De reacties op het vertrek van Bashar al-Assad uit Syrië laten zien dat Syriërs in elk geval verenigd zijn in hun afkeer tegen de gevallen dictator. In de losgekomen emoties zijn hoop op een betere toekomst en het einde van de angst gemene delers. Maar er is ook een nieuwe angst: die voor wat komen gaat.
NRC sprak met drie Syriërs in Nederland over de gebeurtenissen in hun land van herkomst. Ze vragen zich af of ze hun land weer kunnen bezoeken en: wanneer dan?
De Syrische diaspora waar zij deel van uitmaken en die verspreid is over de hele wereld, volgde de ontwikkelingen zondag met argusogen. De feestvreugde over het vertrek van Assad werd getemperd door de aanvallen van Israël op doelen in Syrië: „Alsof ons geen rust gegund is”, verzucht fotograaf Fouad Hallak.
Dima Kadri (28): ‘De keten van angst is doorbroken: een onbeschrijflijk gevoel’

Zaterdagmiddag scrollt Dima Kadri door de app Livemap in een Utrechts café. Ze ziet het gebied dat de rebellen hebben veroverd steeds verder opschuiven naar Damascus. „Ze zijn bijna in het dorp van mijn familie”, zegt ze over de rebellen die snel optrekken vanuit het noorden van Syrië. Hoe snel precies, blijkt in de nacht daarop, als ze rond half vier hoort dat het Assad-regime is verdreven.
„Ik heb haast niet geslapen en heb met zoveel familieleden gesproken, we moesten allemaal huilen”, zegt Kadri zondag. Eigenlijk stond er een protest gepland, maar nu gaat ze feestvieren. „De afgelopen dagen zag ik op sociale media al dat mensen minder bang waren. Het is hartverwarmend te zien dat mensen zeggen wat ze willen zeggen. Dat die keten van angst is doorbroken, is een onbeschrijflijk gevoel. We proberen het te verwerken en vragen ons af: wanneer kunnen we teruggaan, hoe kunnen we teruggaan?”
Kadri verliet Syrië in 2012, toen ze zestien was. Haar dorp was gebombardeerd en haar gezin kwam als openlijk tegenstander van Assad in het vizier van het regime. Net als veel landgenoten weet Kadri niet zo goed wat te denken van de rebellen die het Assad-regime omver hebben geworpen. „Ik weet dat alle gewapende groepen grote misdaden begaan hebben, maar zoals ze in Aleppo en Hama met de mensen zijn omgegaan, geeft enige hoop op iets beters. Door wat we als Syriërs meegemaakt hebben, hebben we die twijfel. We vertrouwen niemand. Maar een volgende dictatuur zullen we niet accepteren.”
Het is lastig voor Kadri, die met haar ouders naar Nederland kwam en hier internationaal recht studeerde, om op afstand mee te maken hoe de toekomst van haar land bepaald wordt, zonder dat mensen om haar heen dat echt goed begrijpen. „Ik zat laatst in de trein toen ik het nieuws over de bevrijding van Hama zag en moest huilen. Iedereen keek me aan. Het is moeilijk om dit met je hoofd en je hart, op je telefoon, mee te maken.”
Net als zaterdag heeft Kadri zondag, als ze met landgenoten in Utrecht de straat opgaat om het einde van het Assad-regime te vieren, haar ‘revolutievlag’ meegenomen. „Die staat voor vrijheid en, sinds het begin van de revolutie, ook voor onze pogingen de Assad-bezetting te beëindigen.” Kadri mist Syrië en kan niet wachten terug te gaan naar het dorp dat ze bijna een half leven geleden verliet. „Ik mis het om in mijn eigen land te zijn, mijn eigen taal te spreken en als een normaal persoon gezien te worden, niet als hijabi, moslim, Syriër of een vluchteling – al die woorden.”
Als het kan, gaan haar ouders daar zeker weer wonen, maar of dat ook voor haar geldt weet ze nog niet. Ze heeft een Nederlandse echtgenoot en vroeg hem deze week of hij met haar zou meegaan, terug naar Syrië. „We hadden nooit gedacht dat dit een optie zou kunnen zijn. Maar we gaan sowieso op bezoek en daarna zien we wel.”
Fouad Hallak (35): ‘Het is overweldigend, zulke beelden zie je zelfs in films niet’

