Naar eigen zeggen is Sarah Glenn (24) een beauty junkie. De Engelse topcricketster zorgt er elke wedstrijd voor dat haar nagels, haren en make-up tiptop in orde zijn. Ze doet dat al sinds haar tienertijd, vertelde ze aan The Telegraph, en al die tijd krijgt ze er opmerkingen over. Waarom is ze zo met zichzelf bezig? Komt ze soms aandacht tekort?
Eerst was Glenn nog verbaasd, later kwam de woede. Waarom kan ze niet zichzelf zijn? Moet ze zich minder vrouwelijk gedragen om van die hatelijkheden af te komen? En hoe hoort een vrouw zich dan te gedragen? En waarom zijn het vooral mannen die haar de les lezen?
Op Internationale Vrouwendag zette ze een video op TikTok, waarop ze haar make-up bijwerkt voorafgaand aan een wedstrijd. „Het is mij een raadsel waarom mannen getriggerd worden door sportvrouwen die zichzelf zijn”, zegt ze droogjes. „Voor de meisjes die bang zijn om zichzelf te uiten: ik ben er voor jullie.”
Het doet denken aan de Engelse synchroonzwemsters Kate Shortman en Isabelle Thorpe. In de aanloop naar de Olympische Spelen van 2024 in Parijs (waar ze zilver wonnen) werden ze geconfronteerd met trollen op sociale media. Hun schouders zouden te breed zijn, hun borsten en billen te klein. Het duo sloeg terug met prachtige onderwaterfoto’s voor de campagne van een lingeriemerk. Ze maakten zich zorgen, zeiden ze, dat steeds meer Engelse tienermeisjes sport links laten liggen vanwege „body issues”.
Glenn, Shortman en Thorpe zijn niet de enige sportvrouwen die zich openlijk uitspreken over de sarcastische, vernederende reacties op hun uiterlijk, ook wel bodyshaming genoemd. Met de toenemende populariteit van vrouwensport groeit dit fenomeen, vooral op sociale media. Vrouwen zouden te dik zijn, te dun, te veel of juist te weinig make-up dragen, te gespierd zijn, te veel mannelijke kenmerken hebben. Zelfs na een mooie sportieve prestatie kan het uiterlijk van de winnares in reacties de boventoon voeren.
Neem de Spaanse waterpoloster Paula Leitón, die vorig jaar in Parijs olympisch goud won met haar team. Terwijl ze op tv jubelde met haar ploeggenoten, regende het op sociale media hatelijkheden. Wat deed „dat zeeluipaard” daar op het podium? Dat kon toch geen topsporter zijn?
„Misschien denken mensen dat ze me pijn doen”, zei Leitón in een interview. „Maar ik hou veel van mijn lichaam. Ik zet het in voor een zware sport die alles voor me betekent. Ik heb er olympisch goud mee gewonnen. Mij raakt het niet wat mensen over me zeggen. Maar veel meisjes zullen er wél door geraakt worden. Sta daar alsjeblieft bij stil.”
Het is hard nodig dat sportvrouwen zich uitspreken, zei de Engelse voetbalster Fran Kirby vorig jaar in een documentaire, want bodyshaming brengt gevaren met zich mee, niet alleen mentaal, maar ook fysiek. Fran, een van de uitblinkers van het Engelse elftal, krijgt zó vaak te horen dat ze „te dik” is, dat ze buiten het veld een jas draagt om haar lichaam te verbergen. Topvoetballers moeten naast gezonde voeding voldoende koolhydraten eten, zegt ze, maar ze marchanderen daar vaak mee, omdat ze bang zijn geridiculiseerd te worden na een uitgezonden wedstrijd. „Wetenschappers onderzoeken wel waarom sportvrouwen terughoudend zijn met koolhydraten, maar ik geloof niet dat mensen doorhebben hoe groot het probleem is.”
Ik zocht contact met een buitenlandse atlete die op sociale media kritiek kreeg nadat ze een video had gedeeld waarop ze zich voorbereidt op een grote wedstrijd. Ze zou te dun zijn, aan een eetstoornis leiden. Onverantwoord dat ze met zo’n lichaam een fysiek zware wedstrijd aanging, was de teneur. „Eerlijk gezegd wil ik er liever niet over praten”, schreef ze terug. „Het is het enige waarover journalisten me willen spreken. Niet over mijn prestaties of wat ik voor mijn sport beteken.”
Je wil een groeiend probleem belichten, zei ik tegen mezelf, maar door het te belichten dwing je degene die er last van heeft om zich te vereenzelvigen met het probleem. Niet iedereen is daarvan gediend, en dat moet je als journalist respecteren. Als ik haar iets van die strekking schrijf, krijg ik een hartje terug.
Maar er zijn ook sportvrouwen die van bodyshaming hun handelsmerk hebben gemaakt – en dat bedoel ik niet verkeerd. Neem de Amerikaanse rugbyster Ilona Maher. Al jaren krijgt ze hatelijke reacties over haar uiterlijk. Ze zou „te dik” zijn, „te mannelijk”, „geen echte topsporter”. Ze schrikt er niet voor terug die hatelijkheden met haar bijna 5 miljoen volgers op Instagram en drieënhalf miljoen volgers op TikTok te delen. „Woorden van een willekeurige man op internet”, schrijft ze er bij.
‘Alle lichaamstypes zijn het waard’, postte ze kort voor de Spelen in Parijs, waar ze met haar team een bronzen medaille won. Voorzien van de hashtag #beastbeautybrains deelt ze filmpjes over het belang van een positief lichaamsbeeld. „Met die onbeschaamde aanpak inspireert ze heel veel jonge meiden”, zegt psycholoog Vanessa Coulbeck, die in de VS onderzoek doet naar het lichaamsbeeld van meisjes. „Ze bewijst dat sterk en mooi goed samengaan en moedigt haar volgers aan te waarderen waartoe hun lichaam in staat is.”
Maar vroeg of laat zal de aandacht voor het lichaam van sportvrouwen moeten verschuiven naar hun sportieve prestaties, en hoe ze zich manifesteren binnen en buiten hun sport, zegt Coulbeck. „Cruciaal”, noemt ze dit, want onderzoek toont aan dat meisjes ìn de VS vaker dan ooit stoppen met sporten en fysieke activiteit. „Een alarmerende trend, gezien de mentale, sociale en fysieke voordelen die sport biedt.”
Uit recent onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat vrouwen en meiden in Nederland ongeveer even vaak wekelijks sporten als mannen en jongens (54 procent tegenover 57 procent) maar dat het ledenbestand van bijna driekwart van de bij NOC-NSF aangesloten sportbonden voor minstens 60 procent uit mannen en jongens bestaat. Ruim de helft van de vrouwelijke leden van sportverenigingen krijgt te maken met seksisme. Dat vrouwen sinds 1996 meer olympische medailles winnen voor Nederland dan mannen, doet daar niets aan af.
Méér aandacht voor bodyshaming en tegelijkertijd mínder aandacht voor het vrouwelijk lichaam. Het blijft een dilemma.
