorme ruzie kregen.
Daarbij draaide het om meer dan oppervlakkige corpsvernederingen, zoals toen een van de kamers van het huis met meel werd volgegooid en de jongste bewoners die met een tandenborstel moesten schoonmaken. Jongerejaars in het huis werden „geïntimideerd, gedrogeerd en uitgesloten” en een van hen werd door een „ouderejaars-huisgenoot” verkracht, aldus de brief.
De tandarts probeerde daarna diverse studenten haar huis uit te zetten, maar dat mislukte omdat de huurcontracten waren gebaseerd op „coöptatierecht” – waarbij bewoners zelf mogen beslissen wie hun nieuwe huisgenoot wordt.
De affaire eindigde met een rechtszaak en een knallende ruzie tussen Kuijten en de tandarts, die hem „een gebrek aan zuiver moreel kompas” en het „gedogen van misstanden” verwijt. En dus met die brief, die inmiddels door duizenden corpsleden is gelezen.
Afleidingsmanoeuvres
De tandarts schikte met Kuijten vlak voor het kort geding van donderdagochtend. Zij zal om het goed te maken naar zo’n vijftig studentenhuizen in Utrecht een briefje sturen waarin zij de kwestie beter uitlegt, vertelde Kuijtens advocaat.
Maar daarmee is Kuijtens goede eer nog niet volledig hersteld. Schuiringa heeft volgens Kuijten de brief van de tandarts achter haar rug om verder verspreid onder vrienden, zakenrelaties en buren van Kuijten, om hem zwart te maken en aan zijn positie binnen USC te morrelen.
De beveiligingscamera van een buurtbewoner in Baarn zou de voormalige apotheker op een scooter hebben vastgelegd, met een enveloppe in zijn hand. En dus eist Kuijten dat Schuiringa ook een excuusbrief stuurt naar iedereen aan wie hij de klacht van de tandarts op eigen houtje heeft doorgestuurd.
Het zijn allemaal afleidingsmanoeuvres, zegt de apotheker uiteindelijk tegen de rechter. Hij heeft de brief niet geschreven, hoogstens een paar adressen doorgegeven aan de tandarts. Wel herkent hij veel van wat er in staat – en daar zou het over moeten gaan. „Het enige wat ik wil is dat we deze toestand oplossen. Het liefst zou ik een functie krijgen binnen het corps om de drugsproblematiek op te lossen. Ik maak mij grote zorgen.”
Het USC zelf was donderdagmiddag niet bereikbaar voor commentaar.
Lees ook
Studentencorpora blijven populair, ondanks of wellicht dankzij de incidenten: ‘Er gaat een bizarre aantrekkingskracht vanuit’
Correctie 7/11: In een eerdere versie van dit artikel was de kop niet helemaal duidelijk. Het gaat om reünisten. Dit is aangepast.
Als we doorgaan op dezelfde weg, zitten de boeren in Nederland volgend jaar met zo’n tweehonderdduizend vrachtwagens aan overtollige mest, schetste CDA’er Eline Vedder donderdag in de Tweede Kamer. Het jaar daarop, 2026, kunnen daar nog eens vierhonderdduizend vrachtwagens bijkomen.
Waar moet die mest heen?
Dat was de vraag die Kamerleden donderdag aan elkaar door flipperden, en niemand heeft er een goed antwoord op. Ook niet landbouwminister Femke Wiersma (BBB) die herhaalde alles op alles te zetten om de mestcrisis tegen te gaan. Maar alle maatregelen zullen niet genoeg zijn om de strengere mestregels vanuit Europa op te vangen, erkende Wiersma al. Uiteindelijk zijn veehouders verantwoordelijk voor hun eigen bedrijf, en zullen zij hun conclusies moeten trekken, zei zij: „Ik begrijp dat dat ingrijpend kan zijn.”
Eerlijkheid
De minister kreeg complimenten voor haar eerlijkheid: het maakt duidelijk tot waar de overheid boeren kan helpen. Al erkennen Kamerleden ook dat falend overheidsbeleid juist tot deze mestcrisis heeft geleid.
