De vier mannen die worden verdacht van betrokkenheid bij de explosie aan de Haagse Tarwekamp eind vorig jaar blijven voorlopig vastzitten. Dat besloot de rechtbank maandagmiddag tijdens de tweede voorbereidende zitting van de strafzaak. Drie van hen waren als opdrachtgever en uitvoerder direct betrokken bij de brandstichting en explosie in een bruidszaak, een vierde hielp met de voorbereidingen, maar haakte later af.
Hoewel de zaak nog niet inhoudelijk werd behandeld, bleek de zitting een voorbode van wat tijdens de inhoudelijke behandeling op tafel zal liggen: pleegden de mannen zes moorden toen ze op 7 december benzine uitgoten over de vloer van de bruidszaak en vuurwerk ontstaken?
Het verzoek van het OM, om de mannen te verdenken van moord, geeft inzicht in de zwaarte die de aanklagers aan de zaak hangen
De mannen werden door het Openbaar Ministerie aanvankelijk alleen verdacht van brandstichting met dood tot gevolg, een strafbaar feit waar levenslang voor kan worden opgelegd.
Maar voor de eerste zitting half maart voegde het OM daar bij drie mannen een verdenking aan toe: moord, oftewel het met voorbedachten rade om het leven brengen van anderen. Maandag verzocht het OM de rechtbank om de mannen ook voor die verdenking vast te zetten.
Lees ook
Grijpbak voor grijpbak wordt geprobeerd de toedracht van de rampexplosie te achterhalen
Benzine
Dat klinkt technisch en in zekere zin is het dat ook. De mannen zitten immers al vast en niemand van de betrokkenen in de rechtszaal twijfelde erover dat ze dat voorlopig ook zullen blijven. De betrokkenheid van bijvoorbeeld Ilias B. „druipt van het dossier”, zei zijn advocaat Anis Boumanjal. B. kocht niet alleen de jerrycans waarmee, eenmaal gevuld met bijna tweehonderd liter benzine, brand werd gesticht; hij was ook bij een voorverkenning van het pand én op de zaterdagochtend betrokken bij de brandstichting.
Bovendien hebben B. en hoofdverdachte Mostagh B. – wiens ex-vriendin eigenaar was van de bruidszaak – bekennende verklaringen afgelegd en spijt verklaard. Ilias B. zei maandag nog steeds „slapeloze nachten” te hebben; Mostagh B. zei dat de „slachtoffers en nabestaanden in mijn gedachten zijn en blijven”. Een derde hoofdverdachte zweeg tot nu toe, maar verklaarde maandag spijt. Volgende week zal hij een naar verwachting bekennende verklaring afleggen aan de politie.
Tegelijkertijd gaf het verzoek van het OM, om de mannen te verdenken van moord, inzicht in de zwaarte die de aanklagers aan de zaak hangen. En het gaf blijk van hun grote vertrouwen in het bewijs.
Geschrokken
Een te zware verdenking, stelden de advocaten van de drie hoofdverdachten. „Het doel was brandstichting”, zeiden zowel Boumanjal als Feride Tosun, advocaat van de zwijgende verdachte. Alles in de voorbereiding was erop gericht schade te berokkenen aan de bruidszaak. Die moest worden vernield, bruidsjurken moesten worden gestolen. Dat, zei Boumanjal, zou de ex-vriendin van de hoofdverdachte „een lesje leren” – Moshtag B. dacht dat ze was vreemdgegaan.
Dat de boel vervolgens explodeerde, het appartementencomplex instortte en zes mensen – onder wie drie leden van één gezin – om het leven kwamen, was volgens de advocaten nooit de bedoeling geweest. Sterker, zei Boumanjal: ze zouden zo geschrokken zijn dat ze zelfs overwogen zélf de brandweer te bellen – onduidelijk is of ze dat ook deden. Tijdens de voorbereidingen bespraken ze bovendien het idee om een brandblussertje mee te nemen. Ergo: géén voorbedachten rade, géén moord.
Het OM bracht daar tegenin dat de mannen hadden kunnen weten dat ook de bewoners van de woningen boven de bruidszaak risico zouden lopen bij een brandstichting waarvoor ze tweehonderd liter benzine hadden getankt. „Elk redelijk denkend mens”, zei een van de twee officieren, „snapt dat dit tot ontploffing zal leiden.” Ergo: moord.
Elk redelijk denkend mens snapt dat dit tot ontploffing zal leiden
De rechter vond het maandag te vroeg om zich op die vraag te werpen. „Er komt een oordeel”, zei de rechtbankvoorzitter, „maar we zien er de toegevoegde waarde niet van in om er nu al iets over te zeggen.” De mannen blijven dus vastzitten, maar niet op verdenking van moord.
Dat oordeel laat nog even op zich wachten. De rechtbank hoopt in februari volgend jaar te beginnen met de inhoudelijke behandeling van de zaak, maar stelde ook dat het later kan worden: het kan een jaar à anderhalf jaar duren voordat een onderzoek naar de bouwkundige staat van het pand is afgerond. Dat onderzoek moet, samen met een onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut, meer duidelijkheid geven over de cruciale vraag: hóé konden de appartementen precies instorten?
Lees ook
Hoofdverdachte Tarwekamp bekent en heeft ‘enorm veel spijt’ – volgens het OM was sprake van moord
