Tegenslagen? Welnee, Trump zet vol door

Hoe ondergraaf je een rechterlijke uitspraak die een van de speerpunten van je beleid onderuithaalt? Je brengt de rechters keihard in diskrediet, is de reactie van de regering-Trump. In uitlatingen tegen journalisten en op sociale media waren een aantal van Trumps vooraanstaande medewerkers meedogenloos over drie rechters van het Hof voor Internationale Handel.

Deze rechters hadden woensdag met een unanieme uitspraak een spaak in het wiel gestoken in de strategie om andere landen via extreem hoge heffingen tot stevige concessies in onderhandelingen te dwingen. Zo zouden de door Trump verafschuwde handelstekorten van de VS moeten verdwijnen.

Chefstaf van het Witte Huis Stephen Miller schreef op sociale media „We leven onder een rechterlijke tirannie” en plaatste daarbij schaamteloos een foto van de drie rechters. Nota bene zijn twee van deze rechters benoemd door Republikeinse presidenten, één zelfs door Trump, in zijn eerste termijn.

Woordvoerder Katherine Leavitt drukte zich al even kritisch uit over de rechters, waarbij zij benadrukte dat deze „onverkozen” zijn. De drie rechters van het Hof voor Internationale Handel hadden „op brutale wijze hun rechterlijke macht misbruikt”, zei ze tegen journalisten. „Ze hebben het gezag van de president ondermijnd door te voorkomen dat hij het mandaat uitvoert dat hij van de Amerikaanse kiezers heeft gekregen.”

De president zelf meldde zich op zijn sociale medium Truth Social: „De uitspraak van het Hof voor Internationale Handel is zo verkeerd, en zo politiek! Hopelijk zal het Hooggerechtshof deze verschrikkelijke, het land bedreigende beslissing snel en vastberaden herzien.”

Woede

Bij zijn Make America Great Again-ambities wil Trump alle touwtjes zelf in handen hebben. Sinds zijn aantreden heeft de president getracht de macht om andere landen importheffingen op te leggen helemaal naar zich toe te trekken. Maar grondwettelijk ligt het recht om handelsmaatregelen te treffen, net als het opleggen van belastingen, niet bij de president, maar bij het Congres. Dat onderstreepten deze drie rechters met hun uitspraak.

Zij wekten de woede van de regering, omdat ze het waagden de wettelijke grondslag weg te trekken onder de hoge – in Trumps woorden „wederkerige” – heffingen van 10 tot bijna 50 procent die hij op 2 april voor meer dan zestig landen met veel bombarie aankondigde in de Rozentuin van het Witte Huis. Een week later stelde hij de heffing voor die landen voor negentig dagen bij tot 10 procent voor alle goederen, om zo onderhandelingen tot 8 juli mogelijk te maken. En zo overeenkomsten te kunnen sluiten, waarin hij ze tot stevige concessies zou kunnen dwingen.

Hij is daarmee zijn bevoegdheden ver te buiten gegaan, oordeelden de rechters. Dat geldt volgens hen ook voor de tarieven van 25 procent die Trump aan Canada, Mexico en China oplegde, om ze te dwingen meer te doen om illegale doorvoer van het verslavende middel fentanyl naar de VS te voorkomen.

Deze beide maatregelen baseerde Trump op een wet die sinds de inwerkingtreding in 1977 nog nooit was toegepast, de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA). Deze wet staat de president toe om in een noodsituatie in uitzonderlijke omstandigheden zelf heffingen op te leggen. Maar die wet had hij volgens het Hof voor Internationale Handel niet mogen gebruiken voor het doeleinde dat hij nastreeft, het scherp reduceren van de handelstekorten. Een federale rechtbank in Washington DC was onlangs ook tot die slotsom gekomen. Het Hof voor Internationale Handel gaf deze week de regering tien dagen de tijd om de heffingen in te trekken. Tot woede van Trump en zijn regering, die direct beroep aantekende en daarin stelde dat de onderhandelingspositie hierdoor ernstig wordt ondergraven.


Lees ook

https://www.nrc.nl/nieuws/2025/05/29/een-amerikaanse-rechtbank-fluit-trumps-heffingenbeleid-deels-terug-wat-nu-a4895031

Op donderdag boekten ze al het eerste succes. De werking van de uitspraak werd opgeschort door het hof van beroep. Tot een later nog te bepalen moment.

Dat zegt overigens nog niets over hoe dit hof inhoudelijk naar de zaak kijkt. Als die rechters de uitspraak overeind houden, zal de regering zeker naar het Hooggerechtshof stappen. Daarin hebben conservatieve, door Republikeinse presidenten benoemde rechters een ruime meerderheid, met drie door Trump zelf benoemde rechters. Toch is het helemaal niet zeker of zij wél het gebruik van de IEEPA geoorloofd achten.

Niet verrast

Die uitlatingen van Leavitt, Miller en Trump zouden gezien kunnen worden als wanhopig gescheld na een gevoelig verlies. Maar de regering-Trump lijkt niet in paniek. Integendeel, ze maakt duidelijk dat ze vol doorgaat, zich niet door rechters laat weerhouden, voldoende alternatieven achter de hand houdt en druk op onderhandelingen zal blijven zetten.

Trumps belangrijke adviseur voor handelspolitiek, Peter Navarro, probeerde donderdag in interviews duidelijk te maken dat er voor de regering niets is veranderd door de uitspraak. „We zijn niet verrast”, zei hij. Daarop wijst ook de snelheid waarmee de regering beroep aantekende. Al binnen een uur na de uitspraak.

