Tassencontroles en QR-codes bij UvA en VU vanwege gevoelens van onveiligheid onder Joodse studenten en medewerkers

Zowel de Universiteit van Amsterdam (UvA) als de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam heeft voor aanvang van het nieuwe academische jaar extra maatregelen genomen om de veiligheid van Joodse en Israëlische studenten en medewerkers te kunnen waarborgen. De UvA bevestigt vrijdag na berichtgeving in Het Parool tegenover NRC voor het eerst te gaan werken met toegangscontroles met QR-codes. Ook moeten jassen en tassen bij sommige evenementen buiten blijven.

De VU houdt jassen en tassen bij de opening van het academisch jaar aankomende maandag ook voor het eerst buiten de deur, meldt de NOS. De universiteit was vrijdag niet telefonisch bereikbaar voor aanvullende vragen. Volgens de NOS werkt de VU maandag ook met selectie op basis van entreebewijzen bij de ingang. Maar dat zou losstaan van gevoelens van onveiligheid onder Joodse en Israëlische studenten en medewerkers. In Rotterdam doet de Erasmus Universiteit dit al langer, laat een woordvoerder vrijdag weten aan NRC.

Een woordvoerder van de UvA benadrukt bovendien dat de controles alleen bij „bepaalde plechtigheden en conferenties” plaatsvinden. Dat is slechts een klein deel van de jaarlijkse universitaire activiteiten. „We blijven gewoon een open campus, zoals hoort bij een universiteit”, zegt hij. „We werken niet met toegangspoortjes voor collegezalen.”

Zorgen over veiligheid

Donderdag schreef Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) Eddo Verdoner op basis van gesprekken met Joodse docenten en onderzoekers van verschillende universiteiten in Nederland, dat zij „in toenemende mate” bezorgd zijn „over de veiligheid van Joodse docenten en studenten in het hoger onderwijs”.

Verdoner verwijst specifiek naar pro-Palestijnse protesten die afgelopen jaar op vrijwel alle universiteiten plaatsvonden. Die worden door de Joodse universitaire gemeenschap als intimiderend ervaren, zegt hij. Het gaat dan concreet om „termen die een antisemitische connotatie hebben” (een verwijzing naar de pro-Palestijnse leus From the river to the sea, Palestine will be free), de maskers die demonstranten droegen en de vernielingen die enkele relschoppers met name op de UvA aanrichtten.

In 2021 stelde Verdoner, die eerder lid was van het bestuur van het Centrum Informatie en Documentatie over Israël (CIDI), dat de pro-Palestijnse leus het bestaansrecht van de staat Israël ontkent. Volgens anderen geeft die leus juist uiting aan het Palestijnse streven naar vrijheid en gelijkheid in een democratische en seculiere staat.

„Wij zien dat het oplaaiende Israëlische-Palestijnse conflict helaas gepaard gaat met antisemitische uitingen op onze universiteiten”, schrijft Verdoner drie jaar later. „Daardoor voelen Joodse studenten en docenten zich soms niet veilig. Dat is ontoelaatbaar. Demonstreren mag, maar wij mogen onze ogen niet sluiten voor antisemitisme dat wordt verhuld als kritiek op Israël.”

Geen directe aanleiding

De UvA zegt dat er „geen directe aanleiding” is voor de nieuwe maatregelen. „De signalen dat Joodse en Israëlische studenten zich onveilig voelen, zijn er al langer. Daar willen wij natuurlijk graag rekening mee houden”, zegt een woordvoerder. „Wij hebben hier goed contact over met Joodse studenten”. Tegelijkertijd zegt de woordvoerder dat de UvA het demonstratierecht wil handhaven. In mei stuurde burgemeester Femke Halsema de Mobiele Eenheid (ME) af op pro-Palestijnse demonstranten. „Er was geen sprake meer van een vreedzaam protest”, schreef ze achteraf ter verantwoording.

Ook op Wageningen University vonden vorig collegejaar langdurig pro-Palestijnse protesten plaats. De universiteit zegt bij monde van een woordvoerder geen signalen te hebben ontvangen van gevoelens van onveiligheid binnen de Joodse gemeenschap — van extra maatregelen is daar dan ook geen sprake. Universiteit Leiden reageerde nog niet op vragen die NRC vrijdagochtend stelde.