„Dit is het meest hoopvolle moment dat ik ooit heb meegemaakt. Het grote symbool van de angst is weg”, zegt Fouad Hallak op de dag dat in Syrië de standbeelden van de gevluchte dictator Bashar al-Assad en zijn vader Hafez van hun sokkels worden getrokken en posters met hun afbeeldingen van de muren worden gescheurd. „Mijn vader en opa kennen het land als ‘Syrië al-Assad’. We kunnen ons geen Syrië voorstellen zonder Assad. ‘Als Assad weg is kunnen we alles oplossen’, zeiden we altijd.”
„Vóór deze bevrijding waren we onzeker en hopeloos. Nu voelen we ons nog steeds onzeker maar vooral hoopvol. Toen ik Syrië verliet, deed ik dat omdat ik mijn hoop verloren had.
„Wij Syriërs zijn letterlijk high van dit nieuws. Geen drug beter dan bevrijding. Mensen zien hun ouders na tien jaar uit de gevangenis komen; mensen kussen de muren van hun huizen; huizen waar ze naar terugkeren nadat ze er jaren geleden uit verdreven werden. Het is overweldigend, zulke beelden zie je zelfs in films niet. We hebben zo’n diepe band met onze straten, onze huizen. Dat zijn niet alleen stenen voor ons, maar plekken vol herinneringen.”
Fouad Hallak, fotograaf en student aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, hoopt nu op een veilig Syrië waarin de mensenrechten van alle inwoners gewaarborgd zijn. Maar achter die hoop gaan zorgen schuil. Nadat het oostelijke deel van Hallaks geboortestad Aleppo in 2012 werd bevrijd, hadden de inwoners slechte ervaringen met jihadistische groepen die nu in Hayat Tahrir al-Sham (HTS) zijn opgegaan. „Ik wil een democratisch Syrië voor iedereen, maar de mensen die ons toen bevrijdden, vonden ons te seculier”, zegt Hallak. Toen het regeringsleger van Assad de stad in 2016 terugveroverde, werd het van kwaad tot erger en verliet Hallak zijn land.
„We zien nu een andere taal bij HTS. Een moderne, liberale taal. Niet de taal van jihad maar de taal van mensen die terug naar huis willen. Tot nu toe ben ik optimistisch over wat ik hoor, ze lijken niet revanchistisch.” Er moet, zegt hij, nu een „nieuw sociaal contract” komen. „Maar de angst is dat ze deze taal alleen nu gebruiken en dat ze net zo repressief te werk zullen gaan als altijd.”
Hallaks familie is, zoals zoveel Syrische families, uiteengevallen en over meerdere landen verspreid. Zijn broer en moeder zijn in Aleppo, zijn vader is in Turkije, andere broers wonen in Duitsland. „Ik weet niet of we ooit nog samen aan één tafel zullen zitten. Ik dacht niet dat ik mijn moeder ooit nog zou zien, maar nu denk ik dat het kan. Ik ga haar zien, haar een knuffel geven en haar eten eten. Syrië is ons land, we zijn daar geboren en getogen en ik wil daar ook doodgaan.”
Majd Ruhban (26): ‘Ik kon niet stoppen met het kijken naar filmpjes van feestvierende mensen’

„Ik kan niet geloven wat er is gebeurd, het voelt als een droom”, zegt Majd Ruhban, die sinds februari in Nederland is. De afgelopen twee weken sliep ze slecht, maar in de nacht van zaterdag op zondag wílde ze helemaal niet slapen. „Ik kon niet stoppen met het kijken naar filmpjes van feestvierende mensen. Opeens zien we mensen uit de gevangenissen komen van wie we dachten dat ze dood waren.”
„Dit is iets waar wij de afgelopen vijftien jaar van hebben gedroomd. Zelfs als ik dacht over een Syrië zonder Assad, durfde ik het er niet over te hebben. We kónden het er niet over hebben omdat we bang waren en wilden overleven. Maar nu kunnen we eindelijk vrijuit spreken.”
„Toch kan ik niet alleen blij zijn zonder ook bang te zijn. Iedereen vraagt zich af: waarom gebeurt dit nu ineens, wat zit erachter? Zal Turkije zijn invloed behouden in een deel van het noorden? En wat is de balans tussen Rusland, Iran en andere landen met invloed in Syrië?”
Ruhban vindt het vooral belangrijk dat er nu naar de verhalen van Syriërs wordt geluisterd. „Als het over Syrië gaat, gaat het vaak over het grote machtsspel achter de schermen, maar juist gewone Syriërs hebben heel veel te vertellen, we hebben allemaal zoveel trauma’s.”
Dat geldt ook voor haar. Zo werd haar school gebombardeerd door het Assad-regime. Toen ze twee weken later weer naar school kon, trok ze uit boosheid het portret van Assad van de muur. Waarna een klasgenoot, wier vader een hoge positie had in de krijgsmacht van Assad, haar bedreigde en tegen haar zei dat ze in de gevangenis zou belanden. „Dat was de moeilijkste tijd van m’n leven.”
„Mijn vader woont in een voorstad van Damascus. Mijn moeder is bij mijn zus in de Verenigde Staten op bezoek en heeft een terugvlucht naar Syrië geboekt voor over twee maanden – geen idee hoe de situatie er dan uitziet.”
Ruhban verliet Syrië, waar ze als tandarts werkte, op zoek naar veiligheid en vrijheid in Europa. Sinds februari is ze in Nederland. Ze vroeg asiel aan, maar tijdens haar verblijf sloeg de stemming in het land om, met de verkiezingsoverwinning van de PVV en het kabinet-Schoof. De afgelopen maanden vroeg ze zich af: „Heb ik wel een toekomst hier? Ik hoorde van veel Syriërs uit de omgeving van Damascus dat hun asielaanvragen zijn afgewezen.”