Maar ook hij is niet zeker of het beroep bij het Hooggerechtshof succesvol zal zijn. En dus zinspeelde Navarro erop dat Trump andere wettelijke mogelijkheden heeft om zonder tussenkomst van het Congres heffingen op te leggen. Hij stelde dat de rechters van het Hof voor Internationale Handel dat nota bene zelf in hun uitspraak hadden aangegeven.

Verschillende experts hebben al eerder in analyses op die mogelijkheden gewezen. Want hoewel het voorrecht bij het Congres ligt, heeft dat in de afgelopen eeuwen de president via verschillende wetten mogelijkheden gegeven om zonder instemming op eigen initiatief handelspolitiek te voeren en zonder instemming maatregelen tegen andere landen te treffen.

Daar heeft Trump al gebruik van gemaakt. Zo zijn de heffingen van 25 procent voor staal, aluminium, auto’s en auto-onderdelen op een andere wet gebaseerd, op de zogeheten Sectie 232 van de Trade Expansion Act uit 1962. Voor onder andere chips en farmaceutica zijn heffingen op basis van die wet in voorbereiding. Ook voor andere sectoren zou Trump voor die route kunnen kiezen. Ook kan Trump kiezen voor heffingen die nog specifieker op één land zijn toegesneden, zoals hij in zijn eerste termijn al heeft gedaan voor China. Net als president Biden na hem baseerde hij daarbij heffingen op Sectie 301 van de Trade Act uit 1974.

Voor een president die grote vaart wil maken, hebben deze mogelijkheden als groot nadeel dat er eerst onderzocht moet worden of de nationale veiligheid in het geding is of dat er op oneerlijke wijze wordt geconcurreerd. Op de dag van zijn aankondiging beloofde Trump de Amerikanen al dat hij andere landen snel heffingen zou opleggen om de handelstekorten teniet te doen. Zijn team onderzocht daarna de verschillende routes en verkoos de IEEPA, omdat daarmee het meeste tempo te maken zou zijn.

Om druk te houden op de nu met veel landen lopende onderhandelingen zou het Witte Huis daarom volgens The Wall Street Journal in een plan B een ander alternatief overwegen. Trump kan ook tijdelijke heffingen met een hoogte van 15 procent voor een periode van 150 dagen instellen om onevenwichtigheden in de handel met andere landen te bestrijden. Daarna kunnen deze alleen met instemming van het Congres verlengd worden. Deze weg is vaker bewandeld, en zou op minder bezwaren van rechters stuiten.

Navarro noemde in een interview met Bloomberg TV ook nog de mogelijkheid om een beroep te doen op de Smoot-Hawley Tariff Act uit 1930, de wet die grote bekendheid kreeg omdat die de handelsoorlog tijdens de Grote Depressie inluidde. Trump zou volgens hem gebruik kunnen maken uit een voorziening in die wet die de president het recht geeft om heffingen te leggen aan landen die de VS benadelen ten opzichte van andere landen.

Toch zijn er ook risico’s als Trump overschakelt op andere wetten om zijn heffingen op te baseren. In Amerikaanse media stellen sommige juristen dat een verandering van tactiek de indruk kan geven dat hij zelf ook niet gelooft dat de IEPPA de geëigende weg is. Het hof van beroep of het Hooggerechtshof zou dan de uitspraak van het Hof voor Internationale Handel in stand kunnen houden. Dat zou de regering dus weer tot voorzichtigheid nopen.

Pessimistische geluiden

Onderhandelaars van de VS en van alle landen waar ze gesprekken mee voeren, hebben sinds deze week nog minder vaste grond onder de voeten. Dreigementen zoals Trump die een week geleden nog uitte tegen de EU door te zwaaien met een verhoging van de heffing tot 50 procent, lijken voor hem een stuk lastiger. De bereidheid van andere landen om concessies te doen zou daardoor kunnen afnemen.

Voor andere landen zou het een grote gok zijn om alleen af te wachten of Trump zijn heffingen overeind kan houden. De vastberadenheid en de inzet van zijn regering zijn in deze handelsoorlog zo groot, dat zij er vanuit kunnen gaan dat hij elke mogelijke weg zal inslaan. Daarbij blijft spelen dat hij meerdere doelen met zijn heffingen heeft: inkomsten voor de schatkist genereren, industrie terughalen naar de VS en het handelstekort minimaliseren.

Opvallend is dan ook dat zowel de VS als andere landen de afgelopen dagen benadrukten dat de onderhandelingen doorgaan. De Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Jamieson Greer liet vrijdag weten volgende week afspraken te hebben n met Eurocommissaris Mario Sefcovic en met ministers van verschillende Aziatische landen.

Alleen over de gesprekken met China brachten de Amerikanen pessimistische geluiden naar buiten. Eerst liet minister van Financiën, Scott Bessent, bij Fox News weten dat ze „een beetje waren vastgelopen” en dat alleen een gesprek tussen Trump en de Chinese president Xi ze weer konden vlottrekken. Vrijdag deed Trump daar met een post op Truth Social een schep bovenop door uit te roepen dat „China de overeenstemming met ons heeft geschonden. So much for being Mr. Nice Guy”.

Al met al is het speelveld deze week eerder onoverzichtelijker geworden. Landen, bedrijven en financiële markten blijven in de onzekerheid die verlammend werkt op economische beslissingen. En die periode van onzekerheid zal vermoedelijk alleen maar langer duren.