Bij ieder landbouwdebat wordt steeds duidelijker dat de veehouderij afstevent op een pijnlijke sanering. Bedrijven zullen stoppen of omvallen, omdat ze met minder vee niet rondkomen of de kosten van mestafzet niet kunnen betalen. Ook kan er een „generieke korting” op dierenrechten komen, waardoor veehouders wel moeten inkrimpen. De zorg is dat boeren zullen frauderen met hun mestboekhouding, of illegaal overtollige mest gaan uitrijden.
Lees ook
Gigantische ‘mestzakken’ als noodoplossing voor het mestoverschot: ‘Sommige boeren tikten ze af met een Idealbetaling’
Nederlandse boeren hebben van Europa sinds 2006 meer mest mogen uitrijden, omdat hier veel grasland is wat stikstof goed kan opnemen. Maar al die mest heeft geleid tot stikstof-, bodem- en waterproblemen, en daarom wordt die uitzondering tussen 2023 en 2026 teruggedraaid. Het betekent dat boeren straks zo’n 30 procent minder dierlijke mest kwijt kunnen – los van kunstmest.
Op dit moment stromen de meeste mestkelders niet meer over. Boeren mochten dit jaar twee weken langer, mest uitrijden, tot medio september, want in de wintertijd groeit het gras hier niet snel genoeg voor. Mest wordt ook opgeslagen in enorme zakken, silo’s of bassins. Of boeren proberen de mest af te zetten, en te exporteren, maar dat kan tienduizenden euro’s per jaar kosten.
Krimp veestapel
De VVD opperde een plan waarbij veehouders twee jaar 10 tot 20 procent van hun mestrechten opgeven, en dus minder dieren houden. Als bedrijven dan nog goed lopen, zou je die rechten kunnen wegstrepen. Het leidde vooral tot een discussie wie het inkomstenverlies zou moeten vergoeden: boerencoöperaties, zoals de VVD wil, of de overheid?
Opvallend was dat ook fractievoorzitter Caroline van der Plas van regeringspartij BBB geen goed antwoord had op de vraag wat boeren met hun mestoverschot moeten doen. „Weet ik niet, moet je aan de boer vragen”, zei ze tegen GroenLinks-PvdA. BBB is nooit tegen vrijwillige stoppersregelingen voor boeren geweest, vulde Van der Plas aan – wat ook neerkomt op een zekere krimp van de veestapel.
Ze waarschuwde wel voor de economische en maatschappelijke gevolgen als te veel boeren stoppen. Van der Plas greep later ook de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten aan om het belang van ‘voedselzekerheid’ in Nederland te onderstrepen.
Minister Wiersma zet nog steeds in op een versoepeling van mestregels uit Brussel, maar veel fracties denken dat die niet komt, of te laat. Kan Wiersma’s nieuwe, brede vrijwillige opkoopregeling voor boeren van begin 2026 niet worden vervroegd, vroegen ze. Deze week lekte ook uit dat Wiersma 1 miljard euro zou willen uittrekken voor deze regeling. Is dat niet veel te weinig geld om boeren te helpen in de mestcrisis, was ook een vraag; voor de twee eerdere uitkoopregelingen, onder meer voor piekbelasters, was bijna 3 miljard euro beschikbaar.
Wiersma herhaalde dat ook zij de opkoopregeling zo snel mogelijk wil openen, maar dat een goede voorbereiding tijd kost. Op de hoeveelheid geld die ervoor beschikbaar komt, wilde Wiersma niet vooruitlopen.
Mestgezant
Binnenkort hoopt Wiersma wel een ‘mestgezant’ aan te stellen, die nieuwe mestafzetmarkten moet aanboren. Ze hoopt zo snel mogelijk ‘Renure’ in Nederland toe te kunnen laten, waarmee boeren dierlijke mest kunnen omzetten in een kunstmestvervanger. Veehouderijen die buiten de familie worden doorverkocht, mogen straks minder dieren houden.
Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren sprak van „maatregelen in de marge”, maar „geen fundamentele oplossingen”. Zelfs coalitiegenoot PVV, die de BBB op landbouw zelden afvalt, begon met een kritische noot. „De PVV ziet dat de wil er zeker is bij de minister, maar tot echt doorpakken lijkt het nog niet te komen”, zei Kamerlid Jeanet Nijhof.