Tegen ons praat onze kleindochter niet

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.


Illustratie Martien ter Veen

Opa: „Mijn kleindochter (3) wordt tweetalig opgevoed. Ze is een spontaan meisje zolang haar vader, moeder of zusje bij haar is. Dan praat ze in de taal die bij de ouder hoort. Eens per week haal ik haar op. Bij ons is ze timide en zegt en vraagt ze niets. We vragen haar veel, ze communiceert dan door ja te knikken en nee te schudden. Echt spelen doet ze bij ons nauwelijks. We lezen voor, zingen liedjes. Na afloop fluistert ze in het oor van haar ouders hoe ze het gehad heeft, dat is nooit negatief. Bij haar thuis praat ze evenmin met ons. De crècheleidster zei dat ‘ze praat als ze daar zin in heeft’. Haar oudere zusje heeft ook zo’n periode gehad, maar korter, en zij is nu heel spontaan tegen ons. Ik ben ook oppasopa van mijn andere kleinkinderen, nooit problemen gehad. Misschien is er niks aan de hand, alleen geeft het minder voldoening voor ons. Wat kunnen we doen om beter met haar te communiceren?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Niet aandringen

Catrin Finkenauer: „In relaties willen we wederkerigheid, want daardoor krijgen we het signaal dat de band intact en goed is. Blijft dat achterwege, dan voelen we ons tekortschieten. Maar u doet niks verkeerd.

„Het gebrek aan wederkerigheid kan veel redenen hebben, misschien is uw kleindochter sociaal angstig, heeft ze tijd en steun nodig om vertrouwen op te bouwen en zich veilig genoeg te voelen om interacties aan te gaan. Het betekent niet dat ze het bezoek niet leuk vindt, maar dat het nog even duurt voordat ze dat kan laten zien. Misschien praten jullie thuis op een andere manier dan ze gewend is, of is ze om andere redenen onzeker over wat er van haar verwacht wordt, weet ze niet ‘hoe ze het goed moet doen’.

„Neem de tijd om te investeren in de relatie, doe dingen die ze ook thuis leuk vindt. Respecteer haar zwijgen, dring niet aan. Regelmaat en consistentie helpen bij het voorspelbaar maken van de omgeving. Heb geduld, sommige kinderen hebben wat langer nodig om warm te lopen.”

Babbelen zonder vragen

Maretha de Jonge: „Kinderen gaan tussen hun tweede en derde jaar vloeiender praten. Op die leeftijd ontwikkelen kinderen ineens ook schaamte of onzekerheid als ze in de belangstelling staan.

„Meertalige kinderen leren verschillende talen in verschillende situaties gebruiken. Kinderen kunnen dat goed, maar bij sommigen versterkt dat hun zelfbewustheid en leidt het in een andere omgeving tot stilte waarbij ze de kat uit de boom kijken.

„We noemen het selectief mutisme als iemand de taal of talen goed kan spreken, maar in bepaalde situaties consequent niet praat. Een kind blokkeert zodanig dat geen woord kan uitbrengen.

„Kent u het ongemak als er een stilte valt in een gesprek? We voelen dan de behoefte die stilte op te vullen. Bij zwijgzame kinderen zijn we geneigd om juist veel vragen te stellen. Daarmee vergroten we onbedoeld de druk om te praten en staat een kind steeds in de aandacht. Blijf gewoon babbelen en voorlezen zonder vragen. Benoem wat u ziet. ‘Ik zie dat je het een beetje spannend vindt iets te vertellen, dat is helemaal niet erg. Dat komt vanzelf.’ Daarmee haalt u de druk eraf, benoemt u haar gevoelens en stelt haar gerust. Juich niet zodra ze iets zegt, maar houd het casual.

„Mocht het zwijgen aanhouden en ook praten op school niet op gang komen, dan is het verstandig gespecialiseerd advies te vragen bij een orthopedagoog of psycholoog. Als zwijgen voortduurt kan het de ontwikkeling belemmeren.”

Catrin Finkenauer is hoogleraar jeugdstudies aan de Universiteit Utrecht. Maretha de Jonge is hoogleraar orthopedagogiek bij het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden.